Besluit van 23 december 2010, houdende tijdelijke bepalingen voor de forensische zorg (Interimbesluit forensische zorg)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

875

Besluit van 23 december 2010, houdende tijdelijke bepalingen voor de forensische zorg (Interimbesluit forensische zorg)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, mede namens Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 9 november 2010, 5668790/10/6;

Gelet op de artikelen 6, tweede en vierde lid, 9b, derde lid, 40, eerste lid, 52, negende lid, en 77 van de Algemene wet bijzondere ziektekosten, artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 11, derde lid, van de Zorgverzekeringswet, artikel 1, tweede lid, van de Wet toelating zorginstellingen, artikel 2, tweede lid, van de Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 24, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, en artikelen 2, tweede lid, 9, eerste lid, en 52 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 3 december 2010, W03.10.0522/II);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, mede namens Onze Minister van Volksgezondheid Welzijn en Sport van 17 december 2010, 5678838/10/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1
  1. In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. wet: de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten; b. Onze Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie; c. Onze Ministers: de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport; d. forensische zorg: zorg als bedoeld in artikel 2; e. strafrechtelijke titel: een uitspraak van de rechter of een beslissing van de officier van justitie, rechter-commissaris, advocaat-generaal, dan wel van Onze Minister, gedaan in het kader van een strafzaak, op grond waarvan het verlenen van forensische zorg noodzakelijk is; f. forensische patiënt: een verzekerde als bedoeld in de wet, voor wie forensische zorg noodzakelijk is op basis van een strafrechtelijke titel; g. sepot: een beslissing van het openbaar ministerie tot het afzien van verdere vervolging, als bedoeld in artikel 167, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering;

Staatsblad 2010 875 1

h. indicatiestellingsadvies: een met redenen omklede aanduiding van de forensische zorgbehoefte en het noodzakelijke beveiligingsniveau, als bedoeld in artikel 5, tweede lid; i. zorginstelling forensische zorg: een instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder f van de Wet toelating zorginstellingen, een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden of een penitentiaire inrichting waar geestelijke gezondheidszorg wordt verleend; j. zorgaanbieder forensische zorg: een rechtspersoon die een zorginstelling forensische zorg in stand houdt of een natuurlijke persoon die forensische zorg verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling forensische zorg vormen, en die krachtens een overeenkomst forensische zorg verlenen. 2. Artikel 1:6, onder a, van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op forensische zorg.

Artikel 2
  1. Forensische zorg is zorg als omschreven in de artikelen 4 tot en met 10, 13 en 15 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ of als bedoeld in artikel 2.1 van het Besluit zorgverzekering, voor zover het geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg betreft, die wordt verleend aan een justitiabele met een psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, verslaving daaronder begrepen, of een verstandelijke handicap, en die al dan niet als een voorwaarde, onderdeel uitmaakt van een straf of een maatregel, of van de ten uitvoerlegging van een straf of maatregel, of als voorwaarde onderdeel uitmaakt van een sepot, een schorsing van de voorlopige hechtenis, of een gratieverlening op grond van de Gratiewet, dan wel onderdeel uitmaakt van een strafbeschikking waarbij een gedragsmaatregel wordt opgelegd. Beveiliging kan onderdeel uitmaken van forensische zorg. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op zorg die al dan niet als voorwaarde onderdeel uitmaakt van een straf of maatregel als bedoeld in het Eerste boek, Titel VIII A, van het Wetboek van Strafrecht.

Artikel 3
  1. Tenzij bij of krachtens dit besluit anders is bepaald, is het krachtens artikel 6, tweede en vierde lid, van de Algemene Wet bijzondere Ziektekosten bepaalde ter zake van aard, inhoud en omvang van zorg, de daarbij gestelde voorwaarden en de bijdrage van de verzekerde in de kosten daarvan, van toepassing op forensische zorg, voor zover die zorg wordt verleend aan een forensische patiënt in verband met zijn psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, verslaving daaronder begrepen, dan wel een verstandelijke handicap en uit een strafrechtelijke titel blijkt dat die patiënt aangewezen is op forensische zorg. 2. Tenzij bij of krachtens dit besluit anders is bepaald, is het krachtens artikel 11, derde en vierde lid, van de Zorgverzekeringswet bepaalde ter zake van inhoud en omvang van prestaties, alsmede hetgeen is bepaald ten aanzien van de kosten die voor rekening van de verzekerde komen, waar mogelijk van overeenkomstige toepassing op prestaties die als forensische zorg worden geleverd, indien het betreft zorg die wordt verleend aan een forensische patiënt in verband met zijn psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, verslaving daaronder begrepen, dan wel een verstandelijke handicap en uit een strafrechtelijke titel blijkt dat een forensische patiënt is aangewezen op forensische zorg, met dien verstande dat voor verzekerde wordt gelezen: forensische patiënt. 3. Indien de strafrechtelijke titel noodzaakt tot zorg in een zorgtraject dat reeds voor de strafrechtelijke vervolging op grond van een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet of op grond van de wet in

Staatsblad 2010 875 2

gang is gezet, komt voor vergoeding als forensische zorg in aanmerking het meerdere waartoe de strafrechtelijke titel noodzaakt, tenzij artikel 24 van de Zorgverzekeringswet van toepassing is. Indien het zorgtraject dat voor de strafrechtelijke vervolging is aangevangen uitsluitend betrekking heeft op ambulante zorg die op grond van een zorgverzekering als bedoeld in de Zorgverzekeringswet in gang is gezet, komt de zorg waartoe de strafrechtelijke titel noodzaakt, geheel voor vergoeding als forensische zorg in aanmerking. 4. Onze Ministers kunnen bij ministeriële regeling nadere en zonodig afwijkende regels stellen over de toepassing van dit artikel, dan wel, in aanvulling op of in afwijking van artikel 2 andere vormen van zorg aanmerken als forensische zorg, dan wel nadere regels stellen over de aard, inhoud en omvang van forensische zorg en de daaraan te stellen voorwaarden.

Artikel 4
  1. Onze Minister voorziet in het doen ten uitvoer leggen van forensische zorg. 2. Onze Minister sluit schriftelijke overeenkomsten met zorgaanbieders die forensische zorg kunnen verlenen, waarop ingevolge artikel 5, eerste lid, aanspraak bestaat. Met een justitiële inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden of een penitentiaire inrichting waar geestelijke gezondheidszorg wordt verleend, die onder beheer staan van Onze Minister, worden geen schriftelijke overeenkomsten gesloten. 3. Onze Minister verricht de administratieve taak van landelijk kantoor voor de betaling van bedragen ten laste van de Justitiebegroting, welke uit hoofde van de wet verschuldigd zijn aan zorgaanbieders voor het verlenen van forensische zorg, die krachtens artikel 5, eerste lid, aan de forensische patiënt is verleend. 4. Onze Minister is belast met het innen van de bijdrage van de forensische patiënt in de kosten van de forensische zorg, met dien verstande dat uitsluitend een bijdrage in de kosten kan worden gevraagd voor verblijf in een instelling. Hij kan een organisatie aanwijzen die namens hem belast wordt met het innen van de bijdrage. Artikel 5, tweede lid, van het Administratiebesluit Bijzondere Ziektekostenverzekering is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5
  1. Aan de forensische patiënt wordt de forensische zorg verleend, waarop hij blijkens de strafrechtelijke titel is aangewezen. 2. Ten behoeve van de besluitvorming inzake de strafrechtelijke titel, de forensische zorgtoeleiding dan wel anderszins in verband met de uitvoering van dit besluit, adviseren a. het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie, indien het forensische zorg betreft waarbij sprake is van verblijf in een zorginstelling forensische zorg, met uitzondering van het verblijf in een instelling voor begeleid wonen of maatschappelijke opvang, of b. de reclassering, indien het betreft de andere vormen van forensische zorg, op welke vorm of vormen van forensische zorg de forensische patiënt is aangewezen, op basis van onderzoek, waarbij een met redenen omklede aanduiding van de forensische zorgbehoefte en het noodzakelijke beveiligingsniveau wordt gegeven. 3. Indien Onze Minister vermoedt dat een gedetineerde, bedoeld in artikel 1, onder e, van de Penitentiaire beginselenwet, forensische zorg behoeft, kan hij ten behoeve van de besluitvorming daaromtrent een indicatiestellingsadvies gelasten.

    Staatsblad 2010 875 3

  2. Onze Ministers kunnen bij ministeriële regeling regels stellen met betrekking tot de uitvoering van het tweede en derde lid, de deskundigheid van de personen die het onderzoek verrichten, de procedure en het toezicht. Zij kunnen daarbij bepalen dat voor bepaalde vormen van forensische zorg de beoordeling plaatsvindt door een andere organisatie dan de in het tweede lid bedoelde organisaties. 5...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT