Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Abbreviated LabelGeen
CourtEconomische Zaken
Subject MatterContracten, schade en aansprakelijkheid | Consumentenrecht

Geldend van 01-01-2019 t/m heden

Wet van 28 februari 2013, houdende regels omtrent de instelling van de Autoriteit Consument en Markt (Instellingswet Autoriteit Consument en Markt)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het toezicht op markten te stroomlijnen ter bevordering van de kwaliteit van het toezicht en de bescherming van het belang van de consument, en daarom regels te stellen die het toezicht zoveel mogelijk onderbrengen bij één onafhankelijke toezichthouder;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Begripsbepalingen
Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • Autoriteit Consument en Markt: de Autoriteit Consument en Markt, genoemd in artikel 2, eerste lid;

  • bindende aanwijzing: een zelfstandige last die wegens een overtreding wordt opgelegd;

  • marktorganisatie:

    • 1°. een rechtspersoon, natuurlijke persoon of andere entiteit handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, met inbegrip van een onderneming als bedoeld in artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

    • 2°. een organisatie waarin meerdere rechtspersonen, natuurlijke personen of andere entiteiten handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf verenigd zijn, met inbegrip van een ondernemersvereniging als bedoeld in artikel 101 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;

  • Onze Minister: Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat;

  • zelfstandige last: de enkele last tot het verrichten van bepaalde handelingen, bedoeld in artikel 5:2, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, ter bevordering van de naleving van wettelijke voorschriften.

Hoofdstuk 2. De Autoriteit Consument en Markt
Artikel 2
  • 1 Er is een Autoriteit Consument en Markt.

  • 2 De Autoriteit Consument en Markt is belast met de taken die haar bij of krachtens de wet zijn opgedragen.

  • 3 De Autoriteit Consument en Markt heeft tevens tot taak om, binnen het kader van de in het tweede lid bedoelde taken, voorlichting te geven over de rechten en plichten van consumenten. Zij maakt daarbij gebruik van een informatieloket.

  • 4 Tot de taken van de Autoriteit Consument en Markt behoort het uit eigen beweging doen van marktonderzoeken en maken van rapportages, indien dat naar haar oordeel nuttig is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in het tweede lid.

  • 5 De werkzaamheden van de Autoriteit Consument en Markt hebben tot doel het bevorderen van goed functionerende markten, van ordelijke en transparante marktprocessen en van een zorgvuldige behandeling van consumenten. Daaronder wordt verstaan het bewaken, bevorderen en beschermen van een effectieve mededinging en gelijke concurrentievoorwaarden op markten en het wegnemen van belemmeringen daarvoor.

  • 6 De toepassing van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen heeft mede betrekking op de taken die de Autoriteit Consument en Markt uitvoert in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

Artikel 3
  • 1 De Autoriteit Consument en Markt bestaat uit drie leden, onder wie de voorzitter.

  • 2 Benoeming vindt plaats op grond van de deskundigheid die nodig is voor de uitoefening van de taken van de Autoriteit Consument en Markt alsmede op grond van maatschappelijke kennis en ervaring.

  • 3 De voorzitter wordt benoemd voor een periode van zeven jaar en de overige leden worden benoemd voor een periode van vijf jaar. De voorzitter en de overige leden kunnen eenmaal worden herbenoemd voor eenzelfde periode.

  • 4 In het geval van een vacature vormen de overblijvende leden, in afwijking van het eerste lid, voor een periode van ten hoogste negen maanden nadat de vacature is ontstaan de Autoriteit Consument en Markt, met de bevoegdheden van de voltallige Autoriteit Consument en Markt.

  • 6 Een lid van de Autoriteit Consument en Markt legt jaarlijks een schriftelijke verklaring af dat hij geen belangen heeft als bedoeld in het vijfde lid. In die verklaring worden alle directe en indirecte belangen vermeld die van invloed kunnen zijn op de uitoefening van zijn functie.

  • 7 Onverminderd artikel 12 van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen maakt Onze Minister een besluit tot ontslag bekend door kennisgeving van de zakelijke inhoud van dat besluit in de Staatscourant. De redenen van het ontslag worden in die kennisgeving openbaar gemaakt indien de betrokkene daarom verzoekt.

Artikel 4
  • 1 De Autoriteit Consument en Markt stelt een bestuursreglement vast.

Artikel 5
  • 1 Onze Minister stelt ten behoeve van de uitvoering van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde taken, personeel ter beschikking van de Autoriteit Consument en Markt.

  • 2 De Autoriteit Consument en Markt stelt een mandaatregeling op ten aanzien van de bevoegdheden van het personeel.

  • 3 De mandaatregeling behoeft de goedkeuring van Onze Minister. Onze Minister onthoudt zijn goedkeuring indien de mandaatregeling naar zijn oordeel een goede taakuitoefening door de Autoriteit Consument en Markt kan belemmeren. De mandaatregeling wordt na goedkeuring door de Autoriteit Consument en Markt bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 4 Indien Onze Minister van oordeel is dat de mandaatregeling een goede taakuitoefening belemmert, kan hij de Autoriteit Consument en Markt verzoeken de mandaatregeling te wijzigen.

  • 5 Indien de Autoriteit Consument en Markt binnen dertien weken geen gevolg heeft gegeven aan een verzoek als bedoeld in het vierde lid kan Onze Minister de Autoriteit Consument en Markt opdragen de mandaatregeling op een door hem gewenste wijze aan te passen.

Artikel 6
  • 1 Onverminderd artikel 18, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen bevat het jaarverslag een overzicht van de kosten die op basis van artikel 6a, eerste lid, ten laste zijn gebracht van marktorganisaties en een globale beschrijving van de ontwikkeling van de markt in de postsector en de telecommunicatiesector.

  • 3 Onze Minister zendt zo spoedig mogelijk zijn bevindingen omtrent het jaarverslag, alsmede de bevindingen van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu, aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Artikel 6a
  • 1 De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 2, tweede lid, worden ten laste gebracht van marktorganisaties, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

  • 2 De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met het uit eigen beweging doen van marktonderzoeken en maken van rapportages, bedoeld in artikel 2, vierde lid, met de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, met het sanctioneren van overtredingen waaronder het nemen en bekendmaken van besluiten omtrent het opleggen van bestuurlijke sancties en bindende aanwijzingen, met werkzaamheden die uitsluitend ten behoeve van andere overheidsorganisaties worden verricht, en met het geven van deskundige raad aan Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu worden niet ten laste gebracht van marktorganisaties.

  • 3 De kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met het nemen en bekendmaken van besluiten, niet zijnde beschikkingen, en het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften worden niet ten laste van marktorganisaties gebracht indien:

    • a. de desbetreffende werkzaamheden niet gericht zijn op het tot stand brengen van marktordening of er geen sprake is van een voldoende afgebakende groep marktorganisaties die van de werkzaamheden profijt hebben, of

    • b. de baten naar verwachting niet opwegen tegen de kosten van de Autoriteit Consument en Markt om de in de aanhef bedoelde kosten ten laste te brengen van marktorganisaties.

  • 4 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere kosten worden aangewezen die in afwijking van het eerste lid niet ten laste van marktorganisaties worden gebracht.

  • 5 De systematiek volgens welke de kosten worden bepaald en ten laste worden gebracht van marktorganisaties houdt in dat:

    • a. ten hoogste de door de Autoriteit Consument en Markt gemaakte kosten ten laste van marktorganisaties worden gebracht,

    • b. zowel directe als indirecte kosten ten laste van marktorganisaties kunnen worden gebracht,

    • c. de kosten van de Autoriteit Consument en Markt die samenhangen met de uitvoering van een taak voor een specifieke sector uitsluitend ten laste worden gebracht van marktorganisaties in die sector, en

    • d. de kosten samenhangend met het geven van een beschikking of met de behandeling van een aanvraag van een marktorganisatie tot het geven van een beschikking ten laste kunnen worden gebracht van de marktorganisatie aan wie de beschikking is gericht of die de aanvraag heeft gedaan.

  • 6 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de systematiek volgens welke de kosten worden bepaald en ten laste gebracht van marktorganisaties en regels...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT