Besluit van 26 januari 2004, houdende wijziging van het Besluit prestatienormering huursubsidie, het Besluit vangnetregeling huursubsidie en het Huursubsidiebesluit (afschaffen kleinschaligheid)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2004

43

Besluit van 26 januari 2004, houdende wijziging van het Besluit prestatienormering huursubsidie, het Besluit vangnetregeling huursubsidie en het Huursubsidiebesluit (afschaffen kleinschaligheid)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 20 oktober 2003, nr. MJZ2003103470, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op de artikelen 5, tweede lid, 11, tweede lid, 26f, zesde lid, en 46 van de Huursubsidiewet;

De Raad van State gehoord (advies van 11 december 2003, nr. W08.03.0442/V);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 14 januari 2004, nr. MJZ2004112460, Centrale Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit prestatienormering huursubsidie1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1

komt te luiden:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder wet: Huursubsidiewet.

B

Artikel 2

vervalt.

C

Artikel 4

vervalt.

Staatsblad 2004 43 1

ARTIKEL II

Het onderdeel, getiteld «Accountantsverklaring», van de bijlage bij het Besluit vangnetregeling huursubsidie2 wordt vervangen door:

Accountantsverklaring

Geadresseerde

De accountantsverklaring dient te zijn geadresseerd overeenkomstig de voor de opdracht geldende omstandigheden en nationale regelgeving. In het onderhavige geval burgemeester en wethouders van de gemeente.

Opdracht

Ingevolge uw opdracht hebben we overeenkomstig artikel 26f, derde lid, van de Huursubsidiewet de bijgevoegde door ons gewaarmerkte einddeclaratie Vangnetregeling Huursubsidie over het subsidiejaar ............... van de gemeente .......... gecontroleerd. Deze einddeclaratie is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring bij de einddeclaratie te verstrekken. Deze verklaring is bestemd voor het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.

Werkzaamheden

Onze controle is verricht overeenkomstig in Nederland algemeen aanvaarde richtlijnen met betrekking tot controle-opdrachten en met inachtneming van het accountantsprotocol dat door het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer aan de gemeenten is verstrekt. Volgens deze richtlijnen dient onze controle zodanig te worden gepland en uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de einddeclaratie geen onjuistheden van materieel belang bevat. Een controle omvat onder meer een onderzoek door middel van deelwaarnemingen van informatie ter onderbouwing van de bedragen in de einddeclaratie. Wij zijn van mening dat onze controle een deugdelijke grondslag vormt voor ons oordeel.

Oordeel

Wij zijn van oordeel dat: - de in de einddeclaratie opgenomen gegevens juist en volledig zijn weergegeven;

- de bepalingen van de Huursubsidiewet, het Besluit vangnetregeling huursubsidie alsmede de door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer vastgestelde nadere regelgeving zijn nageleefd.

(plaats, datum)

(naam accountant en ondertekening)

ARTIKEL III

Het Huursubsidiebesluit3 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3

komt te luiden:

Staatsblad 2004 43 2

Artikel 3
  1. Een woongebouw of een woning waarvan onzelfstandige woonruimte deel uitmaakt als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onder b, van de wet, kan op voet van artikel 11, tweede lid, van de wet, slechts door Onze Minister worden aangewezen indien: a. de desbetreffende woonruimten geschikt en bestemd zijn voor: 1°. begeleid wonen, of een daarmee vergelijkbare woonvorm, of 2°. groepswonen door ouderen, of een daarmee vergelijkbare woonvorm; b. de desbetreffende huurovereenkomst naar haar aard niet van korte duur is; c. de rekenhuur niet anders dan door middel van huursubsidie wordt gesubsidieerd, en d. de desbetreffende woonruimten zodanig zijn verdeeld dat elke huurder over minimaal één privé-vertrek beschikt. 2. Een woongebouw of een woning waarvan onzelfstandige woonruimte deel uitmaakt, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 1°, kan voorts slechts worden aangewezen indien: a. de desbetreffende woonruimten bestemd zijn voor huurders die zonder zorg of begeleiding niet zelfstandig kunnen wonen; b. het begeleid wonen of de daarmee vergelijkbare woonvorm gericht is op integratie en acceptatie van de bewoners in de nabije omgeving; c. de zorg of begeleiding plaatsvindt door een op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten toegelaten zorginstelling of een andere deskundige, erkende hulpverleningsinstantie; d. er een gescheiden huur- en zorgovereenkomst is, en e. de desbetreffende woonruimten niet bestemd zijn om uitsluitend te worden bewoond door minderjarige huurders. 3. Een woongebouw of een woning waarvan onzelfstandige woonruimte deel uitmaakt, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, kan voorts slechts worden aangewezen indien: a. alle huurders van de desbetreffende woonruimten zijn genoemd in één overeenkomst van huur en verhuur; b. in de desbetreffende woonruimten ten minste drie huishoudens zijn gehuisvest, en c. ten minste 80 procent van de huurders van de desbetreffende woonruimten op de peildatum 65 jaar of ouder is. 4. Onze Minister kan de aanwijzing intrekken indien niet langer wordt voldaan aan het eerste, tweede of derde lid.

B

Het opschrift van hoofdstuk 4 komt te luiden: HOOFDSTUK 4. VERKLARING VAN DE VOORZITTER VAN DE HUURCOMMISSIE

C

Artikel 4

eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  1. De aanhef komt te luiden: Onze Minister verzoekt aan de voorzitter van de huurcommissie van het ressort waarin de woning is gelegen een verklaring af te geven die betrekking heeft op een woning:.

  2. In onderdeel a vervalt: voor de eerste keer.

D

Artikel 5

vervalt.

Staatsblad 2004 43 3

E

Artikel 6

komt te luiden:

Artikel 6

De voorzitter van de huurcommissie vermeldt op de verklaring de hoogte van de huurprijs en of deze al dan niet redelijk is, beoordeeld naar de bij of krachtens de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte gestelde regels. Indien de voorzitter van de huurcommissie van oordeel is dat de huurprijs niet redelijk is, vermeldt hij tevens het puntenaantal van de woning op basis van het waarderingsstelsel, bedoeld in artikel 5 van het Besluit huurprijzen woonruimte.

F

Artikel 7

wordt als volgt gewijzigd:

  1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    1. In de aanhef vervalt: burgemeester en wethouders en.

    2. Onderdeel f komt te luiden: f. burgemeester en wethouders.

  2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

    1. De aanhef komt te luiden: Als de personen en de instanties, bedoeld in artikel 46 van de wet, die kosteloos gegevens en afschriften van stukken verstrekken aan burgemeester en wethouders worden aangewezen:. b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door «en» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: h. indicatieorganen als bedoeld in artikel 9a van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.

ARTIKEL...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT