Wet van 26 mei 2011 tot wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen

Wet van 26 mei 2011 tot wijziging van enige onderwijswetten inzake samenwerkingsscholen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in een wettelijke regeling omtrent samenwerkingsscholen;dat in verband hiermee wijziging van enkele onderwijswetten noodzakelijk is;Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I WIJZIGING VAN DE WET OP HET PRIMAIR ONDERWIJS

De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1 wordt aan de begripsomschrijving van «bevoegd gezag van volgens deze wet bekostigde scholen» een onderdeel toegevoegd, luidende: c. een samenwerkingsschool: de stichting, bedoeld in artikel 17d;. BIn artikel 12, eerste lid, wordt na de tweede volzin een nieuwe volzin ingevoegd, luidende: In het schoolplan wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan het openbare karakter onderscheidenlijk de identiteit voor zover het betreft een samenwerkingsschool. CIn artikel 13, eerste lid, worden de volgende wijzigingen aangebracht:1. In onderdeel j wordt de punt vervangen door: , en. 2. Toegevoegd wordt een nieuw onderdeel k, luidende: k. de wijze waarop invulling wordt gegeven aan het openbare karakter onderscheidenlijk de identiteit voor zover het betreft een samenwerkingsschool. DIn artikel 17 worden de volgende wijzigingen aangebracht:1. In het vijfde lid komen de onderdelen d en e te luiden: d. de vaststelling van de begroting en jaarrekening na overleg met de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, e. de wijze waarop de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, toezicht op het bestuur van die school uitoefent,. 2. Het zesde lid komt te luiden: 6. De statuten van de stichting kunnen slechts worden gewijzigd na instemming van de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is. Instemming kan slechts worden onthouden indien overheersende invloed van de overheid in het bestuur niet is verzekerd voor zover het openbaar onderwijs betreft. 3. De eerste volzin van het zevende lid komt te luiden: Het bestuur brengt jaarlijks aan de gemeenteraad van de gemeente waarin de school waar openbaar onderwijs wordt gegeven, gevestigd is, verslag uit over de werkzaamheden, waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan de wezenskenmerken van het openbaar onderwijs. ENa artikel 17c wordt een nieuw artikel 17d opgenomen, luidende:

Artikel 17

d. Samenwerkingsschool.

  1. Een rechtspersoon die een openbare school in stand houdt, en een rechtspersoon die een bijzondere school in stand houdt, kunnen de instandhouding van hun school overdragen aan een stichting waarvan het statutaire doel in ieder geval is het in stand houden van een samenwerkingsschool, onverminderd de artikelen 17, derde lid, 47, derde lid, en 48, vijfde lid. Een samenwerkingsschool is een school waarin zowel openbaar onderwijs als bijzonder onderwijs wordt aangeboden. De artikelen 49 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing. 2. Een samenwerkingsschool kan uitsluitend tot stand komen indien daardoor de continuïteit van het openbaar of het bijzonder onderwijs gehandhaafd kan blijven en met totstandkoming van een samenwerkingsschool wordt voorkomen dat een of meer daarbij betrokken scholen door toepassing van de artikelen 151 tot en met 161 wordt opgeheven of niet meer voor bekostiging in aanmerking komt. Het bevoegd gezag van de betreffende school toont dat aan op basis van een prognose van de ontwikkeling van het aantal leerlingen waaruit blijkt dat die school binnen een termijn van zes jaar dreigt te worden opgeheven of niet meer te worden bekostigd. 3. Een samenwerkingsschool is toegankelijk voor alle leerlingen zonder onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging. 4. Het personeel dat werkzaam is aan de samenwerkingsschool, en niet is tewerkgesteld zonder benoeming, wordt benoemd krachtens arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. 5. De rechtspersoon die de instandhouding van de bijzondere school heeft overgedragen, of zijn rechtsopvolger, dan wel een daartoe aangewezen rechtspersoon houdt toezicht op de identiteit, voor zover het betreft het bijzonder onderwijs in de samenwerkingsschool, overeenkomstig hetgeen is bepaald in de statuten van de stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt. 6. De statuten voorzien in ieder geval in een regeling omtrent: a. het doel van de stichting, waarin in elk geval is opgenomen het geven van openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs binnen een samenwerkingsschool, b. de samenstelling, werkwijze en inrichting van het bestuur van de stichting, met dien verstande dat in de statuten wordt voorzien in een evenwichtige zeggenschapsverdeling wat betreft openbaar onderwijs onderscheidenlijk bijzonder onderwijs dat wordt gegeven binnen de samenwerkingsschool, c. de wijze van benoeming, herbenoeming, schorsing en ontslag van de bestuursleden, met dien verstande dat: 1° het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt, wordt benoemd door de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, en 2° dat het bestuur van de stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt, niet bestaat uit personen die deel uitmaken van het gemeentebestuur van de gemeente en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, d. de wijze waarop door de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, toezicht op het bestuur van de samenwerkingsschool wordt uitgeoefend, waaronder voor wat betreft het openbaar onderwijs in ieder geval wordt begrepen een jaarlijks door het bestuur van de stichting aan de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, uit te brengen verslag waarbij in ieder geval aandacht wordt geschonken aan het beleid ten aanzien van het openbaar onderwijs in de samenwerkingsschool, e. de termijn waarvoor de bestuursleden worden benoemd, f. de periode waarvoor de stichting in het leven wordt geroepen, met dien verstande dat deze periode ten minste 5 jaren bedraagt, en g. de bevoegdheid de stichting te ontbinden. 7. Overdracht, opheffing of fusie van de samenwerkingsschool en wijziging van de statuten van de stichting die de samenwerkingsschool in stand houdt, is slechts mogelijk na instemming van de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, en de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid. 8. De voorschriften van deze wet en van andere wetten die het primair onderwijs betreffen, alsmede de daarop gebaseerde regelingen, voor zover die voorschriften en regelingen betrekking hebben op een bijzondere school, zijn van overeenkomstige toepassing op een samenwerkingsschool als bedoeld in het eerste lid, tenzij het tegendeel blijkt. De Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing voor zover het beslissingen betreft van de rechtspersoon die de samenwerkingsschool in stand houdt. 9. In geval van ernstige taakverwaarlozing door het bestuur of functioneren in strijd met de wet, voor zover het openbaar onderwijs betreft, neemt de gemeenteraad van de gemeente waar de samenwerkingsschool gevestigd is, de maatregelen die hij nodig acht om de continuïteit van het onderwijsproces te waarborgen voor zover het openbaar onderwijs betreft. De bedoelde maatregelen kunnen tevens worden getroffen door de rechtspersoon, bedoeld in het vijfde lid, voor zover het bijzonder onderwijs betreft. De feitelijke samenwerking wordt beëindigd op 1 augustus van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT