Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES in verband met de implementatie van aanbevelingen van de Financial Action Task Force

Wet van 20 december 2012 tot wijziging van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES in verband met de implementatie van aanbevelingen van de Financial Action Task Force

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme BES te wijzigen teneinde nader invulling te geven aan enkele aanbevelingen van de Financial Action Task Force; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme wordt als volgt gewijzigd: A Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. In onderdeel a, onder 1°, wordt «artikel 107» vervangen door: artikel 1:107. b. In onderdeel a, onder 9°, wordt de zinsnede «1° tot en met 8°» vervangen door: 1° tot en met 8°, 20° of 22 . c. Onderdeel a, onder 11°, komt te luiden: 11°. natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als externe registeraccountant of externe accountant-administratieconsulent zelfstandig onafhankelijk beroepsactiviteiten waaronder forensische accountancy uitoefent, dan wel een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, voor zover die anderszins zelfstandig onafhankelijk daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verricht; d. Onderdeel a, onder 12°, wordt als volgt gewijzigd: 1°. In subonderdeel a wordt «onroerende zaken» vervangen door: registergoederen. 2°. Subonderdeel d komt te luiden: d. het geheel of gedeeltelijk aan- of verkopen dan wel overnemen van een onderneming voor zover daardoor een persoon die niet als uiteindelijk belanghebbende van die onderneming kwalificeerde, uiteindelijk belanghebbende van die onderneming wordt; 3°. Er wordt na subonderdeel e een subonderdeel toegevoegd luidende: f. het vestigen van een recht van hypotheek op een registergoed; e. Onderdeel a, onder 18°, 19° en 20°, wordt vervangen door: 18°. betaaldienstagent als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 19°. natuurlijke persoon of rechtspersoon die bij de uitvoering van betaaldiensten als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht optreedt voor rekening van een betaaldienstverlener als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht met zetel in een andere lidstaat die beschikt over een door de toezichthoudende instantie van die lidstaat verleende vergunning voor het uitoefenen van zijn bedrijf; 20°. betaaldienstverlener als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht; 21°. natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die beroeps- of bedrijfmatig een adres of postadres ter beschikking stelt; 22°. elektronischgeldinstelling als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht voor zover deze andere transacties verricht dan bedoeld in artikel 1:5a, tweede lid, onderdeel k, van die wet; 23°. natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap die als belastingadviseur zelfstandig onafhankelijk beroepsactiviteiten uitoefent, dan wel een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, voor zover die anderszins zelfstandig onafhankelijk daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verricht; 24°. natuurlijke persoon of rechtspersoon die in de uitoefening van beroep of bedrijf taxaties uitvoert van onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen; f. [Vervallen] g. Onderdeel f komt te luiden: f. uiteindelijke belanghebbende: de natuurlijke persoon die: 1°. een belang houdt van meer dan 25 procent in het kapitaal van een cliënt; 2°. meer dan 25 procent van de stemrechten kan uitoefenen in de algemene vergadering van een cliënt; 3°. feitelijk zeggenschap kan uitoefenen in een cliënt; 4°. begunstigde van 25 procent of meer van het vermogen van een cliënt of een trust is; of 5°. een bijzondere zeggenschap heeft over 25 procent of meer van het vermogen van een cliënt;

tenzij de cliënt een vennootschap is die is onderworpen aan openbaarmakingvereisten als bedoeld in Richtlijn 2004/109/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende de transparantievereisten die gelden voor informatie over uitgevende instellingen waarvan effecten tot de handel op een gereglementeerde markt zijn toegelaten en tot wijziging van Richtlijn 2001/334/EG van de Raad (PbEG 2001, L 390), of aan voorschriften van een internationale organisatie die gelijkwaardig zijn aan die richtlijn; h. [Vervallen] i. Onderdeel h komt te luiden: h. transitrekening:

bankrekening die bij een in Nederland gevestigde bank wordt aangehouden door een bank gevestigd in een staat die geen lidstaat is en die door een cliënt van laatstbedoelde bank gedebiteerd of gecrediteerd kan worden zonder tussenkomst van de in Nederland gevestigde bank; j. De onderdelen m tot en met o komen te luiden: m. transactie:

handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt waarvan de instelling ten behoeve van haar dienstverlening aan die cliënt heeft kennisgenomen; n. ongebruikelijke transactie:

transactie die op grond van de indicatoren bedoeld in artikel 15, eerste lid, als ongebruikelijk is aan te merken; o. melding:

melding als bedoeld in artikel 16, eerste lid; k. Onderdeel q komt te luiden: q. Financiële inlichtingen eenheid:

de Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid; 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder de begrippen «trust», «trustee» en «insteller» verstaan: hetgeen daaronder in het Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141) wordt verstaan. B In artikel 2, eerste lid, wordt «artikel 3, eerste tot en met het vierde lid» vervangen door: artikel 3, eerste tot en met vierde en zesde lid. C In hoofdstuk 1 wordt na artikel 2 een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2

a.

  1. Ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme verricht een instelling cliëntenonderzoek en meldt zij verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties overeenkomstig de bij of krachtens de hoofdstukken 2 en 3 gestelde regels. Daarbij besteedt een instelling bijzondere aandacht aan ongebruikelijke transactiepatronen en aan transacties die naar hun aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengen. 2. Een instelling treft adequate maatregelen ter voorkoming van risico’s op witwassen en financieren van terrorisme die kunnen ontstaan door het gebruik van nieuwe technologieën in het economisch verkeer. D Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het cliëntenonderzoek stelt de instelling in staat om: a. de cliënt te identificeren en diens identiteit te verifiëren; b. de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt te identificeren en op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om zijn identiteit te verifiëren, en indien de cliënt een rechtspersoon is, op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt; c. het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie vast te stellen; d. een voortdurende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties uit te oefenen, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de instelling heeft van de cliënt en diens risicoprofiel, met zo nodig een onderzoek naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden; e. vast te stellen of de natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is; f. op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om te verifiëren of de cliënt ten behoeve van zichzelf optreedt dan wel ten behoeve van een derde; g. in voorkomend geval, de natuurlijke persoon, bedoeld in onderdeel e, te identificeren en diens identiteit te verifiëren. 3. Na het tweede lid worden, onder vernummering van het derde tot en met zevende lid tot vijfde tot en met negende lid, twee leden ingevoegd, luidende: 3. In afwijking van het tweede lid stelt het cliëntenonderzoek, indien de cliënt handelt als trustee, de instelling in staat om op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de trust en daartoe: a. de instellers en de trustees van de trust te identificeren en op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om hun identiteit te verifiëren; b. de uiteindelijk belanghebbende van de trust te identificeren en op risico gebaseerde en adequate maatregelen te nemen om diens identiteit te verifiëren; c. het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie vast te stellen; d. een voortdurende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van de relatie verrichte transacties uit te oefenen, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de instelling heeft van de trust en het risicoprofiel van de trust, met zo nodig een onderzoek naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden; e. vast te stellen of de cliënt bevoegd is te handelen als trustee. 4. In afwijking van het tweede lid stelt het cliëntenonderzoek, indien cliënten optreden als vennoten van een...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT