Wet van 14 december 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel van gebreken in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet bestuurlijke lus Awb)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2009

0

570

Wet van 14 december 2009 tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht met een regeling voor herstel van gebreken in een besluit hangende beroep bij de bestuursrechter (Wet bestuurlijke lus Awb)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de mogelijkheid te openen dat gebreken in een besluit hangende het beroep bij de bestuursrechter worden hersteld;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Algemene wet bestuursrecht wordt gewijzigd als volgt:

A

Na artikel 8:13 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 8

13a.

Indien bij de rechtbank beroep wordt ingesteld tegen een besluit dat is genomen ten gevolge van de toepassing van artikel 8:51a door een administratieve rechter in hoger beroep, verwijst de rechtbank de bij haar aanhangig gemaakte zaak naar de administratieve rechter die toepassing aan artikel 8:51a heeft gegeven.

B

Na artikel 8:51 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2009 570 1

AFDELING 8.2 2A BESTUURLIJKE LUS
Artikel 8

51a.

  1. De rechtbank kan het bestuursorgaan in de gelegenheid stellen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. De vorige volzin vindt geen toepassing, indien belanghebbenden die niet als partij aan het geding deelnemen daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld. 2. De rechtbank bepaalt de termijn waarbinnen het bestuursorgaan het gebrek kan herstellen. Zij kan deze termijn verlengen.

Artikel 8

51b.

  1. Het bestuursorgaan deelt de rechtbank zo spoedig mogelijk mede of het gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen. 2. Indien het bestuursorgaan overgaat tot herstel van het gebrek, deelt het de rechtbank zo spoedig mogelijk schriftelijk mede op welke wijze het gebrek is hersteld. 3. Partijen kunnen binnen vier weken na verzending van de mededeling bedoeld in het tweede lid, schriftelijk hun zienswijze over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren brengen. De rechtbank kan deze termijn verlengen.

Artikel 8

51c.

De rechtbank deelt partijen mede op welke wijze het beroep verder wordt behandeld binnen vier weken na: a. ontvangst van de mededeling van het bestuursorgaan dat het geen gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen; b. het ongebruikt verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 8:51a, tweede lid; c. ontvangst van de zienswijzen; of d. het ongebruikt verstrijken van de termijn bedoeld in artikel 8:51b, derde lid.

C

Artikel 8

57 komt te luiden:

Artikel 8

57.

  1. De rechtbank kan bepalen dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft indien partijen daarvoor toestemming hebben verleend. 2. Is het beroep reeds ter zitting behandeld, dan kan de rechtbank na toepassing van artikel 8:51a bepalen dat een nader onderzoek ter zitting achterwege blijft indien: a. het bestuursorgaan heeft medegedeeld dat het geen gebruik maakt van de gelegenheid om het gebrek te herstellen of te laten herstellen; b. de termijn als bedoeld in artikel 8:51a, tweede lid, ongebruikt is verstreken; c. partijen hun zienswijzen over de wijze waarop het gebrek is hersteld, naar voren hebben gebracht; of d. de termijn als bedoeld in artikel 8:51b, derde lid, ongebruikt is verstreken, tenzij partijen daardoor kunnen worden benadeeld. 3. Als de rechtbank bepaalt dat het onderzoek of het nadere onderzoek ter zitting achterwege blijft, sluit zij het onderzoek.

Staatsblad 2009 570 2

D

Artikel 8

64, vijfde lid, komt te luiden: 5. De rechtbank kan bepalen dat de nadere zitting achterwege blijft indien partijen daarvoor toestemming hebben gegeven. Artikel 8:57, tweede en derde lid, is van toepassing.

E

Artikel 8

72, vierde lid, komt te luiden: 4. Indien de rechtbank het beroep gegrond verklaart, kan zij: a. het bestuursorgaan opdragen een nieuw besluit te nemen of een andere handeling te verrichten met inachtneming van deze uitspraak; b. bepalen dat de voorbereiding van het nieuwe besluit niet of niet geheel overeenkomstig de eisen bedoeld in afdeling 3.4, hoeft te geschieden; c. bepalen dat haar uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde besluit of het vernietigde gedeelte daarvan.

F

Na artikel 8:80 wordt een nieuwe afdeling ingevoegd, luidende:

AFDELING 8.2 7 TUSSENUITSPRAAK Artículos vc a 37
Artikel 8

80a.

  1. Als de rechtbank artikel 8:51a toepast, doet zij een tussenuitspraak. 2. De tussenuitspraak vermeldt zoveel mogelijk op welke wijze het gebrek kan worden hersteld. 3. De artikelen 8:72, vierde lid, onderdeel b, 8:77, 8:78, 8:79 en 8:88 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8

80b.

  1. De rechtbank kan de tussenuitspraak ook doen voordat partijen zijn uitgenodigd om op een zitting van de rechtbank te verschijnen. 2. De rechtbank kan de tussenuitspraak ook mondeling doen. Artikel 8:67, tweede tot en met vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing. 3. De rechtbank kan zo nodig een voorlopige voorziening treffen. In dat geval bepaalt zij wanneer de voorlopige voorziening vervalt. 4. De voorlopige voorziening als bedoeld in het derde lid, vervalt in ieder geval zodra: a. het beroep is ingetrokken; of b. de rechtbank uitspraak als bedoeld in artikel 8:66, eerste lid, heeft gedaan, tenzij bij die uitspraak een ander tijdstip is bepaald.

ARTIKEL II
Artikel 27

h, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen komt te luiden: 3. Tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de in het eerste lid bedoelde uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegen: a. een tussenuitspraak als bedoeld in artikel 8:80a van de Algemene wet.

bestuursrecht; of b. een andere beslissing van de rechtbank.

Staatsblad 2009 570 3

ARTIKEL III

De Beroepswet wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 17

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In het eerste lid wordt «en 8:13» vervangen door: , 8:13 en 8:51a, eerste lid.

  2. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende: 6. De Centrale Raad van Beroep kan het bestuursorgaan opdragen een gebrek in het bestreden besluit te herstellen of te laten herstellen. De vorige volzin vindt geen toepassing, indien belanghebbenden die niet als partij aan het geding deelnemen daardoor onevenredig kunnen worden benadeeld.

B

Artikel 18

derde lid, komt te luiden: 3. Tegelijkertijd met het hoger beroep tegen de in het eerste lid bedoelde uitspraak kan hoger beroep worden ingesteld tegen: a. een tussenuitspraak als bedoeld in artikel 8:80a van de Algemene wet.

bestuursrecht; of b. een andere beslissing van de rechtbank.

C

Artikel 21

wordt gewijzigd als volgt:

  1. In het eerste lid wordt na «8:41» ingevoegd: , 8:51a, eerste lid.

  2. Toegevoegd wordt een zesde lid, luidende: 6. De Centrale Raad van Beroep kan het bestuursorgaan opdragen een gebrek in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT