Beschikking van de Minister van Justitie van 14 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet op het notarisambt BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

516

Beschikking van de Minister van Justitie van 14 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van de Wet op het notarisambt BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van de Wet op het notarisambt BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 14 september 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

STB13276

ISSN 0920 - 2064 's-Gravenhage 2010 Staatsblad 2010 516 1

TEKST VAN DE WET OP HET NOTARISAMBT BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ DE AANPASSINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA EN DE AANPASSINGSREGELING BES-WETTEN

HOOFDSTUK I Algemene Bepalingen

Artikel 1

In deze wet wordt verstaan onder: a. Hof van Justitie: het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba; b. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; c. stageverklaring: de verklaring van de volbrachte werktijd van drie jaar, bedoeld in artikel 9, derde lid.

Artikel 2

1. Notaris is de openbare ambtenaar die, voor zover uit een wet niet het tegendeel blijkt, met uitsluiting van ieder ander bevoegd is tot het verlijden van authentieke akten en het verzekeren van de dagtekening en het tijdstip daarvan. 2. Voor zover zulks niet bij uitsluiting aan anderen opgedragen is, is hij voorts onder meer bevoegd tot: a. het geven van verklaringen betreffende de staat en de bevoegdheid van personen; b. het afgeven van attestaties de vita; c. het legaliseren van handtekeningen; d. het afnemen van eden en beloften; e. het afgeven van verklaringen van erfrecht. 3. Tot het voeren van de titel notaris is uitsluitend bevoegd hij die als zodanig benoemd en beëdigd is.

Artikel 3

1. De notaris wordt bij koninklijk besluit voor het leven benoemd. 2. De notaris is met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de leeftijd van vijfenzestig jaar van rechtswege ontslagen. 3. Aan de notaris die voor het bereiken van de in het tweede lid genoemde leeftijd ontslag verzoekt, wordt ontslag verleend bij koninklijk besluit, dat tevens de datum van ingang van het ontslag vermeldt.

Artikel 4

1. In het besluit van de benoeming wordt het openbaar lichaam, waarbinnen de notaris zijn ambt uitoefent, als standplaats aangewezen. Indien het Saba en Sint Eustatius betreft, worden beide openbare lichamen genoemd als standplaats. 2. Het aantal notarisstandplaatsen bedraagt voor Bonaire ten hoogste twee en voor Saba en Sint Eustatius samen ten hoogste één. 3. De notaris is verplicht werkelijk en gestadig kantoor te houden in de hem aangewezen standplaats en aldaar zijn protocol te bewaren. 4. De notaris moet binnen zijn standplaats wonen.

Staatsblad 2010 516 2

Artikel 5

1. Het is de notaris verboden zijn ambt uit te oefenen in een samenwerkingsverband met een of meer notarissen of met een of meer andere vrije beroepsbeoefenaren, tenzij de Kamer van Toezicht op een daartoe strekkend verzoek van de notaris die een dergelijk samenwerkingsverband wenst aan te gaan, ontheffing heeft verleend voor de ambtsuitoefening in bedoeld samenwerkingsverband. 2. Aan een ontheffing als bedoeld in het eerste lid, worden voorschriften verbonden; een dergelijke ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. 3. De voorschriften en beperkingen kunnen door de Kamer van Toezicht te allen tijde worden gewijzigd. 4. De Kamer van Toezicht kan de ontheffing intrekken, indien de voorschriften of beperkingen niet of niet genoegzaam worden nageleefd.

Artikel 6

1. De notaris mag zonder gegronde redenen zijn dienst niet weigeren. 2. Hij moet zijn dienst weigeren indien naar zijn redelijke overtuiging de werkzaamheid die van hem verlangd wordt, leidt tot strijd met de wet, de openbare orde of de goede zeden of zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben. 3. Hij is voorts verplicht om, op last van de rechter in eerste aanleg van zijn standplaats, zijn dienst kosteloos te verlenen aan personen die, op de wijze in artikel 878 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES vermeld, van hun onvermogen doen blijken.

Artikel 7

1. De notaris doet binnen een maand na zijn eedsaflegging aan de Kamer van Toezicht opgave van zijn al dan niet bezoldigde nevenbetrekkingen. Indien hij een dergelijke nevenbetrekking aanvaardt of beëindigt doet hij daarvan terstond aan de Kamer van Toezicht opgave. De Kamer van Toezicht houdt een register bij waarin van iedere notaris de nevenbetrekkingen zijn vermeld. Het register ligt bij de secretaris van de Kamer van Toezicht voor een ieder kosteloos ter inzage. 2. De notaris mag zijn ambt niet uitoefenen in dienstbetrekking of in een andere betrekking die zijn onafhankelijkheid beperkt, noch een met zijn ambt onverenigbaar beroep uitoefenen of een dergelijke betrekking bekleden, zoals lid van de rechterlijke macht, daaronder niet begrepen het optreden als plaatsvervangend lid van het Hof van Justitie of als plaatsvervanger van de rechter in eerste aanleg, deurwaarder, advocaat, hypotheekbewaarder, opsporings- of belastingambtenaar, gezaghebber, secretaris of ontvanger van een openbaar lichaam of ontvanger, bedoeld in artikel 1.3, onderdeel k, van de Belastingwet BES. 3. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op de waarnemer die niet tevens notaris is. 4. In geval van twijfel of sprake is van een situatie als bedoeld in het tweede lid, beslist Onze Minister. 5. De notaris wordt door Onze Minister, gehoord het Hof van Justitie en de notaris, ontslagen, indien hij zijn ambt uitoefent in dienstbetrekking of in een andere betrekking die zijn onafhankelijkheid beperkt dan wel een met zijn ambt onverenigbaar beroep uitoefent of een dergelijke betrekking bekleedt.

Staatsblad 2010 516 3

HOOFDSTUK II Benoembaarheid, sollicitatieprocedure en benoeming

Artikel 8

1. Voor de benoembaarheid is vereist een stageverklaring, tenzij het een herbenoeming van een eervol ontslagen notaris betreft, dan wel de benoeming van een notaris op een standplaats in een ander openbaar lichaam. 2. Onze Minister kan van het vereiste over een stageverklaring te beschikken ontheffing verlenen, indien op een andere wijze blijkt dat de kwaliteit van de dienstverlening is geborgd. Bij het verlenen van de ontheffing kunnen aanwijzingen en voorschriften worden gegeven met het oog op het waarborgen van deze kwaliteit.

Artikel 9

1. Wanneer Onze Minister een nieuwe standplaats dan wel een opengevallen standplaats besluit te vervullen, stelt hij de gelegenheid open om binnen twee maanden te verzoeken om tot notaris te worden benoemd. 2. Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, dient in tweevoud aan Onze Minister te worden gericht. 3. Bij het verzoek, bedoeld in het eerste lid, moeten worden overgelegd: a. een uittreksel uit het bevolkingsregister; b. een getuigschrift waaruit blijkt dat met goed gevolg één van de examens, bedoeld in artikel 14, onderdelen a tot en met c, is afgelegd; c. een verklaring omtrent het gedrag, bedoeld in titel II van de Wet op de justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag BES; d. verklaring of verklaringen van de volbrachte werktijd van drie jaar op een notaris-kantoor in Curaçao, Sint Maarten, of op Bonaire, Sint Eustatius of Saba, afgegeven door de notaris of notarissen bij wie de belanghebbende werkzaam is geweest, bevestigd door de Voorzitter van de Kamer van Toezicht.

Artikel 10

1. Nadat de in artikel 9, eerste lid, bedoelde termijn is verstreken, nodigt Onze Minister het Hof van Justitie uit een aanbeveling voor de benoeming te doen uit de sollicitanten. 2. Het Hof van Justitie maakt binnen zestig dagen een aanbevelingslijst op, bevattende de namen van ten hoogste drie kandidaten, en zendt deze aan Onze Minister. 3. Onze Minister neemt bij de benoeming zoveel mogelijk de aanbevelingen van het Hof van Justitie in acht.

Artikel 11

1. De notaris moet binnen twee maanden na de dag waarop zijn benoeming ingaat, voor de rechter in eerste aanleg van zijn standplaats, naar de wijze van zijn godsdienstige gezindheid, de navolgende eed of belofte en verklaring afleggen:

Ik zweer (beloof) getrouwheid aan de Koning, gehoorzaamheid aan de wettelijke regelingen en eerbied voor de rechterlijke autoriteiten; dat ik mijn ambt met eerlijkheid, nauwgezetheid en onpartijdigheid zal waarnemen; dat ik de wettelijk voorgeschreven geheimhouding in acht zal nemen; en (ik verklaar) dat ik voorts middellijk noch onmiddellijk onder...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT