Besluit van 12 mei 2003, houdende wijziging van het Algemeen militair ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie in verband met de vastlegging van regels inzake functioneringsgesprekken en beoordelingen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2003

210

Besluit van 12 mei 2003, houdende wijziging van het Algemeen militair ambtenarenreglement en het Burgerlijk ambtenarenreglement defensie in verband met de vastlegging van regels inzake functioneringsgesprekken en beoordelingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Defensie van 4 februari 2003, nr. P/2003000660;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet alsmede artikel 12 van de Militaire Ambtenarenwet 1931;

De Raad van State gehoord (advies van 31 maart 2003, nr. W07.03.0050/11);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Defensie van 6 mei 2003, nr. P/2003002439;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Algemeen militair ambtenarenreglement1 wordt gewijzigd als volgt:

  1. Artikel 131 komt te luiden:

Artikel 131

Functioneringsgesprek.

  1. Aan de wijze van functievervulling van de militair in werkelijke dienst en aan zijn gedrag in relatie tot zijn functie wordt ten minste een keer per jaar aandacht besteed door middel van het houden van een functioneringsgesprek. Indien een militair naast de uit zijn functie voortvloeiende werkzaamheden andere opgedragen werkzaamheden of diensten heeft verricht, wordt tevens aan de wijze waarop hij die werkzaamheden of diensten heeft verricht en aan zijn gedrag in relatie tot die werkzaamheden of diensten aandacht besteed. 2. Aan het functioneringsgesprek wordt deelgenomen door de militair en diens functionele chef. 3. Op verzoek van een van de deelnemers aan het functioneringsgesprek en met instemming van beide deelnemers kunnen een of meer andere personen aan het gesprek deelnemen. 4. Het functioneringsgesprek is ten minste gericht op de navolgende onderdelen:

Staatsblad 2003 210 1

  1. het functioneren van de militair in de omgeving waarin hij zijn functie vervult, alsmede de functionele relatie tussen de militair en de functionele chef met betrekking tot de functie-uitoefening van de militair over de achterliggende periode. Hierbij komen in elk geval de volgende aspecten aan de orde:

- de verhouding tussen de getoonde kennis en de vaardigheden, en de gestelde functie-eisen;

- de vorderingen en de gedragingen; - de toetsing of en in hoeverre is voldaan aan eerder gemaakte afspraken; b. afspraken en aandachtspunten met betrekking tot de toekomstige functievervulling; c. de persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de mogelijke loopbaanwensen van de militair en de algemene loopbaanpatronen; d. indien de militair de leeftijd van 50 jaar heeft bereikt: de relatie tussen leeftijd en belastbaarheid en functievervulling. 5. a. De functionele chef legt een samenvatting van de inhoud van het gesprek alsmede de gemaakte afspraken en besproken aandachtspunten in het functioneringsgesprekformulier vast. Het formulier wordt voor een correcte weergave daarvan door de functionele chef en de militair ondertekend. De functionele chef verstrekt de militair een afschrift van het functioneringsgesprekformulier. b. De afspraken en aandachtspunten worden opgelegd in het personeelsdossier van de betrokkene. 6. Onze Minister stelt beleidsregels ten aanzien van het houden van functioneringsgesprekken alsmede het functioneringsgesprekformulier, waarin ten minste de in het vierde lid genoemde onderdelen zijn opgenomen.

  1. Ingevoegd wordt een nieuw artikel 131a, luidende als volgt:

Artikel 131

a Beoordeling.

  1. Indien de commandant of de militair in werkelijke dienst dit wenselijk vindt, wordt een beoordeling opgemaakt. De militair dient daartoe een aanvraag in bij de commandant. 2. De bevelhebber kan opdracht geven tot het opmaken van een beoordeling. 3. De militair wordt beoordeeld omtrent de wijze waarop hij zijn functie heeft vervuld en omtrent zijn gedrag in relatie tot die functie, gedurende het beoordelingstijdvak. Indien een militair naast de uit zijn functie voortvloeiende werkzaamheden andere opgedragen werkzaamheden of diensten heeft verricht, wordt hij tevens omtrent de wijze waarop hij die werkzaamheden of...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT