Besluit van 5 juli 2012, houdende wijziging van algemene maatregelen van bestuur op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag, 2006

Besluit van 5 juli 2012, houdende wijziging van algemene maatregelen van bestuur op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag, 2006

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 30 maart 2012, nr. IENM/BSK-2012/45397, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Gelet op het op 23 februari 2006 te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93), het op 7 juli 1978 te Londen tot stand gekomen Internationaal Verdrag betreffende de normen voor zeevarenden inzake opleiding, diplomering en wachtdienst, 1978 (Trb. 1981, 144), richtlijn nr. 2009/13/EG van de Raad van de Europese Unie van 16 februari 2009 tot tenuitvoerlegging van de overeenkomst tussen de Associatie van reders van de Europese Gemeenschap (ECSA) en de Europese Federatie van vervoerswerknemers (ETF) inzake het verdrag betreffende maritieme arbeid van 2006 en tot wijziging van richtlijn 1999/63/EG (PbEU L 124), de artikelen 19, eerste lid, 25b, eerste lid, 34, eerste lid, 36, 44, eerste lid, 48a, vierde lid, en 64 van de Wet zeevarenden, de artikelen 4:3, tweede lid, en 5:12, eerste en tweede lid, van de Arbeidstijdenwet, de artikelen 5, eerste lid, 19, eerste lid, onder a, en 24, eerste lid, onder e, en vierde lid, van de Loodsenwet, artikel 407, zesde lid, van het Wetboek van Koophandel en artikel XII van de wet van 6 juli 2011 (Stb. 394), houdende implementatie van het op 23 februari 2006 te Genève tot stand gekomen Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 (Trb. 2007, 93); De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 25 april 2012, nr. W14.12.0108/IV); Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 2 juli 2012, nr. IENM/BSK-2012/82155, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, uitgebracht mede namens Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

BESLUIT ZEEVAARTBEMANNING HANDELSVAART EN ZEILVAART.

Het Besluit zeevaartbemanning handelsvaart en zeilvaart wordt als volgt gewijzigd:AIn artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt «de Zeevaartbemanningswet» vervangen door: de Wet zeevarenden. BArtikel 92 komt te luiden:

Artikel 92

Voor de afgifte van het diploma als scheepskok heeft de aanvrager:a. met goed gevolg een door Onze Minister goedgekeurde of erkende opleiding afgerond die ten minste de volgende aspecten bevat: 1°. praktische kookvaardigheden; 2°. voeding en persoonlijke hygiëne; 3°. opslag van levensmiddelen; 4°. voorraadcontrole; 5°. milieubescherming; 6°. gezondheid en veiligheid met betrekking tot maaltijdverzorging, en b. een diensttijd behaald van ten minste een maand in de kombuis van een zeeschip. CArtikel 93, tweede lid, onderdeel d komt te luiden:d. de naam en roepletters van het schip alsmede voor een passagiersschip van 100 GT of meer of een schip, niet zijnde een passagiersschip, van 300 GT of meer, het IMO-nummer. DArtikel 94 wordt als volgt gewijzigd:1. In het derde lid wordt «de monsterrol» vervangen door: een exemplaar van de monsterrol. 2. Het vijfde lid komt te luiden: 5. Een exemplaar van de monsterrol wordt door de kapitein aan boord bewaard en een exemplaar van de monsterrol wordt ten kantore van de scheepsbeheerder in Nederland bewaard en ter beschikking gehouden ten behoeve van het houden van toezicht door de ambtenaren, belast met het toezicht op de naleving. EIn de artikelen 97, tweede lid, onderdeel a, en 101, eerste lid, onderdeel c, wordt «zeewerkgever» vervangen door: werkgever. FArtikel 104 komt te luiden:

Artikel 104

Bij ministeriële regeling wordt het model van de geneeskundige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart vastgesteld. GArtikel 105, eerste lid, komt te luiden:1. Ten behoeve van de afgifte van een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 40, eerste of tweede lid, van de wet, wordt het bemanningslid aan een medisch onderzoek onderworpen door een door Onze Minister daartoe als keuringsarts aangewezen onderscheidenlijk een door Onze Minister daartoe als keuringsarts erkend geneeskundige. HArtikel 106 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt te luiden: 1. Bij regeling van Onze Minister worden de medische eisen vastgesteld waaraan een keurling moet voldoen om in aanmerking te komen voor een geneeskundige verklaring als bedoeld in artikel 40, eerste dan wel tweede lid, van de wet. 2. In het derde lid wordt «artikel 44, tweede lid» vervangen door: artikel 44, derde lid. IArtikel 107 komt te luiden:

Artikel 107
  1. Een geneeskundige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart als bedoeld in artikel 40 van de wet wordt afgegeven met een geldigheidsduur van ten hoogste twee jaar dan wel een jaar indien het een verklaring met betrekking tot een persoon onder de leeftijd van achttien jaar betreft. 2. Op medische gronden kan de keuringsarts een geneeskundige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart als bedoeld in artikel 40 van de wet afgeven voor een kortere duur dan die, genoemd in het eerste lid. 3. De keuringsarts kan voorts een geneeskundige verklaring van geschiktheid voor de zeevaart als bedoeld in artikel 40 van de wet afgeven voor een beperkt vaargebied. JArtikel 110 wordt als volgt gewijzigd:1. De eerste volzin van het eerste lid komt te luiden: Een geneeskundige kan Onze Minister verzoeken hem aan te wijzen als keuringsarts of, met betrekking tot medische keuringen als bedoeld in artikel 40, tweede lid, van de wet, te erkennen als keuringsarts. 2. In het derde, vierde en vijfde lid wordt telkens na «aanwijzing» ingevoegd: of erkenning. 3. In het vierde lid wordt na «aangewezen» ingevoegd: of erkende. 4. In het zesde lid wordt «aangewezen geneeskundige» vervangen door: aangewezen of erkende geneeskundige. 5. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 7. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de aanwijzing en de erkenning van geneeskundigen als keurend arts voor de scheepvaart. KIn artikel 111, aanhef, wordt na «aanwijzing» ingevoegd: of erkenning.LArtikel 113 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «met een of meer krachtens dit besluit afgegeven geneeskundige verklaringen» vervangen door: met een krachtens dit besluit afgegeven geneeskundige verklaring. 2. In het derde lid wordt «artikel 104 van dit besluit» vervangen door: artikel 40 van de wet. MArtikel 116 wordt als volgt gewijzigd:1. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd: a. De aanhef komt te luiden: Elke andere zeevarende dan een bemanningslid als bedoeld in het eerste lid volgt, alvorens zijn taak aan boord te beginnen, een training voor persoonlijke veiligheid aan boord, teneinde:. b. De punt aan het slot van onderdeel f wordt vervangen door: , en. c. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende: g. te kunnen vaststellen waar de verzamelplaatsen bij het sein «schip verlaten», de plaatsen van inscheping in de reddingsloepen en de ontsnappingsroutes bij noodgevallen zich bevinden. 2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Elk bemanningslid als bedoeld in het eerste lid, krijgt alvorens zijn taak aan boord te beginnen, voldoende informatie en instructie met betrekking tot de in het derde lid, onderdelen c, f en g genoemde onderwerpen. NArtikel 120 wordt als volgt gewijzigd:1. In het derde lid wordt na «1946,» ingevoegd: of van het Maritiem Arbeidsverdrag. 2. Het vierde lid komt te luiden: 4. Onze Minister kan op een daartoe strekkend verzoek van de scheepsbeheerder in bijzondere omstandigheden ontheffing verlenen van de in het eerste lid bedoelde verplichting tot het gediplomeerd zijn van de scheepskok, indien de persoon ten aanzien van wie de ontheffing wordt verzocht een opleiding heeft genoten of instructies heeft gekregen op het gebied van voeding, persoonlijke hygiëne en de behandeling en opslag van levensmiddelen aan boord van schepen. De ontheffing geldt voor een specifiek tijdvak van ten hoogste een maand of tot aan het afmeren in de volgende aanloophaven. ONa artikel 120 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 120

a.

Aan boord van een schip waarvan de voorgeschreven bemanning uit minder dan tien personen bestaat, heeft eenieder die in de kombuis levensmiddelen verwerkt een opleiding genoten of instructie gekregen op het gebied van voeding, persoonlijke hygiëne en de behandeling en opslag van levensmiddelen aan boord van schepen. PArtikel 125 komt te luiden:

Artikel 125

De geneeskundige verklaringen van geschiktheid voor de zeevaart die zijn afgegeven voor het tijdstip waarop artikel I voor wat betreft de onderdelen F tot en met L en P van het besluit van 5 juli 2012 houdende wijziging van algemene maatregelen van bestuur op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van het Maritiem Arbeidsverdrag, 2006 in werking treedt, behouden hun geldigheid overeenkomstig de daarop aangegeven einddatum. QArtikel 126 komt te luiden:

Artikel 126

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit zeevarenden handelsvaart en zeilvaart.RDe artikelen 127 tot en met 132 en artikel 130 vervallen.

ARTIKEL II

ARBEIDSTIJDENBESLUIT VERVOER.

Het Arbeidstijdenbesluit vervoer wordt als volgt gewijzigd:ADe onderdelen c en d van artikel 5.1:1 komen te luiden:c. rusttijd:

hetgeen daaronder wordt verstaan in artikel 3.11 van het Reglement betreffende het scheepvaartpersoneel op de Rijn; d. exploitatiewijze A1...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT