Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht

Abbreviated LabelIa Wft
Subject MatterBank- en effectenrecht, financiering | Toezicht bank- en kredietwezen
CourtFinanciën

Geldend van 21-07-2019 t/m heden

Wet van 20 november 2006, houdende invoering van de Wet op het financieel toezicht en aanpassing van overige wetten aan die wet (Invoerings- en aanpassingswet Wet op het financieel toezicht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de invoering te regelen van de Wet op het financieel toezicht en in verband daarmee de wetgeving aan te passen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk 1. Overgangsmaatregelen
Afdeling 1. Inleidende bepalingen
Artikel 1

Artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing op dit hoofdstuk.

Afdeling 2. Algemene bepalingen
§ 2.1. Toezichtkosten
Artikel 2

De kosten van werkzaamheden die de toezichthouder op grond van artikel 1:40 van de Wet op het financieel toezicht in rekening brengt, kunnen mede betrekking hebben op de werkzaamheden die hij heeft verricht in verband met de uitvoering van zijn taak op grond van de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993. Onder toepassing van de bedragen die direct voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht golden op grond van de in de vorige volzin bedoelde wetten, brengt de toezichthouder de hier bedoelde kosten in rekening bij de ondernemingen ten aanzien waarvan die werkzaamheden zijn verricht, voorzover deze kosten niet ten laste komen van de Rijksbegroting.

Artikel 3

De tweede volzin van artikel 1:40, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht is van overeenkomstige toepassing op de kosten die ingevolge artikel 2 in rekening worden gebracht.

§ 2.2. Register
Artikel 4
  • 1 Vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht vormen de registers, bedoeld in de artikelen 23, eerste lid, van de Wet financiële dienstverlening, 179 van de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, 18, eerste lid, van de Wet toezicht beleggingsinstellingen, 20a, eerste lid, 21, eerste lid, 47, negende lid, en 47b, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer 1995, en 52, eerste lid, van de Wet toezicht kredietwezen 1992, en de lijsten, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, van de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf en 9, eerste lid, van de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, gezamenlijk het register, bedoeld in artikel 1:107, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht.

§ 2.3. Toezicht en handhaving
Artikel 5

Vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht zijn met het toezicht op de naleving van de regels, gesteld bij en krachtens de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf of de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, belast de personen die ingevolge artikel 1:72 van de Wet op het financieel toezicht zijn belast met het toezicht op de naleving van overeenkomstige regels bij of krachtens die wet.

Artikel 6

Een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete die is opgelegd terzake van overtreding van een voorschrift, gesteld bij of krachtens de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf of de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht aangemerkt als een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 1:79 onderscheidenlijk 1:80 van laatstgenoemde wet.

Artikel 7
  • 1 De toezichthouder kan na inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht tot drie jaren na de dag waarop de overtreding is begaan een bestuurlijke boete opleggen terzake van overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf of de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993.

  • 2 Op het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in het eerste lid blijft het recht van toepassing dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 8
  • 1 De toezichthouder kan een besluit tot het opleggen van een last onder dwangsom of een bestuurlijke boete terzake van overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf of de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, na bekendmaking openbaar maken.

  • 2 Op de openbaarmaking, bedoeld in het eerste lid, blijft het recht van toepassing dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 9

Een aanwijzing die is gegeven terzake van overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf of de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993, wordt vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht aangemerkt als een aanwijzing als bedoeld in artikel 1:75 van laatstgenoemde wet.

Artikel 10
  • 1 De toezichthouder kan na het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht een aanwijzing geven terzake van overtreding van een voorschrift gesteld bij of krachtens de Wet financiële dienstverlening, de Wet melding zeggenschap en kapitaalbelang in effectenuitgevende instellingen, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995, de Wet toezicht kredietwezen 1992, de Wet toezicht natura-uitvaartverzekeringsbedrijf of de Wet toezicht verzekeringsbedrijf 1993.

  • 2 Op de aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, blijft het recht van toepassing dat gold voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet op het financieel toezicht.

Artikel 11

Een besluit op grond van de Wet financiële dienstverlening, de Wet toezicht beleggingsinstellingen, de Wet toezicht effectenverkeer 1995...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT