Wet van 16 december 2010 tot vaststelling van de Wet invoeringswet fiscaal stelsel BES (Invoeringswet fiscaal stelsel BES)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

847

Wet van 16 december 2010 tot vaststelling van de Wet invoeringswet fiscaal stelsel BES (Invoeringswet fiscaal stelsel BES)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om in verband met de invoering en inwerkingtreding van de Wet Belastingwet BES, de Wet Douane- en Accijnswet BES, de Wet inkomstenbelasting BES en de Wet loonbelasting BES de aanpassing van enige wetten alsmede het overgangsrecht te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK I AANPASSINGEN

ARTIKEL I

[vervallen]

ARTIKEL II

[vervallen]

ARTIKEL III
Artikel 1

van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het eerste lid wordt «De bepalingen van deze wet gelden bij» vervangen door «De bepalingen van deze wet gelden in Nederland bij». Tevens wordt, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma, toegevoegd: een en ander met uitzondering van de belastingen voor zover voor een belanghebbende na een door de inspecteur gedane uitspraak op bezwaar met betrekking tot deze belastingen beroep openstaat bij de Raad van Beroep voor belastingzaken, bedoeld in hoofdstuk VIII van de Belastingwet BES.

    Staatsblad 2010 847 1

  2. In het tweede lid vervalt de zinsnede «met uitzondering van de belastingen voor zover voor een belanghebbende na een door de inspecteur gedane uitspraak op bezwaar met betrekking tot deze belastingen beroep openstaat bij de Raad van Beroep voor belastingzaken, bedoeld in paragraaf 2b van de Wet geldstelsel BES».

ARTIKEL IV

[vervallen]

ARTIKEL V

De Invorderingswet 1990 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden: a. rijksbelastingen: belastingen als bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, alsmede rechten bij invoer en rechten bij uitvoer als bedoeld in artikel 7:3 van de Algemene douanewet, die in Nederland worden geheven;.

    Aa. In artikel 5, eerste lid, wordt »van Nederland» vervangen door: van het Rijk.

  2. [vervallen]

  3. In artikel 26, vijfde lid, onderdeel b, vervalt de zinsnede «bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel d, 1°, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen,».

ARTIKEL VI

In artikel 1 van de Kostenwet invordering rijksbelastingen wordt «volgens het bepaalde in de volgende artikelen» vervangen door: volgens het bepaalde in de volgende artikelen, tenzij ter zake kosten verschuldigd zijn op grond van artikel 8.39 van de Belastingwet BES.

ARTIKEL VII

[vervallen]

ARTIKEL VIII

De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd:

  1. In artikel 1.7, tweede lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende: e. een pensioenregeling als bedoeld in artikel 6A van de Wet loonbe-lasting BES.

  2. Aan artikel 2.2, eerste lid, wordt een volzin toegevoegd, luidende: De eerste volzin is evenmin van toepassing indien de bedoelde persoon aannemelijk maakt dat hij op de BES eilanden als inwoner onderworpen is aan de Wet inkomstenbelasting BES.

    Staatsblad 2010 847 2

  3. [vervallen]

  4. [vervallen]

  5. [vervallen]

  6. [vervallen]

  7. [vervallen]

  8. [vervallen]

    I. [vervallen]

  9. [vervallen]

  10. [vervallen]

    L. [vervallen]

ARTIKEL IX

De Wet op de dividendbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Aan artikel 1 wordt een zesde lid toegevoegd, luidende: 6. Voor de toepassing van deze wet worden op de BES eilanden gevestigde lichamen die door de toepassing van artikel 5.2 van de Belastingwet BES geacht worden niet op de BES eilanden te zijn gevestigd, geacht in Nederland te zijn gevestigd.

  2. [vervallen]

  3. In artikel 11, eerste lid, aanhef, wordt «in de Nederlandse Antillen of Aruba» vervangen door: op Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de BES eilanden.

  4. [vervallen]

ARTIKEL X

[vervallen]

ARTIKEL XI

[vervallen]

ARTIKEL XII

[vervallen]

ARTIKEL XIII

[vervallen]

Staatsblad 2010 847 3

ARTIKEL XIV

De Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt als volgt gewijzigd:

  1. Aan artikel 2 wordt een achtste lid toegevoegd, luidende: 8. Voor de toepassing van deze wet worden op de BES eilanden gevestigde lichamen die door de toepassing van artikel 5.2 van de Belastingwet BES geacht worden niet op de BES eilanden te zijn gevestigd, geacht in Nederland te zijn gevestigd.

  2. Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In onderdeel c vervalt «die Nederlands inkomen genieten».

    2. Na onderdeel c wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende: d. maar op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigde lichamen die een onderneming drijven met behulp van een vaste inrichting op de BES eilanden of een vaste vertegenwoordiger op de BES eilanden; die Nederlands inkomen genieten.

  3. [vervallen]

  4. [vervallen]

  5. [vervallen]

  6. [vervallen]

  7. [vervallen]

  8. Aan artikel 17, derde lid, wordt na onderdeel b, onder vervanging van de punt door een puntkomma, een nieuw onderdeel c ingevoegd, luidende: c. de belastbare winst van een op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigd lichaam voor zover die wordt behaald uit een op de BES eilanden gedreven onderneming met behulp van een vaste inrichting of een vaste vertegenwoordiger op de BES eilanden en die vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger op basis van artikel 5.2 van de Belastingwet BES voor de toepassing van de opbrengstbelasting als bedoeld in hoofdstuk V van de Belastingwet BES niet op de BES eilanden maar in Nederland zou zijn gevestigd indien de vaste inrichting een lichaam zou zijn geweest of de activiteiten van de vaste vertegenwoordiger in een lichaam zouden zijn ondergebracht.

    I. [vervallen]

    HOOFDSTUK II OVERGANGSRECHT EN INVOERING FISCAAL STELSEL BES

    AFDELING 1 AFWIKKELING NEDERLANDS-ANTILLIAANS FISCAAL STELSEL

ARTIKEL I
  1. Dit hoofdstuk is van toepassing in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en verstaat onder:

Staatsblad 2010 847 4

a. tijdstip van transitie: het tijdstip waarop artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treedt; b. het tijdstip van inwerkingtreding: het tijdstip waarop de hoofdstukken IV tot en met VII en IX van de Belastingwet BES en de hoofdstukken III en V van de Douane- en Accijnswet BES in werking treden; c. overgangsperiode: de periode vanaf het tijdstip van transitie tot het tijdstip van inwerkingtreding. 2. Op dit hoofdstuk zijn artikel 1.3 van de Belastingwet BES en artikel 1.1 van de Douane- en Accijnswet BES van overeenkomstige toepassing.

ARTIKEL II

[vervallen]

ARTIKEL III

[vervallen]

ARTIKEL IV

[vervallen]

ARTIKEL V

[vervallen]

AFDELING 2 SPECIFIEK OVERGANGSRECHT

ARTIKEL VI

De in artikel 8 121, tweede lid, van de Belastingwet BES en artikel 37, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bedoelde algemene maatregel van bestuur behoeft niet te worden overgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal indien de datum van plaatsing van deze wet in het Staatsblad is gelegen binnen twee maanden voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding.

ARTIKEL VII
  1. Op grond van de in de overgangsperiode als wet van toepassing zijnde in artikel 13b, eerste lid, onderdelen j tot en met n, van de Wet geldstelsel BES bedoelde verordeningen en de daarop gebaseerde regelingen verleende vergunningen voor het vervaardigen van accijnsgoederen, voor het opslaan van accijnsgoederen onder krediet voor de accijns of voor het opslaan van accijnsgoederen zonder verschuldigdheid van de accijns, worden tot wederopzegging aangemerkt als krachtens de Douane- en Accijnswet BES verleende vergunningen voor een accijnsgoederenplaats. 2. De inspecteur onderzoekt binnen een jaar na het tijdstip van inwerkingtreding of:

Staatsblad 2010 847 5

a. degenen van wie de in het eerste lid bedoelde vergunning ingevolge dat lid is aangemerkt als een krachtens de Douane- en Accijnswet BES verleende vergunning, voldoen aan de bij of krachtens de Douane- en Accijnswet BES gestelde voorwaarden voor de afgifte van deze vergunning; b. de plaatsen waarvan de in het eerste lid bedoelde vergunning ingevolge dat lid wordt aangemerkt als een vergunning voor een accijnsgoederenplaats, voldoen aan de bij of krachtens de Douane- en Accijnswet BES gestelde voorwaarden voor het verkrijgen van een vergunning voor een accijnsgoederenplaats. 3. Houders van accijnsgoederenplaatsen voor wijn, sigaren, cigarillo's of rooktabak doen binnen een week na inwerkingtreding van de artikelen 4.1, onderdelen e en f, 4.15, onderdelen b, c en d, en 4.18 tot en met 4.21 van de Douane- en Accijnswet BES aangifte van de op het tijdstip van deze inwerkingtreding in hun accijnsgoederenplaats aanwezige hoeveelheden wijn, sigaren, cigarillo's en rooktabak. 4. In afwijking van artikel 4.53 van de Douane- en Accijnswet BES kunnen tot inwerkingtreding van de artikelen 4.1, onderdelen e en f, 4.15, onderdelen b, c en d, en 4.18 tot en met 4.21 van de Douane- en Accijnswet BES accijnszegels voor sigaren, cigarillo's en rooktabak worden aangevraagd door degene die een verzoek om vergunning voor een accijnsgoederenplaats op grond van hoofdstuk IV, titel 3, eerste en tweede afdeling van de Douane- en Accijnswet BES heeft gedaan.

ARTIKEL VIII
  1. Een op grond van de in de overgangsperiode als wet van toepassing zijnde Landsverordening...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT