Beschikking van de Minister van Justitie van 27 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van Wetboek van Strafrecht BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

528

Beschikking van de Minister van Justitie van 27 september 2010 tot plaatsing in het Staatsblad van de tekst van Wetboek van Strafrecht BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

Besluit:

de tekst van Wetboek van Strafrecht BES, zoals gewijzigd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de Aanpassingsregeling BES-wetten in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

's-Gravenhage, 27 september 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de eerste oktober 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

STB13457

ISSN 0920 - 2064 's-Gravenhage 2010 Staatsblad 2010 528 1

TEKST VAN HET WETBOEK VAN STRAFRECHT BES, ZOALS GEWIJZIGD BIJ DE AANPASSINGSWET OPENBARE LICHAMEN BONAIRE, SINT EUSTATIUS EN SABA EN DE AANPASSINGSREGELING BES-WETTEN

EERSTE BOEK Algemeene bepalingen

TITEL I Omvang van de werking der strafwet

Artikel 1
  1. Geen feit is strafbaar dan uit kracht van eene daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. 2. Bij verandering in de wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, worden de voor den verdachte gunstigste bepalingen toegepast.

Artikel 2

De strafwet van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is toepasselijk op ieder die zich binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan eenig strafbaar feit schuldig maakt.

Artikel 3

De strafwet van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is toepasselijk op ieder, die zich buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba aan boord van een Nederlands vaartuig of luchtvaartuig aan enig strafbaar feit schuldig maakt.

Artikel 4

De strafwet van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba is toepasselijk op ieder die zich buiten de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba schuldig maakt:

  1. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 97-102, 103a onder 1°, 104, 104a-104c, 111 en 114 tot en met 116;

    1bis°. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 137, 138, 140 en 195, indien het strafbare feit of het misdrijf waarvan in die artikelen wordt gesproken, is een misdrijf als onder 1° bedoeld;.

  2. aan eenig misdrijf ten opzichte van muntspeciën, munt- of bankbiljetten, van rijkswege uitgegeven zegels of merken;

  3. aan valschheid in schuldbrieven of certificaten van schuld van de Nederlandse staat, de talons, dividend- of rentebewijzen tot deze stukken behoorende, en de bewijzen uitgegeven in plaats van deze stukken, inbegrepen, of aan het opzettelijk gebruik maken van zoodanig valsch of vervalscht stuk als ware het echt en onvervalscht;

  4. aan een van de misdrijven omschreven in de artikelen 222, tweede lid, 395-399, 424 en 425 of aan de overtreding omschreven in artikel 465a;

    4bis°. aan het misdrijf omschreven in artikel 213a; 5°. a. aan het misdrijf omschreven in artikel 174, begaan tegen een luchtvaartuig in bedrijf, indien dit een Nederlands luchtvaartuig is, of wanneer de verdachte zich binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt; b. aan het misdrijf omschreven in artikel 399a, begaan aan boord van een luchtvaartuig in vlucht, wanneer de verdachte zich binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;

    Staatsblad 2010 528 2

    c. aan het misdrijf omschreven in artikel 399b, indien het daar bedoelde luchtvaartuig een Nederlands luchtvaartuig is of wanneer de verdachte zich binnen de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt; d. aan het misdrijf omschreven in artikel 399c, wanneer het is begaan hetzij tegen een Nederlands luchtvaartuig, hetzij aan boord van een luchtvaartuig dat vervolgens op de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba landt met de verdachte aan boord; e. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 168, 168a, 172 en 399d, wanneer de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt.

  5. a. aan de misdrijven omschreven in de artikelen 172, 174, 366, 370, 372, 399a, vierde lid, 399b, tweede lid, en 399c, indien het feit is begaan tegen een Nederlands zeegaand vaartuig, hetzij tegen of aan boord van enig ander zeegaand vaartuig en de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt; b. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 366, 370, 399a, vierde lid, en 399b, tweede lid, begaan tegen een installatie ter zee, wanneer de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;.

  6. a. aan een der misdrijven, omschreven in artikel 124a, 124b, 124c en 298, voor zover die feiten zijn begaan tegen een in Nederlandse dienst zijnde, of tot zijn gezin behorende, internationaal beschermd persoon als bedoeld in artikel 90b, eerste lid, of tegen diens beschermde goederen; b. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 124a, 124b, 124c, 295ao, en 298, voor zover het feit is gepleegd tegen een internationaal beschermd persoon als bedoeld in artikel 90b, tweede lid, die Nederlander is, of tegen diens beschermde goederen; c. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 124a, 124b, 124c, en 298, voor zover het feit is gepleegd tegen een internationaal beschermd persoon als bedoeld in artikel 90b, eerste of tweede lid, of tegen diens beschermde goederen, wanneer de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;

  7. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 183 en 183a, voor zover het feit is gepleegd tegen een Nederlander of een ambtenaar van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en daarop door de wet van het land waar het begaan is, straf is gesteld;

  8. aan een der misdrijven omschreven in de artikelen 183, 183a, 230, 232b en 336a, voor zover het feit is gepleegd door een Nederlander en daarop door de wet van het land waar het is begaan, straf is gesteld;

  9. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 183, 183a, 230, 232b en 336a, voor zover het feit is gepleegd door een ambtenaar van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of door een persoon in de openbare dienst van een in één van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba gevestigde volkenrechtelijke organisatie en daarop door de wet van het land waar het is begaan, straf is gesteld;

  10. aan een terroristisch misdrijf dan wel een van de misdrijven, omschreven in de artikelen 123, 124a, 124c,125, 129, 130, 146, 163, 167, 167a, 167c, 167d, 168, 172, 174, 176, 178, 179a, 298, 300, 301, 302, 366, 368, 370, 399a en 399b, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 2 van het op 15 december 1997 te New York totstandgekomen Verdrag inzake de bestrijding van terroristische bomaanslagen (Trb. 1998, 84) en indien het feit is gepleegd tegen een Nederlander, dan wel indien de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;

  11. aan een terroristisch misdrijf dan wel een van de misdrijven, omschreven in de artikelen 123, 124a, 124c, 125, 129, 130, 146, 163, 167, 167a, 167c, 167d, 168, 172, 174, 176, 178, 179a, 298, 300, 301, 302, 366, 368, 370, 399a en 399b, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 2 van het op 9 december 1999 te New York totstandgekomen

    Staatsblad 2010 528 3

    Internationaal Verdrag ter bestrijding van de financiering van terrorisme (Trb. 2000, 12) en indien het feit is gericht tegen een Nederlander, dan wel indien de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;

  12. aan een terroristisch misdrijf, indien het misdrijf is gepleegd met het oogmerk de bevolking of een deel der bevolking van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba vrees aan te jagen of enige overheid in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba wederrechtelijk te dwingen iets te doen, niet te doen of te dulden, of fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren in enig eilandgebied van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba ernstig te ontwrichten of te vernietigen;

  13. aan een misdrijf ter voorbereiding of ter vergemakkelijking van een terroristisch misdrijf, indien het misdrijf is gepleegd met het oogmerk een terroristisch misdrijf als in onderdeel 13° omschreven voor te bereiden of gemakkelijk te maken;

  14. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 163, 167c, 297, eerste lid, 298, 323, 324, 325, 330, 331, 334, 335 en 339, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 7 van het op 3 maart 1980 te Wenen/New York totstandgekomen Verdrag inzake de fysieke beveiliging van kernmateriaal (Trb. 1980, 166), wanneer de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt;

  15. aan een der misdrijven, omschreven in de artikelen 167c, 179a, 297, eerste lid, 298, 323, 324, 325, 330 en 331, voor zover het feit valt onder de omschrijvingen van artikel 2 van het op 13 april 2005 te New York totstandgekomen Internationaal Verdrag ter bestrijding van daden van nucleair terrorisme (Trb. 2005, 290) en hetzij het feit is gepleegd tegen een Nederlander, hetzij de verdachte zich in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba bevindt.

Artikel 4

a.

  1. De strafwet van de openbare lichamen Bonaire, Sint...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT