Tijdelijk besluit verlenging geldigheidsduur rijbewijs in verband met COVID-19

Besluit van 31 augustus 2020 tot wijziging van het Reglement rijbewijzen en enige andere besluiten in verband met de tijdelijke verlenging van de geldigheidsduur van het rijbewijs in verband met COVID-19 en enkele andere wijzigingen (Tijdelijk besluit verlenging geldigheidsduur rijbewijs in verband met COVID-19)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 3 juli 2020, nr. IenW/BSK-2020/110878, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Gelet op de artikelen 2, zesde lid, en 3, derde lid, van Verordening (EU) 2020/698 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, en het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving (PbEU 2020, L 165), en de artikelen 14, eerste lid, 81, eerste lid, 111, eerste lid, onderdeel b, 122, 126, vijfde lid, en 151d, aanhef en onderdeel b, van de Wegenverkeerswet 1994; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 juli 2020, no. W17.20.0262/IV);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat van 26 augustus 2020, nr. IenW/BSK-2020/151790, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken; Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Reglement rijbewijzen wordt als volgt gewijzigd:ANa artikel 25aa wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 25

ab.

  1. In dit artikel wordt verstaan onder Verordening (EU) 2020/698: Verordening (EU) 2020/698 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, en het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving (PbEU 2020, L 165). 2. In afwijking van artikel 25a, eerste lid, wordt de geldigheidsduur van een rijbewijs voor de categorieën AM, A1, A2, A, B, BE, C1, C1E, C, CE, D1, D1E, D of DE dat: a. op of na 1 februari 2020 maar voor 1 september 2020 zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn, verlengd met twee maanden, met ingang van de dag na de datum waarop de administratieve verlenging op grond van artikel 3, eerste lid, van Verordening (EU) 2020/698 is verstreken; b. op of na 1 september 2020 maar voor 1 december 2020 zijn geldigheid verliest door het verstrijken van de geldigheidstermijn, verlengd met negen maanden, met ingang van de dag na de datum waarop het rijbewijs zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn. 3. Artikel 3, eerste lid, van Verordening (EU) 2020/698 en het tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op rijbewijzen voor de categorie T. 4. Voor de toepassing van artikel 45, derde lid, wordt een rijbewijs waarvan de geldigheidsduur is verlengd overeenkomstig Verordening (EU) 2020/698 gelijkgesteld met een rijbewijs dat ongeldig is geworden door het verstrijken van de geldigheidsduur. BNa artikel 67i wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 68
  1. In afwijking van de artikelen 67a, tweede lid, 67b, tweede lid, 67c, tweede lid, mogen de in die artikelleden genoemde slagingen voor het praktijkexamen voertuigbeheersing zijn behaald in de periode van 16 maart 2019 tot en met 30 september 2019. 2. In afwijking van de artikelen 67, onderdeel a, 67a, eerste lid, onderdeel a, 67b, eerste lid, onderdeel a, 67c, eerste lid, onderdeel a, 67d, eerste lid, onderdeel a, en tweede lid, 67e, tweede lid, 67f, tweede lid, 67g, tweede lid, 67h, tweede lid, 67ha, onderdeel a, 67i, onderdeel d, mogen de in die artikelonderdelen genoemde slagingen voor theorie-examens en door het daartoe bevoegde militair gezag afgegeven theoriecertificaten zijn behaald in de periode van 16 september 2018 tot en met 31 maart 2019. 3. In afwijking van de artikelen 67e, eerste lid, onderdeel a, 67f, eerste lid, onderdeel a, 67g, eerste lid, onderdeel a, 67h, eerste lid, onderdeel a, 67i, onderdeel c, mogen de in die artikelonderdelen genoemde slagingen voor theorie-examens zijn behaald in de periode van 16 maart 2018 tot en met 30 september 2018. 4. Met ingang van 1 december 2020 wordt: a. in het eerste lid «16 maart 2019» vervangen door «1 juni 2019»; b. in het tweede lid «16 september 2018» vervangen door «1 december 2018»; c. in het derde lid «16 maart 2018» vervangen door «1 juni 2018». CNa artikel 103a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 103

b.

In afwijking van de termijnen, bedoeld in de artikelen 101, vierde lid, en 103, eerste, derde, vijfde, zesde en zevende lid, wordt in de in artikel 25ab bedoelde gevallen bij gebleken geschiktheid de verklaring van geschiktheid in het rijbewijzenregister geregistreerd uiterlijk binnen 12 maanden na ontvangst van de eigen verklaring. DAan artikel 156r worden twee leden toegevoegd, luidende:3. De termijn, bedoeld in het eerste lid, wordt voor bestuurders die een op het rijbewijs vermeld getuigschrift van vakbekwaamheid of getuigschrift van nascholing hebben dat: a. op of na 1 februari 2020 maar voor 1 september 2020 zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn, verlengd met maximaal twee maanden, met ingang van de dag na de datum waarop de administratieve verlenging op grond van artikel 2, eerste lid, van Verordening (EU) 2020/698 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, en het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving (PbEU 2020, L 165) is verstreken; b. op of na 1 september 2020 maar voor 1 december 2020 zijn geldigheid verliest door het verstrijken van de geldigheidstermijn, verlengd met maximaal negen maanden, met ingang van de dag na de datum waarop het getuigschrift zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn. 4. De verlenging, bedoeld in het derde lid, wordt bepaald op basis van de datum waarop de eerste nascholingscursus is gevolgd, door verlenging van de periode waarbinnen die gevolgde cursus in aanmerking wordt genomen voor de registratie van een verklaring van nascholing, volgens het volgende schema:

Nascholingscursussen die zijn gevolgd in de periode van ...

worden in aanmerking genomen tot en met ...

1 februari 2015 tot en met 15 maart 2015

31 oktober 2020

16 maart 2015 tot en met 30 april 2015

30 november 2020

1 mei 2015 tot en met 30 juni 2015

31 januari 2021

1 juli 2015 tot en met 31 augustus 2015

31 maart 2021

1 september 2015 tot en met 31 oktober 2015

31 mei 2021

1 november 2015 tot en met 30 november 2015

31 juli 2021ENa artikel 156ad wordt aan hoofdstuk VIIa een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 156

ae.

  1. De geldigheidsduur van een getuigschrift van vakbekwaamheid of getuigschrift van nascholing dat: a. op of na 1 februari 2020 maar voor 1 september 2020 zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn, wordt verlengd met twee maanden, met ingang van de dag na de datum waarop de administratieve verlenging op grond van artikel 2, tweede lid, van Verordening (EU) 2020/698 van het Europees Parlement en de Raad van 25 mei 2020 tot vaststelling van specifieke en tijdelijke maatregelen naar aanleiding van de COVID-19-uitbraak in verband met de vernieuwing of verlenging van bepaalde certificaten, getuigschriften en vergunningen, en het uitstel van bepaalde periodieke controles en periodieke opleidingen op bepaalde gebieden van de vervoerswetgeving (PbEU 2020, L 165) is verstreken; b. op of na 1 september 2020 maar voor 1 december 2020 zijn geldigheid verliest door het verstrijken van de geldigheidstermijn, wordt verlengd met negen maanden, met ingang van de dag na de datum waarop het getuigschrift zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de geldigheidstermijn. 2. De verlenging, bedoeld in het eerste lid, wordt niet in acht genomen bij de toepassing van artikel 48c. FNa artikel 180 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 181
  1. De artikelen 25ab en 103b, zoals die golden tot 1 december 2020, blijven van toepassing op rijbewijzen waarvan de geldigheid administratief is verlengd overeenkomstig artikel 25ab. 2. Artikel 156r, derde en vierde lid, zoals dat gold tot 1 december 2020, blijft van toepassing voor bestuurders waarvoor de termijn, bedoeld in artikel 156r, eerste lid, is verlengd overeenkomstig artikel 156r, derde en vierde lid. 3. Artikel 156ae, zoals dat gold tot 1 december 2020, blijft van toepassing op getuigschriften van vakbekwaamheid en getuigschriften van nascholing waarvan de geldigheid administratief is verlengd overeenkomstig artikel 156ae.

ARTIKEL II
Artikel II

tweede lid, van het Tijdelijk besluit verlenging geldigheidsduur rijbewijs in bepaalde gevallen komt te luiden: 2. De artikelen 25aa, 103a, 145a, 148a en 152a van het Reglement rijbewijzen vervallen met ingang van 1 juni 2021.

ARTIKEL III

Na artikel 16 van het Besluit voertuigen wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 16

a.

  1. De geldigheidsduur van het keuringsbewijs, bedoeld in artikel 16, kan op aanvraag door de Dienst Wegverkeer worden verlengd met drie maanden indien vanwege de maatregelen ter bestrijding van COVID-19: a. de eigenaar of houder van het voertuig niet in de gelegenheid is het voertuig voor het einde van de geldigheidsduur te laten keuren vanwege de...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT