Besluit van 10 oktober 2003 houdende regels ter uitvoering van de Wet werk en bijstand (Besluit WWB)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2003

387

Besluit van 10 oktober 2003 houdende regels ter uitvoering van de Wet werk en bijstand (Besluit WWB)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 september 2003, Directie Bijstand en Gemeentelijk Activeringsbeleid, nr. B&GA/WWB/03/70145;

Gelet op de artikelen 40, eerste lid, 69, tweede en derde lid, 70, tweede en derde lid, 73, derde lid, en 74, derde lid, van de Wet werk en bijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 18 september 2003, nr. W12.03.0371/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 oktober 2003, Directie Werk en Bijstand, nr. W&B/WWB/03/76805;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Begripsbepaling.

In dit besluit wordt verstaan onder: a. wet: Wet werk en bijstand; b. Wet inschakeling werkzoekenden: de Wet inschakeling werkzoekenden zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet; c. Besluit in- en doorstroombanen: het Besluit in- en doorstroombanen zoals dit luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet; d. Algemene bijstandswet: de Algemene bijstandswet zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet; e. Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ: de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ zoals deze luidde op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet; f. werkdeel: de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel a, van de wet; g. inkomensdeel: de uitkering, bedoeld in artikel 69, eerste lid, onderdeel b, van de wet; h. gemeentelijke werklasten 2003: de aan de gemeente op grond van artikel 18 van de Wet inschakeling werkzoekenden en artikel 13, eerste tot

Staatsblad 2003 387 1

en met derde lid, van het Besluit in- en doorstroombanen verstrekte subsidie voor het jaar 2003; i. gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar: de volgens de opgave, bedoeld in artikel 130, vierde lid, van de Algemene bijstandswet, in het jaar 2001 ten laste van een gemeente gebleven kosten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ, verminderd met de kosten van bijstand die is verleend met toepassing van artikel 30, tweede lid, van de Algemene bijstandswet en verminderd met de kosten van bijstand die is verleend met toepassing van artikel 63, tweede lid, van de Algemene bijstandswet, en vervolgens vermenigvuldigd met het aantal inwoners van 20 tot en met 64 jaar van de gemeente op 1 januari 2003, gedeeld door het aantal inwoners van 20 tot en met 64 jaar van de gemeente op 1 januari 2001; j. gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder: de volgens de opgave, bedoeld in artikel 130, vierde lid, van de Algemene bijstandswet, in het jaar 2001 ten laste van een gemeente gebleven kosten, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ, van bijstand die is verleend met toepassing van artikel 30, tweede lid, van de Algemene bijstandswet.

Paragraaf 2 Werkdeel

Artikel 2

Berekening bedrag werkdeel.

Het bedrag van het werkdeel wordt berekend aan de hand van de volgende formule:

W=(KW :TKW)xTBW waarbij: a. W het werkdeel voor de gemeente is; b. KW de in 2003 voor een gemeente beschikbare budgetten ID-banen en WIW zijn; c. TKW de in 2003 voor alle gemeenten beschikbare budgetten ID-banen en WIW zijn; d. TBW het totale bedrag is dat in het uitvoeringsjaar 2004 beschikbaar is voor de werkdelen.

Artikel 3

Meeneem- en voorschotregeling werkdeel.

  1. Indien in een kalenderjaar het werkdeel niet volledig is besteed aan voorzieningen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet, kan het college het niet bestede deel tot maximaal 75% van het voor dat jaar toegekende budget toevoegen aan het werkdeel voor het daaropvolgende kalenderjaar. 2. Indien in een kalenderjaar meer dan het werkdeel is besteed aan voorzieningen als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet, kan het college het meer bestede bedrag tot maximaal 75% van het voor dat jaar toegekende budget ten laste brengen van het werkdeel voor het daaropvolgende kalenderjaar. 3. Het percentage van de uitkering dat op grond van artikel 70, tweede lid, van de wet wordt teruggevorderd, bedraagt 100%. Indien volledige terugvordering naar het oordeel van Onze Minister tot een onbillijkheid van overwegende aard leidt, stelt Onze Minister de terugvordering op een lager percentage vast.

Staatsblad 2003 387 2

Paragraaf 3 Inkomensdeel

Artikel 4

Berekening bedrag inkomensdeel en inwonertal gemeenten.

  1. Het bedrag van het inkomensdeel wordt voor het jaar 2004 verschillend berekend voor gemeenten met: a. 40 000 of minder inwoners; b. meer dan 40 000 en minder dan 60 000 inwoners; c. 60 000 of meer inwoners. 2. Voor de vaststelling van het aantal inwoners, bedoeld in het eerste lid, geldt als peildatum 1 januari 2003. 3. Het aantal inwoners wordt ontleend aan de statistiek «Demografische kerncijfers per gemeente» van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 5

Berekening bedrag inkomensdeel kleine gemeenten.

Voor gemeenten met 40 000 of minder inwoners wordt het bedrag van het inkomensdeel berekend aan de hand van de volgende formule:

I = (K64 : TK6440 000) x TB6440 000 + (K65 : TK65) x TB65 waarbij: a. I het inkomensdeel voor de gemeente is; b. K64 de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar zijn; c. TK6440 000 het totaal is van de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar van gemeenten met 40 000 of minder inwoners; d. TB6440 000 het deel is van het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen voor gemeenten met 40 000 inwoners of minder, bestemd voor personen jonger dan 65 jaar; e. K65 de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder zijn; f. TK65 het totaal is van de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder; g. TB65 het deel is van het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen, bestemd voor personen van 65 jaar of ouder.

Artikel 6

Berekening bedrag inkomensdeel middelgrote gemeenten.

Voor gemeenten met meer dan 40 000 en minder dan 60 000 inwoners wordt het bedrag van de uitkering berekend aan de hand van de volgende formule:

I= {[(1 - M) x (K64 : TK6440 000-60 000)+Mx (0,6 x (K64 : TK6440 000-60 000) +0,4x(O:OT40 000-60 000))] x TB6440 000-60 000 xC} + (K65 : TK65) x TB65

waarbij: a. I het inkomensdeel voor de gemeente is; b. M het aantal inwoners van de gemeente per 1 januari 2003 is, verminderd met 40 000 en vervolgens gedeeld door 20 000; c. K64 de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar zijn; d. TK6440 000-60 000 het totaal is van de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar van gemeenten met meer dan 40 000 en minder dan 60 000 inwoners; e. TB6440 000-60 000 het deel is van het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen voor gemeenten met meer dan 40 000 en minder dan 60 000 inwoners, bestemd voor personen jonger dan 65 jaar; f. O de objectief vastgestelde gemeentelijke bijstandskosten zijn; g. OT40 000-60 000 het totaal is van de objectief vastgestelde gemeente-

Staatsblad 2003 387 3

lijke bijstandskosten van gemeenten met meer dan 40 000 en minder dan 60 000 inwoners; h. C de correctiefactor is die wordt berekend aan de hand van de formule die is opgenomen in de bijlage bij dit besluit; i. K65 de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder zijn; j. TK65 het totaal is van de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder; k. TB65 het deel is van het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen, bestemd voor personen van 65 jaar of ouder.

Artikel 7

Berekening uitkeringsbedrag grote gemeenten.

Voor gemeenten met 60 000 of meer inwoners wordt het bedrag van de uitkering berekend aan de hand van de volgende formule:

I = [0,6 x (K64 : TK6460 000) x TB6460 000 +0,4x(O:OT60 000) x TB6460 000] + (K65 : TK65) x TB65 waarbij: a. I het inkomensdeel voor de gemeente is; b. K64 de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar zijn; c. TK6460 000 het totaal is van de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen jonger dan 65 jaar van gemeenten met 60 000 of meer inwoners; d. TB6460 000 het deel is van het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen voor gemeenten met 60 000 inwoners of meer, bestemd voor personen jonger dan 65 jaar; e. O de objectief vastgestelde gemeentelijke uitkeringskosten zijn; f. OT60 000 het totaal is van de objectief vastgestelde gemeentelijke uitkeringskosten van gemeenten met 60 000 of meer inwoners; g. K65 de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder zijn; h. TK65 het totaal is van de gemeentelijke bijstandslasten 2001 voor personen van 65 jaar of ouder; i. TB65 het deel is van het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen, bestemd voor personen jonger dan 65 jaar.

Artikel 8

Objectief verdeelmodel en macrobudget.

  1. De objectief vastgestelde gemeentelijke bijstandskosten voor personen jonger dan 65 jaar worden vastgesteld aan de hand van het verdeelmodel dat is opgenomen in de bijlage bij dit besluit. 2. Het totale bedrag dat beschikbaar is voor de inkomensdelen van de gemeenten betreft: TB6440 000 + TB6440 000-60 000 + TB6460 000 + TB65.

Artikel 9

Toetsingscommissie.

De toetsingscommissie bestaat uit een voorzitter en twee leden. Onze Minister benoemt de voorzitter en de leden, alsmede twee plaatsvervangende leden, die tevens door hem kunnen worden geschorst en ontslagen.

Artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT