Besluit van 24 juni 2003 tot wijziging van het Huisvestingsbesluit (bescherming van woningzoekenden in opvanghuizen)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2003

279

Besluit van 24 juni 2003 tot wijziging van het Huisvestingsbesluit (bescherming van woningzoekenden in opvanghuizen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 9 september 2002, nr. MJZ2002068008, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 13 van de Huisvestingswet;

De Raad van State gehoord (advies van 8 november 2002, nr. W08.02.0398/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 18 juni 2003, nr. MJZ2003053965, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel I

Het Huisvestingsbesluit1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Het opschrift van§3in Hoofdstuk 2 komt te luiden: § 3. Bescherming van woningzoekenden in bijzondere omstandigheden

B

Aan artikel 9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. door een woningzoekende die verblijft in een opvangvoorziening voor tijdelijk onderdak voor en begeleiding van vrouwen die in verband met problemen van relationele aard en geweld hun woonruimte hebben verlaten.

Artikel II

Binnen drie maanden na het tijdstip van de inwerkingtreding van dit besluit voorziet de huisvestingsverordening erin dat voldaan wordt aan artikel 9 van het Huisvestingsbesluit, als gewijzigd door dit besluit.

Staatsblad 2003 279 1

1 Stb. 1993, 155, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 8 april 2003, Stb. 169.

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 12 augustus 2003, nr. 153.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 24 juni 2003

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, S. M. Dekker

Uitgegeven de tiende juli 2003

De Minister van Justitie, J. P. H. Donner

STB7943 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2003

Staatsblad 2003 279 2

NOTA VAN TOELICHTING

Aanleiding en doel

Op 27 juni 2000 heeft de Tweede Kamer der Staten-Generaal een motie van het lid Albayrak c.s. aanvaard inzake de vreemdelingrechtelijke rechtspositie van vrouwen in het vreemdelingenbeleid (Kamerstukken II 1999/2000, 27 111, nr. 2). De motie luidt: «overwegende dat, vrouwen die in afwachting zijn van een vergunning tot voortgezet verblijf, geen recht hebben op een zelfstandige huisvestingsvergunning, overwegende dat dit betekent dat vrouwen die een relatie hebben verbroken geen zelfstandige woonruimte kunnen betrekken, waardoor de druk op opvanghuizen toeneemt, verzoekt de regering het mogelijk te maken dat bovengenoemde vrouwen over een zelfstandige huisvestingsvergunning kunnen beschikken».

In brieven d.d. 24 november 2000 en 17 september 2001 (Kamerstukken II 2000/2001, 27 111, nr. 9 respectievelijk nr. 10) inzake de motie-Albayrak is aangegeven dat het kabinet langs twee wegen uitvoering wil geven aan de motie. In de eerste plaats door een wetswijziging, noodzakelijk voor een structurele oplossing van de problematiek van de huisvesting van de in de motie bedoelde categorie vrouwen. In de tweede plaats door middel van een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 13 van de Huisvestingswet. Daarbij is aangegeven dat enerzijds de uitgangspunten van de Koppelingswet (de Wet van 26 maart 1998 tot wijziging van de Vreemdelingenwet en enige andere wetten teneinde de aanspraak van vreemdelingen jegens bestuursorganen op verstrekkingen, voorzieningen, uitkeringen, ontheffingen en vergunningen te koppelen aan het rechtmatig verblijf van de vreemdeling in Nederland (Stb. 203)), niet aangetast dienen te worden en dat anderzijds een afdoende voorziening...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT