Besluit van 6 november 1996, houdende uitvoering van artikel 44, negende lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Besluit ritueel slachten)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 1996

573

Besluit van 6 november 1996, houdende uitvoering van artikel 44, negende lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Besluit ritueel slachten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 15 juli 1996, nr. J. 966824, Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op richtlijn nr. 93/119/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden (PbEG L 340) en gelet op artikel 44, negende lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

De Raad van State gehoord (advies van 18 september 1996, no. W11.96.0293.);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 18 oktober 1996, nr. J. 969678, Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; b. slachthuis: inrichting of installatie, met inbegrip van voorzieningen voor het verplaatsen of onderbrengen van dieren, die wordt gebruikt voor het commercieel slachten van eenhoevigen, herkauwers, konijnen of pluimvee; c. verplaatsen: het uitladen van dieren of drijven van dieren van de bij het slachthuis behorende losplaatsen, stallen of hokken naar de lokalen of plaatsen waar zij zullen worden geslacht; d. onderbrengen: het houden en in voorkomend geval op passende wijze verzorgen door het verschaffen van water, voeder en rust, van dieren in door een slachthuis gebruikte stallen, hokken, overdekte plaatsen of weiden, voordat de dieren worden geslacht; e. fixeren: het toepassen op een dier van een methode die erop is gericht de bewegingen van het dier te beperken ten einde het doeltreffend bedwelmen of doden te vergemakkelijken;

Staatsblad 1996 573 1

f. bedwelmen: toepassen op een dier van een methode die het dier onmiddellijk brengt in een staat van bewusteloosheid die aanhoudt totdat de dood intreedt; g. doden: het toepassen op een dier van een methode die resulteert in de dood van het dier; h. slachten: het doden van een dier door het te laten verbloeden; i. richtlijn 93/119/EG: richtlijn nr. 93/119/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 december 1993 inzake de bescherming van dieren bij het slachten of doden (PbEG L 340).

Artikel 2

Dit besluit is van toepassing op dieren die zonder voorafgaande bedwelming worden geslacht volgens de israëlitische of de islamitische ritus.

Artikel 3

Bij het verplaatsen, onderbrengen, fixeren, slachten of doden wordt de dieren elke vermijdbare opwinding of pijn, elk vermijdbaar lijden of vermijdbare verwondingen of kneuzingen bespaard.

Artikel 4

Het verplaatsen, onderbrengen, fixeren, slachten of doden van dieren wordt uitgevoerd door personen die de nodige kennis en vaardigheden bezitten om de taken humaan en doeltreffend uit te voeren.

Artikel 5
  1. Het onbedwelmd slachten van dieren geschiedt overeenkomstig de door de keuringsdierenarts of de keurmeester in het belang van de bescherming van het slachtdier gegeven aanwijzingen.

  2. De in het eerste lid bedoelde aanwijzingen kunnen betrekking hebben op:

    - de gang van zaken rond het slachtproces, daaronder mede verstaan de wijze waarop en de volgorde waarin dieren worden aangeboden voor de slacht;

    - het aantal personen dat betrokken dient te zijn bij het fixeren, slachten en verbloeden van het dier;

    - het staken van het slachtproces indien onvoldoende is gegarandeerd dat daarbij wordt voldaan aan de eisen van dit besluit.

  3. Onverminderd het tweede lid mag, naast de bij de slachthandelingen betrokken personen en de personen die tijdens de slachthandelingen de israëlitische of islamitische ritus verrichten, ten hoogsteéén persoon bij het slachten aanwezig zijn.

Artikel 6
  1. De bouw, de inrichting en de voorzieningen van slachthuizen en het gebruik daarvan zijn zodanig, dat de dieren elke vermijdbare opwinding of pijn of elk vermijdbaar lijden wordt bespaard.

  2. De instrumenten, de installaties en de verdere voorzieningen voor het fixeren of doden van dieren zijn zo ontworpen, vervaardigd en onderhouden, en worden zo gebruikt dat de dieren snel en doeltreffend worden gedood.

    Staatsblad 1996 573 2

  3. In de slachtruimte zijn voor noodgevallen passende vervangende instrumenten, installaties en verdere voorzieningen aanwezig.

  4. De in het tweede en derde lid bedoelde instrumenten, installaties en voorzieningen, verkeren in een goede staat van onderhoud en worden met het oog daarop ten minste dagelijks voor het gebruik, onderscheidenlijk regelmatig gei¨nspecteerd.

Artikel 7

Dieren die in een slachthuis worden binnengebracht om er te worden geslacht, worden verplaatst en zo nodig ondergebracht overeenkomstig bijlage A bij richtlijn 93/119/EG.

Artikel 8
  1. Dieren worden gefixeerd overeenkomstig bijlage B bij richtlijn 93/119/EG.

  2. Runderen worden gefixeerd door middel van een toestel dat is voorzien van een tijd-mechanisme dat gedurende 45 seconden na het bedienen daarvan, de opheffing van de fixatie onmogelijk maakt; dit mechanisme wordt onmiddellijk na het toebrengen van de halssnede in werking gesteld.

  3. Schapen en geiten worden gefixeerd met behulp van een burrie door tenminste twee personen, of met behulp van een fixatietoestel door tenminsteéén persoon; na het toebrengen van de halssnede blijven schapen en geiten gedurende tenminste dertig seconden gefixeerd in de positie die de dieren innamen op het moment van het toebrengen van de halssnede.

Artikel 9
  1. Het toebrengen van de halssnede gebeurt met een vlijmscherp mes door een persoon die niet tevens belast is met het fixeren van de dieren.

  2. Dieren worden bij het verbloeden behandeld overeenkomstig bijlage D bij richtlijn 93/119/EG.

  3. Bij schapen, geiten en pluimvee worden ten minste gedurende 30 seconden en bij runderen ten minste gedurende 45 seconden na het aanbrengen van de halssnede geen verdere slachthandelingen verricht.

Artikel 10
  1. Een wijziging vanéén of meer onderdelen van richtlijn 93/119/EG treedt voor de toepassing van de artikelen van dit besluit, waarin naar die onderdelen wordt verwezen, in werking met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijzigingsrichtlijn uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij besluit van Onze Minister, dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.

  2. Onze Minister doet van een wijzigingsrichtlijn als bedoeld in het eerste lid mededeling in de Staatscourant.

Artikel 11
  1. In afwijking van artikel 8, tweede lid, is het gedurende een periode van een jaar na het inwerkingtreden van dit besluit toegestaan om

    Staatsblad 1996 573 3

    runderen te fixeren door middel van een toestel dat niet is voorzien van een tijdmechanisme; in dat geval wordt de fixatie niet binnen 45 seconden na het aanbrengen van de halssnede opgeheven.

  2. In afwijking van artikel 8, derde lid, is het gedurende een periode van zes maanden na het inwerkingtreden van dit besluit toegestaan om schapen en geiten te fixeren zonder gebruik te maken van een burrie of fixatietoestel.

Artikel 12

In het Vleeskeuringsbesluit1 vervallen de artikelen 11 en 12.

Artikel 13

Dit besluit treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen van artikelen verschillend kan worden vastgesteld.

Laatstbedoeld besluit wordt niet genomen voordat vier weken zijn verstreken nadat het onderhavige besluit is voorgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal, en evenmin indien binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat inwerkingtreding van dit besluit bij wet wordt geregeld.

Artikel 14

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ritueel slachten.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 6 november 1996 Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. J. van Aartsen

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. G. Terpstra

Uitgegeven de achtentwintigste november 1996

De Minister van Justitie, W. Sorgdrager

1 Stb. 1957, 29; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 7 december 1993 (Stb. 1994, 12)

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vierde lid, onder b, van de Wet op de Raad van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT