Rijkswet nationaliteit zeeschepen

Rijkswet van 8 juni 2022, houdende regels omtrent de verkrijging en het verlies van de nationaliteit van zeeschepen (Rijkswet nationaliteit zeeschepen)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met inachtneming van de artikelen 91, 92, eerste lid, en 94 van het op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83) nieuwe regels te stellen omtrent verlening van de nationaliteit van het Koninkrijk aan een zeeschip en het recht de nationaliteitsvlag te voeren; Zo is het, dat Wij, de afdeling Advisering van de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES EN REIKWIJDTE Artículos 1 y 2
Artikel 1

– Begripsbepalingen.

In deze rijkswet wordt verstaan onder:eigenaar:

eigenaar van een zeeschip in niet-bedrijfsmatig gebruik;IMO-nummer:

uniek scheepsidentificatienummer, bedoeld in voorschrift XI-1/3 van het SOLAS-verdrag;Koninkrijk:

Koninkrijk der Nederlanden;land:

Nederland, Aruba, Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten;Onze Minister wie het aangaat:

Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, onderscheidenlijk de minister van Aruba, Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten, belast met de registratie van en het verlenen van de nationaliteit van het Koninkrijk aan zeeschepen; reder:

eigenaar van een zeeschip in bedrijfsmatig gebruik;rompbevrachting:

overeenkomst waarbij de ene partij, de rompvervrachter, zich verbindt een zeeschip zonder bemanning ter beschikking te stellen van haar wederpartij, de rompbevrachter, zonder daarover nog enige zeggenschap te houden, en de exploitatie van het zeeschip in handen ligt van de rompbevrachter en voor diens rekening geschiedt; SOLAS-verdrag:

het op 1 november 1974 te Londen tot stand gekomen Verdrag voor de beveiliging van mensenlevens op zee (Trb. 1976, 157) en de bij dat verdrag behorende bindende protocollen, aanhangsels en bijlagen; te boek staan:

ingeschreven zijn van een zeeschip, met inbegrip van daarop rustende zakelijke rechten, in een openbaar register voor registergoederen, dan wel in een daarmee vergelijkbaar register; vlagregister:

publiekrechtelijk register van zeeschepen;zeeschip:

elke zaak, geen luchtvaartuig zijnde, die blijkens zijn constructie bestemd is om in zee te drijven en in zee drijft of heeft gedreven; zeeschip in bedrijfsmatig gebruik:

zeeschip dat uitsluitend gebruikt wordt voor de uitoefening van een beroep of bedrijf.

Artikel 2

– Toepassingsbereik.

Deze rijkswet is niet van toepassing op:a. oorlogsschepen, marinehulpschepen en andere schepen die in gebruik zijn voor de uitvoering van de militaire taak; b. zeeschepen die uitsluitend voor de uitoefening van de openbare macht of voor de niet-commerciële overheidsdienst zijn bestemd; c. zeevissersschepen die krachtens internationale of regionale verdragen of besluiten van volkenrechtelijke organisaties zijn ingeschreven in een nationaliteitsregister voor zeevissersschepen, en d. reddingsvaartuigen.

HOOFDSTUK 2 NATIONALITEIT VAN ZEESCHEPEN Artículos 3 a 36

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 3

– Vlagregister.

  1. In elk van de landen kan door Onze Minister wie het aangaat een vlagregister worden gehouden en beheerd. Het vlagregister is openbaar. 2. Door inschrijving in het vlagregister van een land verkrijgt het zeeschip de nationaliteit van het Koninkrijk. 3. Een zeeschip staat niet in meer dan een vlagregister ingeschreven. 4. Door doorhaling van de inschrijving in het vlagregister van een land verliest het zeeschip de nationaliteit van het Koninkrijk.

Artikel 4

– Gegevens vlagregister.

  1. Het vlagregister bevat ten minste de volgende gegevens: a. de naam en het adres van de reder, en in geval van vertegenwoordiging de vertegenwoordiger, bedoeld in artikel 8, de rompbevrachter of de eigenaar; b. de naam, de thuishaven in het land en, indien van toepassing, het IMO-nummer van het zeeschip; c. de bruto- en nettotonnage van het zeeschip, vermeld in de meetbrief betreffende het zeeschip; d. de beschrijving van het zeeschip, waaronder in ieder geval: 1°. het type en de inrichting van het zeeschip, 2°. het materiaal waarvan de romp is gemaakt, 3°. de overige speciale kenmerken van het zeeschip, 4°. het brandmerk, 5°. de naam en de vestigingsplaats van de werf waar het zeeschip is gebouwd, 6°. het bouwjaar en, indien bekend, het bouwnummer, 7°. het aantal motoren waaruit de voortstuwingsinstallatie bestaat, en 8°. het type, het vermogen, de fabrikant en het fabrieksnummer van elke motor; e. alsmede, in geval van rompbevrachting: 1°. de dagtekening en de duur van de rompbevrachtingsovereenkomst, 2°. de naam van de reder alsmede de naam waaronder het zeeschip buiten het land te boek staat, 3°. de naam en het adres van de beheerder van het register, waar het zeeschip buiten het land te boek staat, met vermelding van de datum en het nummer van de teboekstelling. 2. Onze Minister wie het aangaat houdt ten aanzien van elk zeeschip dat in het vlagregister ingeschreven staat of heeft gestaan, de aan de inschrijving of de uitschrijving, alsmede de daaraan en aan andere in het vlagregister aangebrachte wijzigingen ten grondslag liggende gegevens, bescheiden, verklaringen, afschriften, uittreksels en andere bij het vlagregister berustende informatie, in blijvende bewaring. 3. Onze Minister wie het aangaat kan nadere regels stellen omtrent de inrichting van het vlagregister en de beveiliging van de in het vlagregister opgenomen persoonsgegevens.

Artikel 5

– Nationaliteit van het Koninkrijk en vlagvoering.

  1. Gedurende de tijd dat het zeeschip de nationaliteit van het Koninkrijk heeft: a. doet de reder, de rompbevrachter of de eigenaar op dit zeeschip de vlag van het Koninkrijk voeren en ziet hij erop toe dat daarop geen vlag van een andere staat wordt gevoerd; b. is de reder of de rompbevrachter verantwoordelijk voor het handelen en nalaten ten aanzien van het zeeschip, opvarenden en lading, ook voor zover die verantwoordelijkheid in zijn opdracht door derden wordt uitgevoerd; c. is de eigenaar verantwoordelijk voor het handelen en nalaten van het zeeschip en opvarenden; d. draagt de reder, de rompbevrachter of eigenaar er zorg voor dat de naam en het internationaal vastgestelde kenmerk van het zeeschip en de thuishaven, gelegen in het land waar inschrijving in het vlagregister plaatsvindt, in duidelijk leesbare letters op het zeeschip vermeld staan. 2. Elk van de landen kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur, onderscheidenlijk landsbesluit houdende algemene maatregelen, nadere regels stellen met betrekking tot het eerste lid, onder d.

§ 2. Inschrijving van zeeschepen in het vlagregister

Artikel 6

– Aanvraag registratie zeeschepen.

  1. Op aanvraag door of namens de reder kan inschrijving van een zeeschip in eigendom en in bedrijfsmatig gebruik in het vlagregister slechts plaatsvinden, indien de reder aantoont dat hij, onderscheidenlijk zijn zeeschip, voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 7 of 8. 2. Op aanvraag door of namens de rompbevrachter kan inschrijving van een zeeschip in rompbevrachting en in bedrijfsmatig gebruik in het vlagregister slechts plaatsvinden, indien de rompbevrachter aantoont dat hij, onderscheidenlijk zijn zeeschip, voldoet aan de eisen, bedoeld in artikel 9, eerste lid. 3. Op aanvraag door of namens de eigenaar kan inschrijving van een zeeschip in niet-bedrijfsmatig gebruik in het vlagregister plaatsvinden, indien de eigenaar schriftelijk aantoont dat hij, onderscheidenlijk zijn zeeschip voldoet aan de vereisten, bedoeld in artikel 10. 4. Onze Minister wie het aangaat kan regels stellen over de bij de in het eerste, tweede of derde lid, bedoelde aanvraag te overleggen gegevens en documenten, met inbegrip van notariële verklaringen en door een beëdigd vertaler opgestelde vertalingen in de Nederlandse of Engelse taal. 5. De kosten die samenhangen met het in behandeling nemen van de aanvraag, van de registratie en van de overige documenten die bij of krachtens deze rijkswet worden afgegeven, alsmede van duplicaten en gewaarmerkte afschriften van deze documenten, komen ten laste van de aanvrager. 6. De bedragen ter vergoeding van de kosten worden in Nederland bij ministeriële regeling en in Aruba, Curaçao, onderscheidenlijk Sint Maarten bij landsbesluit houdende algemene maatregelen, vastgesteld.

Artikel 7

– Voorwaarden voor registratie van zeeschepen door een reder.

Onverminderd artikel 8 zijn de eisen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, de volgende:a. Het zeeschip is in bedrijfsmatig gebruik en staat te boek in het land waar inschrijving in het vlagregister wordt aangevraagd. b. Het zeeschip staat niet tegelijkertijd te boek in meer dan een land of staat. c. De reder heeft in het land waar het zeeschip is te boek gesteld een vestiging overeenkomstig de toepasselijke landswetgeving en voorziet bij voortduring in een of meer natuurlijke personen die verantwoordelijk zijn voor het zeeschip, de kapitein en de overige leden van de bemanning en opvarenden, alsmede voor de daarmee verband houdende aangelegenheden. d. De natuurlijke persoon of personen, bedoeld in onderdeel c, of, bij verhindering, een plaatsvervanger of plaatsvervangers: 1°. houden kantoor in een vestiging van de reder in het betrokken land, 2°. zijn alleen of tezamen beslissingsbevoegd, 3°. zijn vertegenwoordigingsbevoegd, 4°. zijn bij voortduring bereikbaar, en 5°. beschikken over bevoegdheden om onverwijld te kunnen handelen in situaties waarin dat geboden is. e. Indien het zeeschip eigendom is van een natuurlijke...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT