Implementatiebesluit richtlijnen accijns 2023

Besluit van 10 februari 2023 tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit accijns en enige andere besluiten in verband met implementatie van de horizontale accijnsrichtlijn (EU) 2020/262 en de richtlijn alcoholaccijns (EU) 2020/1151 (Implementatiebesluit richtlijnen accijns 2023)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 23 december 2022, nr. 2022-0000311307; Gelet op Richtlijn (EU) 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PbEU 2020, L 58), Richtlijn (EU) 2020/1151 van de Raad van 29 juli 2020 tot wijziging van Richtlijn 92/83/EEG betreffende de harmonisatie van de structuur van de accijns op alcohol en alcoholhoudende dranken (PbEU 2020, L 256) en de artikelen 1a, derde lid, 2, negende lid, 2a, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 2e, derde lid, 5, derde lid, 41, eerste lid, 42a, tweede lid, 50d, tweede lid, 50f, zesde lid, 50h, derde lid, 50i, tweede lid, 50j, derde lid, 50k, tweede lid, 56, derde lid, 64, eerste lid, 64a, eerste lid, 65, eerste en derde lid, 69a, eerste lid, 71, eerste lid, en 82, eerste lid, van de Wet op de accijns, artikel 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 29, eerste lid, van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken en de artikelen 9.2.2.1, eerste lid, en 9.7.5.3, derde lid, van de Wet milieubeheer; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 januari 2023, nr. W06.23.00006/III); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 7 februari 2023, nr. 2023-000002333; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Uitvoeringsbesluit accijns wordt als volgt gewijzigd:A.Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «artikelen 2, achtste lid» vervangen door «artikelen 1a, derde lid, 2, negende lid» en wordt «2e, derde en vierde lid» vervangen door «2e, derde lid». Voorts wordt «50f, vierde lid» vervangen door «50f, zesde lid, 50h, derde lid, 50i, tweede lid, 50j, derde lid, 50k, tweede lid» en vervalt «71i, vierde lid,». 2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen. B.Artikel 1a komt te luiden:

Artikel 1

a.

In dit besluit wordt verstaan onder:– ARC:

de unieke administratieve referentiecode die door de inspecteur of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat is toegekend aan het e-AD, bedoeld in artikel 20, derde lid, van de Richtlijn; – bericht van ontvangst:

het bericht, bedoeld in artikel 24 of artikel 37 van de Richtlijn;– bericht van uitvoer:

het bericht, bedoeld in artikel 25 van de Richtlijn;– certificaat van vrijstelling:

het document, bedoeld in artikel 12 van de Richtlijn;– e-AD en voorlopig e-AD:

het elektronisch administratief document, bedoeld in artikel 20, eerste, tweede en derde lid, van de Richtlijn; – EMCS:

het geautomatiseerde systeem, bedoeld in Besluit 2020/263 van het Europees Parlement en de Raad van 15 januari 2020 betreffende geautomatiseerde verwerking van gegevens inzake de overbrenging van en de controle op accijnsgoederen (PbEU 2020, L 58); – e-VAD en voorlopig e-VAD:

het vereenvoudigd elektronisch administratief document, bedoeld in artikel 36, eerste en tweede lid, van de Richtlijn; – noodbericht van ontvangst:

het bericht van ontvangst voor overbrengingen van accijnsgoederen, bedoeld in artikel 27, eerste lid, of artikel 39 van de Richtlijn; – noodbericht van uitvoer:

het bericht van uitvoer voor overbrengingen van accijnsgoederen onder schorsing van accijns, bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Richtlijn; – nooddocument:

het nooddocument ten geleide van overbrengingen van accijnsgoederen, bedoeld in artikel 26, eerste lid, onder a, artikel 26, vierde lid, artikel 38, eerste lid, onder a, van de Richtlijn; – Richtlijn:

Richtlijn 2020/262 van de Raad van 19 december 2019 houdende een algemene regeling inzake accijns (PbEU 2020, L 58); – VARC:

de unieke vereenvoudigde administratieve referentiecode die door de inspecteur of de bevoegde autoriteiten van een lidstaat is toegekend aan het e-VAD, bedoeld in artikel 36, tweede lid, van de Richtlijn; – voorlopig bericht van annulering:

het bericht, bedoeld in artikel 20, zesde lid, van de Richtlijn;– voorlopig bericht van bestemmingswijziging:

het document, bedoeld in artikel 20, zevende lid, of artikel 36, vijfde lid, van de Richtlijn; – voorlopig bericht van splitsing:

het bericht, bedoeld in artikel 23 van de Richtlijn;– wet:

de Wet op de accijns.C.Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de wet» vervangen door «, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, van de wet,» en wordt «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de wet» vervangen door «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a tot en met f, van de wet». 2. In het achtste lid wordt «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de wet» vervangen door «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a, b, c, d of f, van de wet». 3. In het elfde lid, onderdeel d, wordt «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de wet» vervangen door «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a, b, c, d of f, van de wet». D.In artikel 2a, eerste lid, aanhef, wordt «als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel a, van de wet» vervangen door «, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel a, van de wet,». E.Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «als bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de wet» vervangen door «, bedoeld in artikel 2a, tweede lid, van de wet,» en wordt «artikel 2a, tweede lid, onderdelen a tot en met c, van de wet» vervangen door «artikel 2a, tweede lid, onderdelen a tot en met e, van de wet». 2. In het derde lid wordt «artikel 2a, tweede lid, onderdelen a tot en met c, van de wet» vervangen door «artikel 2a, tweede lid, onderdelen a tot en met e, van de wet». F.Artikel 3a wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «als bedoeld in artikel 2a, derde lid, van de wet» vervangen door «, bedoeld in artikel 2a, derde lid, van de wet,» en wordt «artikel 2a, derde lid, onderdelen a tot en met e, van de wet» vervangen door «artikel 2a, derde lid, onderdelen a tot en met f, van de wet». 2. In het derde lid wordt «artikel 2a, derde lid, onderdelen a tot en met d, van de wet» vervangen door «artikel 2a, derde lid, onderdelen a, b, c, d of f, van de wet». 3. In het vierde lid, onderdeel d, wordt «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van de wet» vervangen door «artikel 2a, eerste lid, onderdelen a, b, c, d of f, van de wet». G.In artikel 3b wordt «als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel e, tweede lid, onderdeel c, en derde lid, onderdeel e, van de wet» vervangen door «, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdeel e, tweede lid, onderdeel c, en derde lid, onderdeel e, van de wet,». H.In artikel 3c, eerste lid, onderdeel a, vervalt «, bedoeld in artikel 1a, onderdeel i». I.In artikel 3d, eerste lid, vervalt «als bedoeld in artikel 1a, onderdeel j,».J.Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:1. In het tweede lid, het derde lid, aanhef, en het vierde lid, aanhef, wordt «als bedoeld in het eerste lid» vervangen door «, bedoeld in het eerste lid,». 2. In het vierde lid, onderdeel b, wordt «vervaardigd» vervangen door «geproduceerd of verwerkt». K.Artikel 4a wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid vervalt «in artikel 1a, onderdeel g, bedoelde» en vervalt «in artikel 1a, onderdeel h, bedoelde». 2. Het tweede lid komt te luiden: 2. In afwijking van het eerste lid kan, bij gebreke van een bericht van ontvangst of een bericht van uitvoer om andere dan de in artikel 3d vermelde redenen, voor het eindigen van de overbrenging van accijnsgoederen onder een accijnsschorsingsregeling een alternatief bewijs worden verstrekt. 3. Onder vernummering van het derde lid tot vijfde lid worden twee leden ingevoegd, luidende: 3. Het alternatief bewijs kan in de gevallen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdelen a, b, c en e, en derde lid, onderdelen a, b, c en e, van de wet, een opgestelde aftekening van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van bestemming zijn dat de verzonden accijnsgoederen de opgegeven bestemming hebben bereikt. 4. Het alternatief bewijs kan in de gevallen, bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onderdelen d en f, en derde lid, onderdelen d en f, van de wet, een aftekening zijn van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het douanekantoor van uitgang is gelegen, ter bevestiging dat de accijnsgoederen het grondgebied van de Unie hebben verlaten of onder de regeling extern douanevervoer zijn geplaatst, of een door de inspecteur bepaalde combinatie van: a. een pakbon; b. een document ondertekend of gewaarmerkt door de marktdeelnemer die de goederen buiten het douanegebied van de Unie heeft gebracht ter bevestiging van het uitgaan van de goederen; c. een document waarin de douaneautoriteit van een lidstaat of een derde land de levering bevestigt overeenkomstig de voor dat certificaat in die staat of dat land toepasselijke voorschriften en procedures; d. door de marktdeelnemer bijgehouden administratie waaruit de levering van goederen aan schepen, luchtvaartuigen of offshore installaties blijkt; e. andere bewijsstukken. 4. In het vijfde lid (nieuw) wordt «het tweede lid» vervangen door «het derde lid» en wordt «een document dat door de geadresseerde wordt ingediend en dezelfde gegevens als het bericht van ontvangst of het bericht van uitvoer bevat,» vervangen door «het nooddocument». L.Artikel 6 komt te luiden:

Artikel 6
  1. De overbrenging van reeds tot verbruik uitgeslagen accijnsgoederen vanuit Nederland naar een andere lidstaat geschiedt onder dekking van een e-VAD. 2. De gecertificeerde afzender dient een voorlopig e-VAD in via het EMCS. 3. Indien de gegevens in het voorlopig e-VAD niet in orde zijn bevonden door de inspecteur, draagt de gecertificeerde afzender zorg...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT