Besluit van 23 december 2010, houdende wijziging van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten in verband met het recht van vestiging van ondernemingen in Curaçao en Sint Maarten
Besluit van 23 december 2010, houdende wijziging van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten in verband met het recht van vestiging van ondernemingen in Curaçao en Sint Maarten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 15 juli 2010, nr. CEND/HDJZ-2010/1013 sector SCH, Hoofddirectie Juridische Zaken; Gelet op artikel 199, vijfde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord (advies van 29 september 2010, nr. W09.10.0363/IV/K);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 17 december 2010, nr. VENW/BSK/2010-177795, Hoofddirectie Juridische Zaken; De bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde;Hebben goedgevonden en verstaan:
Het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten wordt gewijzigd als volgt:AArtikel 1, eerste lid, wordt gewijzigd als volgt:1. In onderdeel e wordt «bedoeld in artikel 378 van het Wetboek van Koophandel van Curaçao» vervangen door: bedoeld in artikel 193 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao. 2. In onderdeel f wordt «bedoeld in artikel 378 van het Wetboek van Koophandel van Sint Maarten» vervangen door: bedoeld in artikel 193 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van Sint Maarten. 3. De onderdelen i, k en l vervallen. 4. De onderdelen j, m en n worden vernummerd tot onderdelen i, j en k. 5. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: l. vennootschap:
maatschap naar burgerlijk recht of handelsrecht, de coöperatieve vereniging of vennootschap daaronder begrepen, of een andere rechtspersoon naar publiek- of privaatrecht, met uitzondering van een vennootschap welke geen winst beoogt. BArtikel 2 wordt gewijzigd als volgt:1. Het tweede lid vervalt. 2. Onder vernummering van het derde lid tot zesde lid, wordt een viertal leden ingevoegd, luidende: 2. Een zeeschip wordt in het openbaar register te boek gesteld indien het in eigendom toebehoort aan een of meer natuurlijke personen, dan wel aan een of meer vennootschappen die voldoen aan de vereisten van het derde, onderscheidenlijk het vierde lid, mits de eigenaar in Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten bij voortduring vertegenwoordigd is door een persoon die bevoegd is hem inzake alle aangelegenheden betreffende het schip, de opvarenden en de lading te vertegenwoordigen en voor hem te handelen met derden. Deze vertegenwoordiger dient, met instemming van de eigenaar, te voorzien in zijn vervanging ingeval van tijdelijk verblijf buiten Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten. 3. De natuurlijke persoon, bedoeld in het tweede lid, bezit de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of van de Verenigde Staten van Amerika. 4. De vennootschap, bedoeld in het tweede lid, is een vennootschap waarop het recht van een lidstaat van de Europese Unie, van een van de landen, eilanden of gebieden, bedoeld in artikel 355, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, derde en vierde lid, alsmede het vijfde lid, onder c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of van de Verenigde Staten van Amerika toepasselijk is. 5. Voor de toepassing van dit artikel wordt een vennootschap die geen winst beoogt, gelijkgesteld met een vennootschap als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l. COnder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot vijfde tot en met zevende lid, wordt artikel 6, eerste lid, vervangen door: 1. Een zeeschip, dat buiten Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten teboekstaat, kan in het openbaar rompbevrachtingsregister worden ingeschreven, indien het zeeschip in rompbevrachting is afgestaan aan een of meer natuurlijke personen, dan wel aan een of meer vennootschappen die voldoen aan de vereisten van het tweede, onderscheidenlijk het derde lid, mits de eigenaar in Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten bij voortduring vertegenwoordigd is door een persoon die bevoegd is hem inzake alle aangelegenheden betreffende het schip, de opvarenden en de lading te vertegenwoordigen en voor hem te handelen met derden. Deze vertegenwoordiger dient, met instemming van de eigenaar, te voorzien in zijn vervanging ingeval van tijdelijk verblijf buiten Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten. 2. De natuurlijke persoon, bedoeld in het eerste lid, bezit de nationaliteit van een lidstaat van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of van de Verenigde Staten van Amerika. 3. De vennootschap, bedoeld in het eerste lid, is een vennootschap waarop het recht van een lidstaat van de Europese Unie, van een van de landen, eilanden of gebieden, bedoeld in artikel 355, eerste lid, tweede lid, eerste volzin, derde en vierde lid, alsmede het vijfde lid, onder c, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, van een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, van Zwitserland of van de Verenigde Staten van Amerika toepasselijk is. 4. Voor de toepassing van dit artikel wordt een vennootschap die geen winst beoogt, gelijkgesteld met een vennootschap als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel l. DIn artikel 8, achtste lid, wordt de zinsnede «in het Wetboek van Koophandel van Aruba» vervangen door: in Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. EIn artikel 33, vijfde lid, wordt de zinsnede «voor zover het bepaalde in de eerste titel van het Wetboek van Koophandel van Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten niet van toepassing is» vervangen door: voor zover hoofdstuk II van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek van Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten niet van toepassing is.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag van de eerste kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad, in het Afkondigingsblad van Curaçao en het Afkondigingsblad van Sint Maarten zal worden geplaatst.histnoot’s-Gravenhage, 23 december 2010BeatrixDe Minister van Infrastructuur en Milieu,M. H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus
Uitgegeven de eenentwintigste januari 2011 De Minister van Veiligheid en Justitie,I. W. Opstelten
NOTA VAN TOELICHTING
Algemeen
Inleiding
Met deze wijziging van het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten wordt beoogd de wettelijke voorwaarden, geldend in Curaçao en Sint Maarten, voor de registratie van zeeschepen in eigendom en in rompbevrachting en de afgifte van een zeebrief ten behoeve van een zeeschip met het recht de vlag van het Koninkrijk op dat schip te voeren, in overeenstemming te brengen met het arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie1 inzake de registratie van zeeschepen en de voorwaarden voor inschrijving in de Nederlandse registers (uitspraak van 14 oktober 2004, Commissie van de Europese Gemeenschappen tegen Nederland, zaak C-299/02). Ingevolge het Vierde Deel van het Verdrag inzake de werking van de Europese Unie (hierna: Werkingsverdrag of VWEU) zijn de bepalingen in dit verdrag omtrent het recht van vestiging van ondernemingen, met inachtneming van de bijzondere bepalingen die gelden voor de Landen en Gebieden Overzee, namelijk van toepassing op Curaçao en Sint Maarten.
Inhoudelijk gaat het daarbij om het doen vervallen van nationaliteitseisen voor zover het de aandeelhouders en bestuurders van vennootschappen betreft, alsook van de eis dat een bepaald deel van de bestuurders in het Koninkrijk woonachtig dient te zijn. Bij de aanpassing is de positie in aanmerking genomen van zeescheepvaartondernemingen uit een van de staten binnen de Europese Economische Ruimte die geen lid zijn van de Europese Unie (EU). Binnen de EU is een onderneming uit een van de EER-staten, als het gaat om het recht van vrije vestiging, gelijkgesteld met ondernemingen naar het recht van een van de lidstaten van de EU. Aangezien het Verdrag betreffende de Europese Economische Ruimte geen medegelding heeft voor Curaçao en Sint Maarten is deze gelijkstelling van EER-ondernemingen daar te lande niet verplicht. De regeringen van Curaçao en Sint Maarten achten het echter beleidsmatig gewenst een EER-scheepvaartonderneming die zich vanuit een nevenvestiging in het Europese deel van Nederland of elders binnen het EU-grondgebied in Curaçao of Sint Maarten wil vestigen, niet anders te behandelen dan een EU-scheepvaartonderneming. Om deze reden voorziet de wijziging in uitbreiding met EER-onderdanen en vennootschappen.
Voorts is voorzien in de mogelijkheid van registratie in Curaçao en Sint Maarten van zeeschepen van reders uit een van de andere Landen en Gebieden Overzee, genoemd in Bijlage II van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
Het laten vervallen van de bovengenoemde nationaliteitseisen in het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten leidt er tevens toe dat de vriendschaps- en handelsverdragen van het Koninkrijk met de Verenigde Staten van Amerika en de Bondsstaat Zwitserland die (mede-)gelden in Curaçao en Sint Maarten onverkort gaan werken voor ondernemingen naar het recht van een van deze staten, die in Curaçao of Sint Maarten als reder of rompbevrachter een zeeschip willen registreren en vervolgens met dit schip onder de vlag van het Koninkrijk commerciële activiteiten willen ontplooien.
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om enkele verwijzingen in het Zeebrievenbesluit van Curaçao en Sint Maarten naar andere wetgeving aan te passen. Het betreft wetgeving die sinds 1993 door nieuwe wetgeving is...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT