Beschikking van de Minister van Justitie van 12 februari 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit locatiegebonden subsidies, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 13 december 2000, Stb. 578

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2001

77

Beschikking van de Minister van Justitie van 12 februari 2001, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit locatiegebonden subsidies, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 13 december 2000, Stb. 578

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 12 van het besluit van 13 december 2000, Stb. 578;

Besluit:

de tekst van het Besluit locatiegebonden subsidies, zoals dit laatstelijk is gewijzigd bij besluit van 13 december 2000, Stb. 578, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 12 februari 2001

De Minister van Justitie, A. H. Korthals

Uitgegeven de twintigste februari 2001

De Minister van Justitie, A. H. Korthals

STB6173

ISSN 0920 - 2064 Sdu Uitgevers 's-Gravenhage 2001 Staatsblad 2001 77 1

TEKST VAN HET BESLUIT LOCATIEGEBONDEN SUBSIDIES, ZOALS DIT LAATSTELIJK IS GEWIJZIGD INGEVOLGE HET INVOERINGSBESLUIT WET STEDELIJKE VERNIEUWING (STB. 2000, 578)

HOOFDSTUK I ALGEMEEN Artículos 1 a 6
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder: a. regionaal openbaar lichaam: regionaal openbaar lichaam als bedoeld in de Kaderwet bestuur in verandering; b. algemeen bestuur: algemeen bestuur van een regionaal openbaar lichaam; c. budgethoudende bestuursorgaan: bestuursorgaan dat ten laste van een op voet van dit besluit toegekend budget subsidie kan verstrekken, en dat is het algemeen bestuur of provinciale staten; d. bebouwde kom: aaneengesloten bebouwing als opgenomen in de door het Centraal Bureau voor de Statistiek ontwikkelde woonplaatsindeling 1971; e. ontwikkelen van bouwlocaties: op bepaalde plaatsen in onderlinge samenhang bouwen van woningen en andere gebouwen, saneren van de bodem en aanleggen van voorzieningen op het terrein van verkeer en vervoer; f. budgetbeherende provincie: provincie die financiële middelen op voet van dit besluit ontvangt; g. ontvanger: regionaal openbaar lichaam of budgetbeherende provincie; h. uitvoeringscontract: overeenkomst waarin Onze Minister, zowel in de hoedanigheid van bestuursorgaan als in die van vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, een regionaal openbaar lichaam en de provincie waarin het grondgebied van dat openbaar lichaam gelegen is, zich jegens elkaar hebben verbonden tot de daarin neergelegde wijze van ontwikkeling van bouwlocaties op dat grondgebied; i. ontwikkelingscontract: overeenkomst waarin Onze Minister, zowel in de hoedanigheid van bestuursorgaan als in die van vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden, en een budgetbeherende provincie zich jegens elkaar hebben verbonden tot de daarin neergelegde uitkomsten van het provinciale beleid inzake de ontwikkeling van bouwlocaties; j. bouwgemeente: gemeente die een bouwlocatie op haar grondgebied ontwikkelt; k. rente: rendement op staatsobligaties met een resterende looptijd van drie tot vijf jaar, als bekendgemaakt door het Centraal Bureau voor de Statistiek, of, indien dat rendement niet door het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt bekendgemaakt, het door De Nederlandsche Bank N.V. aangenomen rendement op zodanige staatsobligaties.

Artikel 2
  1. Provinciale staten besteden de financiële middelen, verstrekt aan een budgetbeherende provincie, uitsluitend aan verstrekking van subsidie voor de ontwikkeling van bouwlocaties aan de in die provincie gelegen samenwerkingsgebieden als bedoeld in artikel 2 van de Wet gemeenschappelijke regelingen, genoemd in bijlage I bij dit besluit, of aan in die samenwerkingsgebieden gelegen bouwgemeenten, genoemd in die bijlage. Voorafgaand aan de subsidievaststelling wordt geen beschikking tot subsidieverlening gegeven.

    Staatsblad 2001 77 2

  2. Bij ministeriële regeling kunnen namen van bouwgemeenten worden toegevoegd aan bijlage I bij dit besluit.

Artikel 5
  1. Een uitvoeringscontract omvat in elk geval: a. de gedurende de contractperiode op het grondgebied van het regionaal openbaar lichaam te ontwikkelen bouwlocaties; b. het tijdstip waarop de contractperiode begint en het tijdstip waarop deze eindigt, welk laatstbedoelde tijdstip samenvalt met het tijdstip waarop ingevolge de aanhef van artikel 27, eerste lid, uiterlijk kan worden besloten een budget in te trekken of ten nadele van de ontvanger te wijzigen; c. een verdeling van de contractperiode in drie tijdvakken, waarbij per tijdvak het aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen wordt aangegeven, met dien verstande dat:

  1. het tweede tijdvak begint op 1 januari van een jaar; 2°. het derde tijdvak begint op het tijdstip, bedoeld in onderdeel d,en dat als aantal in dat tijdvak aan de woningvoorraad toe te voegen woningen nul wordt aangegeven, en

  2. zowel het eerste als het tweede tijdvak ten minste twee vijfde deel uitmaakt van de contractperiode zonder inbegrip van het derde tijdvak; d. het beoogde tijdstip van voltooiing van de ontwikkeling van de bouwlocaties; e. de wijze van afstemming in een tijdvak als bedoeld in onderdeel c tussen de bouw van woningen en andere gebouwen, de sanering van de bodem en de aanleg van voorzieningen op het terrein van verkeer en vervoer; f. het totale aantal ten minste aan de woningvoorraad toe te voegen woningen; g. de gehanteerde rente, waarvoor wordt uit gegaan van de gemiddelde rente over de vijf kalenderjaren die direct voorafgaan aan het tijdstip van ondertekening van het uitvoeringscontract, en h. hetgeen ingevolge de artikelen 13d, 17, eerste lid, eerste en derde volzin, en 25, eerste lid, derde volzin, daarin dient te worden opgenomen. 2. Een uitvoeringscontract voor een regionaal openbaar lichaam waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage of Utrecht deel uitmaakt, omvat voorts in elk geval het aantal ten minste aan de woningvoorraad toe te voegen woningen voor iedere te ontwikkelen bouwlocatie binnen de bebouwde kom van de betrokken genoemde gemeente, waarop bedrijfsterreinen gelegen zijn die niet meer als zodanig in gebruik zijn. Een uitvoeringscontract voor een ander regionaal openbaar lichaam omvat voorts in elk geval het aantal aan de woningvoorraad toe te voegen woningen voor iedere te ontwikkelen bouwlocatie buiten de bebouwde kom.

Artikel 6
  1. Een uitvoeringscontract omvat voorts in elk geval het totale aantal woningen waarmee en het aantal woningen in de sociale-bouwsector waarmee door de regionale openbare lichamen waarvan de gemeente Amsterdam, Rotterdam, 's-Gravenhage of Utrecht deel uitmaakt de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van in dat contract aan te geven nieuwe bouwlocaties, of waarmee door de andere regionale openbare lichamen de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van bouwlocaties buiten de bebouwde kom. Het in de eerste volzin bedoelde aantal woningen in de sociale-bouwsector is ten hoogste gelijk aan 30 procent van het totale aantal woningen waarmee de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van bouwlocaties als bedoeld in die volzin.

    Staatsblad 2001 77 3

  2. Indien het aantal woningen in de marktsector waarmee door de in het eerste lid eerstgenoemde regionale openbare lichamen de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van in het uitvoerings-contract aan te geven bouwlocaties in en aan de stad, of waarmee door de andere regionale openbare lichamen de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van bouwlocaties binnen de bebouwde kom, hoger is dan 50 procent van het totale aantal woningen waarmee de woningvoorraad wordt uitgebreid door het ontwikkelen van die bouwlocaties, kan, in afwijking van het eerste lid, tweede volzin, het aandeel van de woningen in de sociale-bouwsector in het in de eerste volzin van dat lid bedoelde totale aantal woningen dienovereenkomstig hoger zijn dan 30 procent. 3. Voor de toepassing van dit artikel: a. wordt de uitbreiding van de woningvoorraad, of van een deel daarvan, berekend door het aantal in het kader van de ontwikkeling van bouwlocaties daaraan toe te voegen woningen te verminderen met het aantal in dat kader daaraan te onttrekken woningen; b. wordt onder woningen in de sociale-bouwsector verstaan: 1°. de in het kader van de ontwikkeling van bouwlocaties aan de woningvoorraad toe te voegen woningen waarvan de geraamde kosten van het verkrijgen in eigendom niet hoger zijn dan f 186 000 en

    1. de op het tijdstip waarop de contractperiode begint bestaande woningen die door een gemeente of toegelaten instelling worden verhuurd, en de op dat tijdstip bestaande woningen die door de eigenaar worden bewoond en met betrekking tot welke op dat tijdstip een besluit van overheidswege tot verstrekking van, aan die eigenaar als begunstigde ten goede komende, subsidie ten behoeve van het verkrijgen in eigendom daarvan van toepassing is en c. wordt onder woningen in de marktsector verstaan: 1°. de in het kader van de ontwikkeling van bouwlocaties aan de woningvoorraad toe te voegen woningen waarvan de geraamde kosten van het verkrijgen in eigendom hoger zijn dan f 186 000 en

    2. de op het tijdstip waarop de contractperiode begint bestaande woningen die niet begrepen zijn onder de in onderdeel b, onder 2°, bedoelde woningen. 4. De bedragen, genoemd in het derde lid, onderdelen b, onder 1°, en c, onder 1°, kunnen bij ministeriële regeling met ingang van 1 januari van enig kalenderjaar worden gewijzigd, indien daartoe aanleiding bestaat wegens wijziging van de prijzen in verband met het bouwen van woningen. De voor enig kalenderjaar geldende bedragen zijn van toepassing op de woningen voor de bouw waarvan in dat jaar een vergunning als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Woningwet wordt verleend.

Artikel 6

a.

Een ontwikkelingscontract omvat in elk geval: a. het tijdstip waarop de contractperiode begint en het tijdstip waarop...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT