Spoedwet aanpak stikstof
Wet van 18 december 2019, houdende regels voor de aanpak van de stikstofproblematiek in relatie tot natuur (Spoedwet aanpak stikstof)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is regels te stellen om een gecoördineerde en versnelde aanpak van de stikstofproblematiek mogelijk te maken, in het belang van de bescherming van Natura 2000-gebieden en in het belang van andere maatschappelijk relevante opgaven; Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
(WIJZIGING WET NATUURBESCHERMING).
De Wet natuurbescherming wordt als volgt gewijzigd:AArtikel 1.13, derde lid, wordt als volgt gewijzigd:1. In de aanhef vervalt «of andere handelingen». 2. In de tekst na de eerste gedachtestreep vervalt «of andere handelingen». 3. De tekst na de vierde gedachtestreep wordt als volgt gewijzigd: a. «of de andere handeling» vervalt. b. «, onderscheidenlijk is verricht» vervalt. BIn het opschrift van paragraaf 2.3 wordt «plannen, projecten en andere handelingen» vervangen door «plannen en projecten». CArtikel 2.7 wordt als volgt gewijzigd:1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het is verboden zonder vergunning van gedeputeerde staten een project te realiseren dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied. 2. Het derde lid komt te luiden: 3. Gedeputeerde staten verlenen een vergunning als bedoeld in het tweede lid uitsluitend indien is voldaan aan artikel 2.8. 3. In het vierde lid vervalt «en andere handelingen». DArtikel 2.8 wordt als volgt gewijzigd:1. In het eerste lid wordt «artikel 2.7, derde lid, onderdeel a» vervangen door «artikel 2.7, derde lid». 2. Het negende lid vervalt. EArtikel 2.9 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd: a. De aanhef wordt als volgt gewijzigd: 1°. «en andere handelingen» vervalt. 2°. «, onderscheidenlijk verricht» vervalt. b. Onderdeel a wordt als volgt gewijzigd: 1°. «als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, onderdeel a,» vervalt. 2°. «onderscheidenlijk rekening is gehouden met de mogelijke gevolgen van andere handelingen als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, onderdeel b voor het Natura 2000-gebied,» vervalt. c. Onderdeel b wordt als volgt gewijzigd: 1°. «onderscheidenlijk een dergelijke handeling,» vervalt. 2°. «, onderscheidenlijk de andere handeling» vervalt. 2. Onder vernummering van het zevende en achtste lid tot vierde en vijfde lid, worden het tweede tot en met zesde lid vervangen door de volgende leden: 2. Het verbod, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, is niet van toepassing op projecten, behorende tot door provinciale staten bij verordening of, indien dat in het algemeen belang geboden is, bij ministeriële regeling aangewezen categorieën van projecten, indien ten aanzien van het project is voldaan aan bij of krachtens die verordening of bij ministeriële regeling gestelde regels. Deze regels kunnen in elk geval betrekking hebben op: a. een drempelwaarde die door het project niet mag worden overschreden; b. de wijze waarop een project wordt gerealiseerd; c. de ligging van de locatie waar een project wordt gerealiseerd ten opzichte van een Natura 2000-gebied, een natuurlijke habitat of een habitat van een soort in dat gebied; d. de te verrichten onderzoeken naar de gevolgen van de realisatie van een projecthandeling voor de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied; e. de voorafgaand aan of tijdens de realisatie van een project te treffen maatregelen om te voorkomen dat de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied worden aangetast; en f. de melding van het voornemen een project te realiseren aan een bij of krachtens de verordening of ministeriële regeling aangewezen bestuursorgaan, de termijn waarbinnen en de wijze waarop de melding wordt gedaan, en de daarbij te overleggen gegevens. 3. Op grond van het tweede lid kunnen uitsluitend categorieën van projecten als bedoeld in artikel 2.7, derde lid, worden aangewezen: a. ten aanzien waarvan op voorhand op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat zij afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significant negatieve gevolgen voor de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied kunnen hebben; b. ten aanzien waarvan een passende beoordeling is gemaakt waaruit zekerheid is verkregen dat de projecten de natuurlijke kenmerken van een Natura 2000-gebied niet zullen aantasten; of c. waarvoor de afwijking van artikel 2.7, tweede lid, met inachtneming van artikel 2.8, vijfde lid, kan worden gerechtvaardigd op grond van dwingende redenen van groot openbaar belang, het ontbreken van alternatieve oplossingen en het treffen van compenserende maatregelen die waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. 3. In het vierde lid (nieuw) wordt «andere handelingen» vervangen door «andere handelingen dan projecten als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid,». 4. Het vijfde lid (nieuw) komt te luiden: 5. Een ministeriële regeling als bedoeld in het tweede lid wordt niet eerder vastgesteld dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd. FIn artikel 4.4, eerste lid, onderdeel b, wordt «artikel 2.9, derde lid» vervangen door «artikel 2.9, tweede lid». GIn artikel 5.2 vervalt onderdeel a en worden de onderdelen b tot en met d verletterd tot a tot en met c. HArtikel 5.5 wordt als volgt gewijzigd:1. Het eerste lid komt als volgt te luiden: 1. Bij provinciale verordening of, indien dat in het algemeen belang geboden is, bij ministeriële regeling kan worden bepaald dat, in voorkomend geval onder bij die verordening of regeling bepaalde voorwaarden en beperkingen, gedeputeerde staten bij een besluit over verlening van een vergunning als bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, en gedeputeerde staten, onderscheidenlijk provinciale staten bij de toepassing van artikel 2.4, eerste, onderscheidenlijk derde lid, niet de belasting van natuurwaarden van het desbetreffende Natura 2000-gebied betrekken door de bij die verordening of regeling bepaalde factor, indien het project: a. behoort tot een op grond van artikel 2.9, tweede lid, bij de verordening of regeling aangewezen categorie van projecten; en b. een belasting van natuurwaarden...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT