Wet van 2 april 2009, houdende wijziging van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2009

189

Wet van 2 april 2009, houdende wijziging van de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet in verband met de vereenvoudiging van de onderzoekslast (Wet versnelling besluitvorming wegprojecten)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Spoedwet wegverbreding en de Tracéwet nadere regels te stellen voor de besluitvorming ten behoeve van wegprojecten teneinde spoedige besluitvorming mogelijk te maken voor projecten waarbij vertraging is ontstaan;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Spoedwet wegverbreding wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3

komt te luiden:

Artikel 3

(verhouding tot Tracéwet en Wet milieubeheer).

  1. Ten aanzien van de in de bijlage genoemde wegaanpassingsprojecten is de Tracéwet niet van toepassing. 2. Indien op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport wordt opgesteld ten aanzien van een in de bijlage genoemd wegaanpassingsproject: a. kan in dat milieueffectrapport, in afwijking van artikel 7.10, eerste lid, onder b, onderdeel 2, van die wet, volstaan worden met een beschrijving van de voorgenomen activiteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd; b. zijn de artikelen 7.10, derde lid, 7.12, eerste tot en met derde lid, vierde lid, eerste volzin, vijfde en zesde lid, 7.13 tot en met 7.16, 7.20, eerste lid, 7.26 en 7.39 tot en met 7.43 van die wet niet van toepassing.

Staatsblad 2009 189 1

Aa

Na artikel 3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 3

a (verhouding tot prijsbeleid).

  1. Het bepaalde in het tweede en derde lid is van toepassing op wegaanpassingsprojecten opgenomen in de bij deze wet behorende bijlage 2. 2. Bij de toepassing van de artikelen 6, vijfde lid, en 9, eerste lid, worden voornemens tot invoering van een prijs voor het rijden met een motor-rijtuig op de weg buiten beschouwing gelaten. 3. Indien op grond van artikel 7.2 van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport wordt opgesteld ten aanzien van een in de bijlage genoemd wegaanpassingsproject, worden voornemens tot invoering van een prijs voor het rijden met een motorrijtuig op de weg buiten beschouwing gelaten zowel bij de beschrijving van de voorgenomen activiteit en van de wijze waarop zij zal worden uitgevoerd, bedoeld in artikel 3, tweede lid, onder a, als bij de beschrijving van de bestaande toestand van het milieu en van de te verwachten ontwikkeling van dat milieu, bedoeld in artikel 7.10, eerste lid, onderdeel d, van die wet.

B

Artikel 4

wordt als volgt gewijzigd:

  1. In het derde lid wordt de zinsnede «een of meer overzichtskaarten met een schaal van 1:20 000» gewijzigd in: een of meer overzichtskaarten met een schaal van ten minste 1:20 000.

  2. Na het derde lid worden drie leden toegevoegd, luidende: 4. Bij de vaststelling van het wegaanpassingsbesluit wordt, onverminderd de bevoegdheid tot herstel van gebreken, gebruik gemaakt van: a. de verkeersgegevens en de daarop gebaseerde onderzoeken, b. de krachtens artikel 5.20, eerste lid, van de Wet milieubeheer bekendgemaakte gegevens en de daarop gebaseerde onderzoeken, en c. de inventarisatie van de aanwezige flora en fauna en van de gevolgen van de wegaanpassing daarop en de daarop gebaseerde onderzoeken, die ten grondslag hebben gelegen aan het ontwerp-wegaanpassingsbesluit, met dien verstande dat indien de rapporten waarin die gegevens, onderzoeken en inventarisaties en gevolgen zijn vervat, bij de vaststelling van het wegaanpassingsbesluit ouder zijn dan twee jaar, het wegaanpassingsbesluit een motivering van de actualiteit van die rapporten bevat. 5. Het luchtkwaliteitsonderzoek ten behoeve van een wegaanpassingsbesluit wordt beperkt tot het gebied dat zich uitstrekt van de voorafgaande tot en met de eerstvolgende aansluiting op de aan te passen weg en ter weerszijden van dit wegvak tot één kilometer vanuit de meest buiten gelegen rijstroken. Onder aansluiting wordt tevens knooppunt verstaan. 6. Onze Minister en Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer kunnen nadere regels stellen ten aanzien van de methoden en uitgangspunten voor de beoordeling van effecten van een wegaanpassingsproject.

C

Na artikel 4 wordt een nieuw artikel toegevoegd, luidende:

Staatsblad 2009 189 2

Artikel 4

a (specifieke bepalingen met betrekking tot luchtkwaliteit).

  1. Artikel 5.16, eerste lid, aanhef, van de Wet milieubeheer is ook van toepassing indien het wegaanpassingsbesluit is genoemd of beschreven in, dan wel past binnen of in elk geval niet in strijd is met een overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegd ontwerp van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT