Besluit van 18 juli 1995, houdende wijziging van het Besluit modellen jaarrekening

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1995

389

Besluit van 18 juli 1995, houdende wijziging van het Besluit modellen jaarrekening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 27 april 1995, Stafafdeling Wetgeving Privaatrecht, nr. 492544/95/6;

Gelet op artikel 363, lid 6 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; De Raad van State gehoord, advies van 2 juni 1995, no. W03.95.0218; Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 5 juli 1995, nr. 504742/95/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit modellen jaarrekening1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In het tweede lid van artikel 6 wordt de zinsnede «Beleggings- en participatiemaatschappijen» vervangen door: Participatiemaatschappijen.

B

In artikel 12, lid 3 worden de woorden «en in model B» vervangen door: en in de modellen B en R.

C

Na artikel 16a wordt een nieuw artikel 16b ingevoegd, dat luidt:

Artikel 16

b.

  1. Op beleggingsmaatschappijen zijn de artikelen 2 tot en met 4, 5, leden 3 en 4, 6 lid 1, eerste zin, 7 leden 1 tot en met 3, 8 tot en met 11, 12 lid 3, en 15 van toepassing. 2. De balans van een beleggingsmaatschappij moet zijn gericht overeenkomstig model Q of R, de winst- en verliesrekening overeenkomstig model S. Deze modellen zijn als bijlage bij dit besluit gevoegd. 3. Indien een beleggingsmaatschappij de tweede zin van artikel 401, lid 2 van het Burgerlijk Wetboek toepast, neemt zij buiten de telling van de

Staatsblad 1995 389 1

1 Stb. 1983, 666, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 30 november 1993, Stb. 633.

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Minis-terie van Justitie. Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant van 12 september 1995 nr. 176.

winst- en verliesrekening een post op onder de benaming «wijziging in de reserves uit hoofde van koersverschillen». 4. Een beleggingsmaatschappij die in onroerend goed belegt, mag in de winst- en verliesrekening, ten einde inzicht te verschaffen in het exploitatieresultaat met betrekking tot het onroerend goed, de afschrijvingen op beleggingen in onroerend goed alsmede de op deze beleggingen betrekking hebbende overige lasten en kosten onmiddellijk onder de opbrengsten uit beleggingen in terreinen en gebouwen opnemen. 5. De benamingen gebruikt in de modellen Q, R en S mogen slechts worden vervangen door benamingen die in het gegeven geval op ten minste even duidelijke wijze de inhoud van de post of telling aanduiden. 6. Indien opbrengsten moeten worden verantwoord uit deelnemingen die niet overeenkomstig artikel 389 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek zijn gewaardeerd, worden deze afzonderlijk en onmiddellijk volgend op de opbrengsten uit deelnemingen verantwoord onder de benaming: opbrengsten uit niet op netto-vermogenswaarde gewaardeerde deelnemingen.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing in het Staatsblad en is van toepassing op boekjaren die op of na 1 januari 1996 aanvangen.

Lasten en bevelen dat dit besluit en de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Tavarnelle, 18 juli 1995 Beatrix

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

Uitgegeven de negenentwintigste augustus 1995

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

51U0412 ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-Gravenhage 1995

Staatsblad 1995 389 2

NOTA VAN TOELICHTING

Ingevolge artikel 5 van de richtlijn, nr. 78/660/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 25 juli 1978 betreffende de jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen, PbEG L 222 (de vierde richtlijn vennootschapsrecht) mogen de lid-staten van de EG voor beleggingsmaatschappijen en participatiemaatschappijen speciale schema's voor de balans en de winst- en verliesrekening voorschrijven, waarin mag worden afgeweken van de indeling, de omschrijving en de terminologie van de schema's welke gelden voor de in artikel 360, lid 1, eerste zin, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (hierna afgekort tot: B.W.) genoemde rechtspersonen...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT