Wet van 17 mei 2010 tot invoering van de regelgeving met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

346

Wet van 17 mei 2010 tot invoering van de regelgeving met betrekking tot de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat met de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba overeengekomen is dat zij als openbare lichamen een staatsrechtelijke positie krijgen binnen het Nederlandse staatsbestel en het in verband hiermee wenselijk is wettelijke regels te stellen over het in deze openbare lichamen toepasselijke recht, alsmede enkele andere voorzieningen te treffen van overgangsrechtelijke aard;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder a. tijdstip van transitie: het tijdstip waarop artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen in werking treedt; b. eilandgebieden: de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba, genoemd in artikel 1, onderdeel a, d en c, van de Staatsregeling van de Nederlandse Antillen, zoals die tot het tijdstip van transitie gold; c. openbare lichamen: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

HOOFDSTUK 2 HET TOEPASSELIJKE RECHT

Artikel 2
  1. In de openbare lichamen zijn de doorlopende teksten van de in de bijlage bij deze wet genoemde Nederlands-Antilliaanse regelingen, zoals deze bij besluit van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 15 september 2009 of 15 december 2009 zijn vastgesteld en

Staatsblad 2010 346 1

ter inzage zijn gelegd bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als wet, algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling van toepassing overeenkomstig de status die de bijlage vermeldt. De regelingen worden in hun aldus verkregen status aangehaald op de wijze die de bijlage vermeldt. 2. Andere wettelijke regelingen dan die, bedoeld in het eerste lid, zijn in de openbare lichamen alleen van toepassing voor zover: a. dit bij wettelijk voorschrift is bepaald; b. op andere wijze onmiskenbaar uit enig wettelijk voorschrift volgt dat die wettelijke voorschriften in de openbare lichamen van toepassing zijn. 3. Het tweede lid laat onverlet de toepasselijkheid in de openbare lichamen van wettelijke regelingen die buiten het Europese deel van Nederland werking kunnen hebben. 4. Voorzieningen van overgangsrechtelijke aard die zijn vastgesteld ten aanzien van de in de bijlage genoemde regelingen blijven van toepassing, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald.

Artikel 3
  1. De Algemene wet bestuursrecht, met uitzondering van hoofdstuk 9, is niet van toepassing op besluiten en handelingen van bestuursorganen die hun zetel hebben in het Europese deel van Nederland ter uitvoering van: a. een wettelijke regeling die uitsluitend in de openbare lichamen van toepassing is; b. een wettelijke regeling die zowel van toepassing is in het Europese deel van Nederland als in de openbare lichamen voor zover het besluit of de handeling gericht is tot een natuurlijk persoon of rechtspersoon die ingezetene is van onderscheidenlijk gevestigd is in de openbare lichamen. 2. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, is de Wet administratieve rechtspraak BES van toepassing voor zover sprake is van een beschikking in de zin van die wet. 3. Hoofdstuk 9 van de Algemene wet bestuursrecht is tevens van toepassing op gedragingen van in artikel 1a, eerste lid, onder d en e, van de Wet Nationale ombudsman bedoelde bestuurorganen met een zetel in de openbare lichamen. 4. Indien een beroepschrift tegen een beschikking op grond van een wettelijke regeling als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt ingediend bij een onbevoegde administratieve rechter, wordt het, nadat daarop de datum van ontvangst is aangetekend, zo spoedig mogelijk doorgezonden aan het bevoegde orgaan, onder gelijktijdige mededeling hiervan aan de afzender. Artikel 6:15, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

Indien in een wettelijk voorschrift dat niet ingevolge artikel 2, eerste of tweede lid, van toepassing is in de openbare lichamen, onderscheid wordt gemaakt tussen het land Nederland en de andere landen van het Koninkrijk, wordt, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald, onder «Nederland» verstaan het Europese deel van Nederland en worden de openbare lichamen gelijkgesteld met andere landen van het Koninkrijk.

HOOFDSTUK 3 VONNISSEN EN AKTEN

Artikel 5

Vonnissen, door de rechter in het Europese deel van Nederland of in de openbare lichamen gewezen, en bevelen door hem uitgevaardigd, alsmede grossen van authentieke akten, aldaar verleden, kunnen overal in

Staatsblad 2010 346 2

Nederland worden ten uitvoer gelegd, met inachtneming van de wettelijke bepalingen die van kracht zijn op de plaats waar de tenuitvoerlegging plaatsvindt.

HOOFDSTUK 4 ALGEMEEN OVERGANGSRECHT

Artikel 6
  1. Indien de bevoegdheid van een Nederlands-Antilliaans bestuursorgaan tot het nemen van beslissingen in verband met de overgang van de eilandgebieden naar de status van openbaar lichaam binnen het Nederlandse staatsbestel is overgegaan op een Nederlands bestuursorgaan, worden beslissingen die op grond van die bevoegdheid vóór het tijdstip van transitie zijn genomen, gelijkgesteld met beslissingen die zijn genomen door het vanaf het tijdstip van transitie bevoegde Nederlandse bestuursorgaan. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op besluiten, houdende vaststelling van een eilandsverordening of eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen. 3. Meldingen en kennisgevingen aan bestuursorganen, die vóór het tijdstip van transitie zijn gedaan ter voldoening aan een NederlandsAntilliaans wettelijk voorschrift, worden, voor zover zodanige melding of kennisgeving ook is vereist op grond van een ingevolge artikel 2, eerste lid, in de openbare lichamen geldend wettelijk voorschrift, gelijkgesteld met een melding of kennisgeving ter voldoening aan dat in de openbare lichamen geldende voorschrift 4. Indien tot het nemen van een beschikking vóór het tijdstip van transitie een Nederlands-Antilliaans bestuursorgaan bevoegd is en vanaf dat tijdstip een Nederlands bestuursorgaan, wordt a. een aanvraag die vóór dat tijdstip is ingediend, behandeld door het vanaf dat tijdstip bevoegde bestuursorgaan; b. de behandeling van een vóór dat tijdstip bij het bestuursorgaan van het eilandgebied onderscheidenlijk een ander bestuursorgaan van het land Nederlandse Antillen gemaakt bezwaar of ingesteld beroep, voortgezet door het vanaf dat tijdstip bevoegde bestuursorgaan. 5. Met ingang van het tijdstip van transitie zijn de ambtenaren en werklieden die tot dat tijdstip in dienst waren van de onderscheiden eilandgebieden van rechtswege aangesteld als ambtenaar onderscheidenlijk werkman in dienst van de onderscheiden openbare lichamen met een rechtspositie die gelijkwaardig is aan die welke voor elk van hen gold bij het eilandgebied.

Artikel 7

Onverminderd de artikelen 215 en 216 van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, worden eilandsverordeningen en eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen, die door de eilandsraad, onderscheidenlijk het bestuurscollege van een eilandgebied zijn vastgesteld ten behoeve van een openbaar lichaam, met ingang van het tijdstip van transitie aangemerkt als door de eilandsraad onderscheidenlijk het bestuurscollege van het desbetreffende openbaar lichaam vastgestelde eilandsverordeningen onderscheidenlijk eilandsbesluiten, houdende algemene maatregelen.

Staatsblad 2010 346 3

Artikel 8
  1. Indien een strafbaar feit vóór het tijdstip van transitie is begaan, worden de strafbepalingen toegepast die gelden op het tijdstip van transitie, tenzij de strafbepalingen die golden op het tijdstip waarop het feit is begaan, voor de verdachte gunstiger zijn. 2. Bepalingen over strafverzwaring, ingeval van herhaling van strafbare feiten, worden toegepast ook indien de vroegere veroordeling wegens een soortgelijk feit of de vrijwillige betaling van de geldboete vóór het tijdstip van transitie heeft plaatsgevonden.

Artikel 9
  1. Indien voor het tijdstip van transitie in een strafzaak een dagvaarding in eerste aanleg is uitgebracht, wordt het strafprocesrecht toegepast dat gold op het tijdstip van het uitbrengen van die dagvaarding. 2. Indien voor het tijdstip van transitie strafrechtelijk onderzoek heeft plaatsgevonden en vóór het tijdstip van transitie geen dagvaarding in eerste aanleg is uitgebracht, wordt dit onderzoek geacht te hebben plaatsgevonden op basis van het strafprocesrecht dat geldt op het tijdstip van transitie.

Artikel 10

Op vragen van overgangsrecht waartoe, als gevolg van invoering van deze wet en de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, de aanpassing van wetgeving van NederlandsAntilliaanse oorsprong op het terrein van het privaatrecht aanleiding geeft, zijn de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek BES, tweede gedeelte, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11
  1. Ten aanzien van rechten en verplichtingen naar burgerlijk recht van de eilandgebieden treden de openbare lichamen op het tijdstip van transitie voor de eilandgebieden in de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT