Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten

Wet van 5 december 2018 tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht, de Wet bekostiging financieel toezicht, het Burgerlijk Wetboek en de Wet handhaving consumentenbescherming ter implementatie van richtlijn nr. 2015/2366/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337) (Implementatiewet herziene richtlijn betaaldiensten)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is regels te stellen ter uitvoering van richtlijn (EU) 2015/2366/EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337); Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet op het financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:AArtikel 1:1 wordt gewijzigd als volgt:1. In de alfabetische rangschikking worden de volgende definities ingevoegd, luidende: betaalinitiatiedienst:

een dienst voor het initiëren van een betaalopdracht op verzoek van de betaaldienstgebruiker, met betrekking tot een betaalrekening die bij een andere betaaldienstverlener wordt aangehouden; betaalinitiatiedienstverlener:

een betaaldienstverlener die de in bijlage I, punt 7, van de richtlijn betaaldiensten, bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent; digitale inhoud:

in digitale vorm geproduceerde of geleverde goederen of in digitale vorm geproduceerde en verleende diensten die uitsluitend binnen een technisch apparaat kunnen worden gebruikt of verbruikt, en waarbij op geen enkele wijze fysieke goederen of diensten worden gebruikt of verbruikt; elektronischecommunicatiedienst:

een dienst als bedoeld in artikel 2, onderdeel c, van richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (PbEU 2002, L 108); elektronischecommunicatienetwerk:

een netwerk als bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van richtlijn 2002/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 maart 2002 inzake een gemeenschappelijk regelgevingskader voor elektronischecommunicatienetwerken en -diensten (PbEU 2002, L 108); rekeninginformatiedienst:

een online dienst voor het verstrekken van geconsolideerde informatie over een of meer betaalrekeningen die de betaaldienstgebruiker bij een andere betaaldienstverlener of bij meer dan één betaaldienstverlener aanhoudt; rekeninginformatiedienstverlener:

een betaaldienstverlener die de in bijlage I, onder punt 8, van de richtlijn betaaldiensten bedoelde bedrijfsactiviteiten uitoefent; 2. De definitie van richtlijn betaaldiensten komt te luiden: richtlijn betaaldiensten:

richtlijn 2015/2366 EU van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betaaldiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337); 3. In de definitie van betaalinstrument wordt «waarvan de betaaldienstgebruiker gebruik maakt om een betaalopdracht te initiëren» vervangen door: waarvan gebruik wordt gemaakt voor het initiëren van een betaalopdracht; 4. De definitie van betaalrekening komt te luiden: betaalrekening:

op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die voor de uitvoering van betalingstransacties wordt gebruikt, als bedoeld in artikel 4 van de richtlijn betaaldiensten; BArtikel 1:5a wordt gewijzigd als volgt:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. De bij of krachtens de wet gestelde regels zijn slechts van toepassing op betaaldiensten aangeboden in Nederland, tenzij in die regels anders is bepaald. 2. Het tweede lid wordt gewijzigd als volgt: a. Onderdeel b komt te luiden: b. het verrichten van betalingstransacties tussen de betaler en de betalingsbegunstigde, die worden uitgevoerd via een handelsagent die krachtens een overeenkomst gemachtigd is om voor rekening van alleen de betaler of alleen de betalingsbegunstigde de verkoop of aankoop van goederen of diensten via onderhandelingen tot stand te brengen of te sluiten; b. Aan onderdeel j wordt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot door een komma, toegevoegd: met uitzondering van betaalinitiatiediensten en rekeninginformatiediensten; c. Onderdeel k komt te luiden: k. het verlenen van diensten die gebaseerd zijn op specifieke betaalinstrumenten: 1°. waarmee de houder uitsluitend in de bedrijfsgebouwen van de uitgever of binnen een beperkt netwerk van dienstverleners die een directe handelsovereenkomst met een uitgever hebben, goederen of diensten kan aanschaffen; 2°. die uitsluitend gebruikt kunnen worden voor de aanschaf van een zeer beperkte reeks goederen of diensten; of 3°. die uitsluitend in Nederland worden aangeboden met het oog op het bereiken van specifieke doelen die zijn vastgelegd in sociale of fiscale regelgeving en waarmee specifieke goederen of diensten kunnen worden aangeschaft bij leveranciers die een handelsovereenkomst met de uitgever hebben. d. Onderdeel l komt te luiden: l. het verrichten van betalingstransacties door een aanbieder van elektronischecommunicatienetwerken of -diensten die gezamenlijk met de betaling voor de elektronischecommunicatiediensten in rekening worden gebracht bij een abonnee: 1°. voor de aankoop van digitale inhoud en spraakgestuurde diensten, ongeacht het voor de aankoop of gebruik van de digitale inhoud gebruikte apparaat; of 2°. in het kader van een liefdadigheidsactiviteit of voor de aankoop van toegangs- of plaatsbewijzen en waarbij voor de transactie gebruik wordt gemaakt van een elektronisch apparaat,

mits de waarde per betalingstransactie niet meer dan € 50 bedraagt en:1°. de totale waarde van de betalingstransacties voor een abonnee per maand niet meer dan € 300 bedraagt; of 2°. ingeval een abonnee zijn rekening bij de aanbieder van elektronischecommunicatienetwerken of -diensten voorfinanciert, de totale waarde van de betalingstransacties niet meer dan € 300 per maand bedraagt; e. Onderdeel n komt te luiden: n. het verrichten van betalingstransacties en daarmee verbonden diensten tussen een moederonderneming en haar dochteronderneming, of tussen dochterondernemingen van dezelfde moederonderneming, zonder tussenkomst van een andere dan een tot dezelfde richtlijngroep behorende betaaldienstverlener; of f. Aan onderdeel o wordt een volzin toegevoegd, luidende: Met dien verstande dat aan de cliënt de informatie over eventuele kosten voor geldopname ingevolge artikel 4:22 wordt verstrekt, zowel voor de geldopname als na ontvangst van het chartaal geld aan het einde van de transactie na de geldopname. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot een verplichting tot het doen van een kennisgeving aan de Nederlandsche Bank door verleners van diensten, bedoeld in het tweede lid, onderdelen k en l. BaAan artikel 1:24 wordt een lid toegevoegd, luidende:5. De Nederlandsche Bank heeft, gelet op de bevoegdheid van de Autoriteit persoonsgegevens als bedoeld in artikel 21a van de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming, niet tot taak toezicht op betaaldienstverleners uit te oefenen voor zover dat betrekking heeft op de naleving van het bepaalde krachtens artikel 3:17, zevende lid. CArtikel 1:25a wordt gewijzigd als volgt:1. In het eerste lid wordt «artikel 5:88» vervangen door: de artikelen 5:88 en 5:88a. 2. In het derde lid wordt «1:80, onderdeel d, 1:81, met uitzondering van het derde lid,» vervangen door: 1:80, met uitzondering van onderdeel d, 1:81. 3. In het derde lid vervalt de zinsnede «, artikel 1:83,». DIn artikel 1:55, vierde lid, vervalt de zinsnede «en personen aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed door betaalinstellingen of elektronischgeldinstellingen». EIn artikel 1:56, zevende lid, vervalt de zinsnede «, en personen aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed door betaaldienstverleners met zetel in een andere lidstaat, die beschikken over een door de toezichthoudende instantie van die lidstaat verleende vergunning voor het verlenen van betaaldiensten». FIn artikel 1:58, vijfde lid, onderdeel b, vervalt de zinsnede «of persoon aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed». GIn artikel 1:59, vijfde lid, vervalt de zinsnede «en personen aan wie werkzaamheden zijn uitbesteed door betaalinstellingen of elektronischgeldinstellingen». GaIn artikel 1:62, onderdelen a tot en met c, wordt «of schadeverzekeraar» telkens vervangen door: , schadeverzekeraar of betaalinstelling. HArtikel 1:93, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:1. Onderdeel i wordt verletterd tot h. 2. Er worden, onder vervanging van een punt aan het slot van het laatste onderdeel door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd waarvan de letteraanduiding alfabetisch aansluit op het laatste onderdeel, luidende: i. de Autoriteit Consument en Markt, voor zover de gegevens en inlichtingen dienstig zijn voor de uitoefening van de haar op grond van artikel 1:25a opgedragen taak tot het houden van toezicht op de naleving van de artikelen 5:88 en 5:88a dan wel voor de uitoefening van haar taken ingevolge de Mededingingswet, voor zover deze betrekking hebben op de mededinging bij het verlenen van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT