Besluit van 21 november 2008, houdende regels voor het verstrekken van subsidies door de Minister van Economische Zaken op het gebied van het technologiebeleid, het beleid met betrekking tot het midden- en kleinbedrijf en het ruimtelijk economisch beleid (Kaderbesluit EZ-subsidies)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang 2008

499

Besluit van 21 november 2008, houdende regels voor het verstrekken van subsidies door de Minister van Economische Zaken op het gebied van het technologiebeleid, het beleid met betrekking tot het midden- en kleinbedrijf en het ruimtelijk economisch beleid (Kaderbesluit EZ-subsidies)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 14 juli 2008, nr. WJZ / 8086267;

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;

De Raad van State gehoord (advies van 29 augustus 2008, nr. W10.08.0292 III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 17 november 2008, nr. WJZ / 8177535;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artículo 1
Artikel 1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

- algemene groepsvrijstellingsverordening: verordening (EG) nr. 800/2008 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 augustus 2008 waarbij bepaalde categorieën steun op grond van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag met de gemeenschappelijke markt verenigbaar worden verklaard («de algemene groepsvrijstellingsverordening») (PbEU L 214);

- algemene opleiding: een algemene opleiding als bedoeld in artikel 38, onderdeel 2, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

- bank: een kredietinstelling die voldoet aan de omschrijving van bank als vermeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht en die bevoegd is in een lidstaat van de Europese Unie het bedrijf van bank uit te oefenen;

- de-minimis verordening: verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun (PbEU L379) ), verordening (EG) nr. 1535/2007 van de

Staatsblad 2008 499 1

Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 december 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouwproductiesector (PbEU L 337) en verordening (EG) nr. 875/2007 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 24 juli 2007 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun in de landbouw-sector en de visserijsector (PbEU L 193);

- experimentele ontwikkeling: experimentele ontwikkeling als bedoeld in paragraaf 2.2, onder g, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- Europees steunkader: een mededeling, richtsnoer, kaderregeling, beschikking of vrijstellingsverordening op het gebied van staatssteun die de Commissie van de Europese Gemeenschappen, gelet op de artikelen 86, derde lid , 87 en 88 van het EG-Verdrag heeft vastgesteld

- financier: een bank of een participatiemaatschappij of een andere, door Onze Minister aangewezen instelling;

- fundamenteel onderzoek: fundamenteel onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, onder e, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- groep: een economische eenheid, waarin organisatorisch zijn verbonden: a. een natuurlijke persoon of privaatrechtelijke rechtspersoon, die direct of indirect:

  1. meer dan de helft van het geplaatste kapitaal verschaft aan, 2°. volledig aansprakelijk vennoot is van, of 3°. overwegende zeggenschap heeft over een of meer rechtspersonen of vennootschappen, en b. laatstbedoelde rechtspersonen of vennootschappen; - hooggekwalificeerd personeel: hooggekwalificeerd personeel als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel k, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- industrieel onderzoek: industrieel onderzoek als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel f, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- innovatieadviesdienst: een innovatieadviesdienst in de zin van paragraaf 5.6, eerste gedachtestreepje van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- innovatiecluster: een innovatiecluster als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel m, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- innovatieve starter: een innovatieve starter als bedoeld in paragraaf 5.4 van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- kapitaalvennootschap: a. een vennootschap als bedoeld in artikel 1 van de Eerste Richtlijn 68/151/EEG van de Raad van 9 maart 1968 strekkende tot het coördineren van de waarborgen, welke in de Lid-Staten worden verlangd van de vennootschappen in de zin van de tweede alinea van artikel 58 van het Verdrag, om de belangen te beschermen zowel van de deelnemers in deze vennootschappen als van derden, zulks ten einde die waarborgen gelijkwaardig te maken (PB EG L 65), of b. een kapitaalvennootschap die is ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een apart vermogen heeft dat bij uitsluiting voor de schulden van de vennootschap kan worden aangesproken en op grond van haar nationale

Staatsblad 2008 499 2

wetgeving onderworpen is aan garantievoorwaarden zoals bedoeld in Richtlijn 68/151/EEG van de Raad om de belangen van zowel deelgerechtigden als derden te beschermen;

- kleine onderneming: kleine onderneming in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

- kostendrager: een product of een in economisch opzicht homogene groep van producten, die als voorwerp van calculatie wordt gekozen;

- middelgrote onderneming: een middelgrote onderneming in de zin van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

- MKB-ondernemer: een ondernemer die een kleine onderneming of een middelgrote onderneming in stand houdt;

- ondernemer: een natuurlijke persoon, een rechtspersoon of een vennootschap, die een onderneming in stand houdt, niet zijnde een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld;

- onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die een economische activiteit uitoefent;

- onderzoeksorganisatie: een onderzoeksorganisatie als bedoeld in paragraaf 2.2, onderdeel d, van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- penvoerder: de door het samenwerkingsverband aangewezen penvoerende persoon of organisatie;

- participatiemaatschappij: een vennootschap in de vorm van een kapitaalvennootschap of een vennootschap met een afgescheiden vermogen, ingericht naar het recht van één van de lidstaten van de Europese Unie, die blijkens haar statuten of blijkens de overeenkomst waarbij zij is aangegaan tot doel heeft of mede tot doel heeft het verstrekken van risicokapitaal aan ondernemers teneinde winst te behalen;

- samenwerkingsverband: een geen rechtspersoonlijkheid bezittend verband, bestaande uit ten minste twee niet in een groep verbonden deelnemers, dat is opgericht ten behoeve van de uitvoering van activiteiten, niet zijnde een vennootschap;

- specifieke opleiding: een specifieke opleiding als bedoeld in artikel 38, onderdeel 1, van de algemene groepsvrijstellingsverordening;

- specifieke uitkering: een subsidie aan een provincie, gemeente of openbaar lichaam als bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen die tevens een specifieke uitkering is als bedoeld in de Financiële-verhoudingswet;

- subsidie aan een financier: een subsidie, verstrekt aan een financier, met als doel om kapitaal te doen verstrekken aan ondernemingen;

- technische haalbaarheidsstudie: technische haalbaarheidsstudie in de zin van paragraaf 5.2 van de Communautaire kaderregeling inzake staatssteun voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie nr. 2006/C 323/01 (PbEU C 323);

- universiteit: een onder a of b van de bijlage van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek genoemde instelling voor hoger onderwijs, alsmede een onder i van de bijlage van die wet genoemd academisch ziekenhuis;

- voucher: een op grond van dit besluit door Onze Minister afgegeven waardedocument voor een deel van de kosten die met het doel waarvoor de voucher wordt gegeven, gepaard gaan.

Staatsblad 2008 499 3

HOOFDSTUK 2 VERSTREKKEN VAN SUBSIDIE Artículos 2 a 4
Artikel 2
  1. Subsidies op het gebied van: a. het technologiebeleid, met uitzondering van het beleid op het gebied van lucht- en ruimtevaart, civiele vliegtuigontwikkeling en innovatieve zeescheepsbouw, b. het beleid met betrekking tot energiebesparing en duurzame energie voor zover het betreft subsidies verstrekt aan een financier, c. het beleid met betrekking tot het midden- en kleinbedrijf en d. het ruimtelijk economisch beleid, met uitzondering van het Besluit subsidies regionale investeringsprojecten 2000, worden verstrekt volgens de regels van dit besluit. 2. Onze Minister kan op aanvraag voor de activiteiten op de gebieden, genoemd in het eerste lid, subsidie verstrekken volgens bij ministeriële regeling bepaalde regels. 3. Onder dit besluit vallen niet per boekjaar verstrekte subsidies als bedoeld in artikel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT