Besluit van 23 september 2010, houdende wijziging van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen, Reglement verpleging ter beschikking gestelden en de Penitentiaire maatregel, in verband met regels over het bewaren en verstrekken van opgenomen telefoongesprekken (Besluit toezicht telefoongesprekken justitiële inrichtingen)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Jaargang

2010

0

700

Besluit van 23 september 2010, houdende wijziging van het Reglement justitiële jeugdinrichtingen, Reglement verpleging ter beschikking gestelden en de Penitentiaire maatregel, in verband met regels over het bewaren en verstrekken van opgenomen telefoongesprekken (Besluit toezicht telefoongesprekken justitiële inrichtingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 15 juli 2010, directie Wetgeving, nr. 5661360/10/6;

Gelet op artikel 44, tweede lid, van de Beginselenwet justitiële jeugdinrichtingen, artikel 38, tweede lid, van de Beginselenwet verpleging ter beschikking gestelden en artikel 39, tweede lid, van de Penitentiaire beginselenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 2010, nr. W03.10.0359/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 15 september 2010, directie Wetgeving, nr. 5667237/10/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement justitiële jeugdinrichtingen wordt als volgt gewijzigd:

Na hoofdstuk 8 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, dat luidt als volgt.

Hoofdstuk 8a Toezicht op telefoongesprekken

Artikel 50

a.

  1. Telefoongesprekken die in verband met het toezicht, bedoeld in artikel 44, tweede lid, van de wet worden opgenomen, worden bewaard voor een periode van ten hoogste acht maanden. 2. Na het verstrijken van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt een opgenomen telefoongesprek gewist.

    Staatsblad 2010 700 1

  2. Indien bij de uitoefening van het toezicht blijkt dat een telefoongesprek met een persoon als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de wet is opgenomen, wordt dit opgenomen gesprek terstond gewist. 4. De jeugdige wordt van het opnemen van het telefoonverkeer op de hoogte gesteld. 5. Opgenomen telefoongesprekken worden slechts verstrekt aan derden die ingevolge de uitvoering van hen bij of krachtens de wet opgedragen taken, tot kennisneming daarvan bevoegd zijn. 6. De verstrekking, bedoeld in het vijfde lid, kan slechts geschieden in verband met: a. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting; b. de voorkoming en opsporing van strafbare feiten; c. de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven.

ARTIKEL II

Het Reglement verpleging ter beschikking gestelden wordt als volgt gewijzigd:

Na hoofdstuk 10, wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 10a Toezicht op telefoongesprekken

Artikel 35

a.

  1. Telefoongesprekken die in verband met het toezicht, bedoeld in artikel 38, tweede lid, van de wet worden opgenomen, worden bewaard voor een periode van ten hoogste acht maanden. 2. Na het verstrijken van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt een opgenomen telefoongesprek gewist. 3. Indien bij de uitoefening van het toezicht blijkt dat een telefoongesprek met een persoon als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de wet is opgenomen, wordt dit opgenomen gesprek terstond gewist. 4. De verpleegde wordt van het opnemen van het telefoonverkeer op de hoogte gesteld. 5. Opgenomen telefoongesprekken worden slechts verstrekt aan derden die ingevolge de uitvoering van hen bij of krachtens de wet opgedragen taken, tot kennisneming daarvan bevoegd zijn. 6. De verstrekking, bedoeld in het vijfde lid, kan slechts geschieden in verband met: a. de bescherming van de maatschappij tegen de gevaarlijkheid van de verpleegde voor de veiligheid van anderen dan de verpleegde of de algemene veiligheid van personen of goederen; b. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting; c. de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven; d. de voorkoming of opsporing van strafbare feiten.

ARTIKEL III

De Penitentiaire maatregel wordt als volgt gewijzigd:

Na hoofdstuk 5 wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Staatsblad 2010 700 2

Hoofdstuk 5a Toezicht op telefoongesprekken

Artikel 23

a.

  1. Telefoongesprekken die in verband met het toezicht, bedoeld in artikel 39, tweede lid, van de wet worden opgenomen, worden bewaard voor een periode van ten hoogste acht maanden. 2. Na het verstrijken van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt een opgenomen telefoongesprek gewist. 3. Indien bij de uitoefening van het toezicht blijkt dat een telefoongesprek met een persoon als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de wet is opgenomen, wordt dit opgenomen gesprek terstond gewist. 4. De gedetineerde wordt van het opnemen van het telefoonverkeer op de hoogte gesteld. 5. Opgenomen telefoongesprekken worden slechts verstrekt aan derden die ingevolge de uitvoering van hen bij of krachtens de wet opgedragen taken, tot kennisneming daarvan bevoegd zijn. 6. De verstrekking, bedoeld in het vijfde lid, kan slechts geschieden in verband met: a. de handhaving van de orde of de veiligheid in de inrichting; b. de bescherming van de openbare orde of nationale veiligheid; c. de voorkoming of opsporing van strafbare feiten; d. de bescherming van slachtoffers van of anderszins betrokkenen bij misdrijven.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de artikelen IIIA, IIIB en VA van de wet van 12 juni 2009 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, Wetboek van Strafvordering en enkele aanverwante wetten in verband met de strafbaarstelling van het deelnemen en meewerken aan training voor terrorisme, uitbreiding van de mogelijkheden tot ontzetting uit het beroep als bijkomende straf en enkele andere wijzigingen (Stb. 2009, 245) in werking treden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 23 september 2010 Beatrix

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de zevende oktober 2010

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 26, zesde lid j° vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

STB13590 ISSN 0920 - 2064 's-Gravenhage 2010

Staatsblad 2010 700 3

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

  1. Inleiding

    Dit besluit bevat nadere regels over het opnemen van telefoongesprekken en het bewaren en verstrekken van opgenomen telefoongesprekken vanuit justitiële inrichtingen. Hiermee wordt een nadere uitwerking gegeven aan de beslissing van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM nr. 50210/99) in de zaak-Doerga van 27 april 2004 (LJN: AP1460, NJ 2004, 651). Het arrest heeft geleid tot het opnemen van een wettelijke grondslag voor het houden van toezicht op telefoongesprekken en het opnemen daarvan in de verschillende...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT