Wet van 1 juli 1998 tot wijziging van de Huisvestingswet, de Woningwet en enige andere wetten in verband met de integratie van de woonwagen- en woonschepenregelgeving

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1998

459

Wet van 1 juli 1998 tot wijziging van de Huisvestingswet, de Woningwet en enige andere wetten in verband met de integratie van de woonwagen- en woonschepenregelgeving

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de integratie van de regeling voor woonwagenbewoners in de reguliere wetgeving te voltooien, alsmede regels ten aanzien van ligplaatsen voor woonschepen in de reguliere wetgeving op te nemen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Huisvestingswet1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Aan artikel 1, eerste lid, worden na onderdeel b, onder vernummering van de onderdelen c tot en met j tot g tot en met n, vier onderdelen ingevoegd, luidende: c. woonschip: schip dat uitsluitend of in hoofdzaak gebezigd wordt of bestemd is voor bewoning; d. ligplaats: plaats in het water, bestemd of aangewezen om door een woonschip bij verblijf te worden ingenomen; e. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten; f. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

Het derde lid komt te luiden als volgt: 3. In deze wet en de daarop berustende bepalingen worden onder woonruimte mede begrepen: a. een standplaats, b. een ligplaats.

Staatsblad 1998 459 1

B

Artikel 2

wordt gewijzigd als volgt:

  1. Aan het tweede lid wordt een zin toegevoegd, luidende: Tevens gaat de gemeenteraad na op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat bij het in gebruik nemen of geven van een standplaats voorrang wordt verleend aan woningzoekenden, die in een woonwagen wonen of hebben gewoond.

  2. Na het tweede lid worden drie leden toegevoegd, luidende: 3. Tot 1 januari 2003 geldt in afwijking van het eerste lid, dat een gemeenteraad van de in de bijlage genoemde betrokken gemeenten een huisvestingsverordening vaststelt voor het in gebruik nemen of geven van een standplaats. De in de eerste volzin bedoelde gemeenteraad bepaalt in zijn huisvestingsverordening dat bij het in gebruik nemen of geven van een standplaats voorrang wordt verleend aan woningzoekenden, die direct voorafgaand aan het tijdstip van intrekking van de Woonwagenwet ten minste een jaar in een woonwagen op een standplaats hebben gewoond, die is gelegen op een in de bijlage genoemd regionaal woonwagencentrum. 4. Tot 1 januari 2003 geldt in afwijking van het eerste lid tevens, dat een gemeenteraad van een bij ministeriële regeling aan te wijzen gemeente waar zich een substantieel tekort aan standplaatsen voordoet, een huisvestingsverordening vaststelt voor het in gebruik nemen of geven van een standplaats. De in de eerste volzin bedoelde gemeenteraad bepaalt in zijn huisvestingsverordening dat bij het in gebruik nemen of geven van een standplaats voorrang wordt verleend aan woningzoekenden die in een woonwagen op een standplaats wonen of hebben gewoond in die gemeente of in een bij de in de eerste volzin bedoelde ministeriële regeling aan te duiden regio. 5. Indien een van de gemeenten, bedoeld in het derde of vierde lid, gelegen is in een samenwerkingsgebied als bedoeld in artikel 1, onder b, van de Kaderwet bestuur in verandering, stelt het algemeen bestuur van een regionaal openbaar lichaam als bedoeld in hoofdstuk 2 van die wet, de in het derde of vierde lid bedoelde huisvestingsverordening vast.

C

Aan artikel 5 wordt een zin toegevoegd, luidende:

In afwijking van de eerste volzin is tot 1 januari 2003 in de in de bijlage genoemde betrokken gemeenten, alsmede in de krachtens artikel 2, vierde lid, aangewezen gemeenten, voor het in gebruik nemen of geven van een woonwagen op een standplaats een huisvestingsvergunning voor een standplaats vereist.

D

Artikel 6

eerste lid, onderdelen b en c, komen te luiden: b. woonwagens; c. woonschepen.

E

In artikel 13a, derde lid, onderdeel a, wordt «onderdeel j» vervangen door: onderdeel n.

Staatsblad 1998 459 2

F

Aan artikel 26 wordt een vierde lid toegevoegd, luidende: 4. Het eerste lid is tot 1 januari 2003 niet van toepassing ten aanzien van een standplaats die is bestemd voor een woningzoekende die met een woonwagen op een standplaats staat die is gelegen op een van de in de bijlage genoemde regionale woonwagencentra.

G

Ingevoegd wordt een nieuw artikel 82, luidende:

Artikel 82
  1. De besturen van de in de bijlage genoemde gemeenten waarin een regionaal woonwagencentrum is gelegen kunnen tot 1 januari 2003, ten aanzien van woningzoekenden van wie de standplaats voor een woonwagen op dat regionaal woonwagencentrum wordt opgeheven, de verlening van een huisvestingsvergunning als bedoeld in artikel 5 en de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT