Wet van 6 juni 2011 tot aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering uit het fonds en verruiming van de gevallen waarin men aanspraak kan maken op een dergelijke uitkering, aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en enkele andere aanpassingen

Wet van 6 juni 2011 tot aanpassing van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven in verband met uitbreiding van de categorieën van personen die recht hebben op een uitkering uit het fonds en verruiming van de gevallen waarin men aanspraak kan maken op een dergelijke uitkering, aanpassing aan de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen en enkele andere aanpassingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de categorieën van personen die aanspraak kunnen maken op een uitkering uit het schadefonds geweldsmisdrijven uit te breiden, de gevallen waarin men aanspraak kan maken op een dergelijke uitkering te verruimen, de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen van toepassing te verklaren op de Commissie die met het beheer van schadefonds is belast en de Wet schadefonds geweldsmisdrijven en enkele andere wetten op nog enkele andere punten aan te passen; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet schadefonds geweldsmisdrijven wordt als volgt gewijzigd: A In artikel 1 wordt «verzoek om» vervangen door: aanvraag voor. B In artikel 2, derde lid, wordt «’s-Gravenhage» vervangen door: Rijswijk. C Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd: 1. In het eerste lid, onder b, wordt «degene die hun woonplaats hebben op het grondgebied van één van de Lidstaten van de Europese Gemeenschappen» vervangen door «een ieder» en wordt «hebben bekomen» vervangen door: heeft bekomen. 2. Aan het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: d. aan anderen dan de onder c bedoelde personen, die de kosten van lijkbezorging hebben voldaan van een onder a of b bedoeld persoon, indien deze ten gevolge van het misdrijf is overleden. 3. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd: a. onderdeel a komt als volgt te luiden: a. de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en de geregistreerde partner van de overledene; b. in onderdeel c vervalt de zinsnede «en zij redelijkerwijs niet voldoende in hun levensonderhoud kunnen voorzien». c. in onderdeel d vervalt de zinsnede «, voor zover hij schade lijdt doordat na het overlijden op andere wijze in de gang van deze...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT