Tijdelijk uitvoeringsbesluit herziening Verordening producten voor tweeërlei gebruik

Besluit van 31 augustus 2021 tot vaststelling van tijdelijke bepalingen voor diensten met betrekking tot goederen voor tweeërlei gebruik en tot wijziging van het Besluit strategische goederen voor de uitvoering van de Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een EU-regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel, de technische bijstand en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (herschikking) (PbEU 2021, L 206) (Tijdelijk uitvoeringsbesluit herziening Verordening producten voor tweeërlei gebruik)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 2 juli 2021, nr. Min-BuZa.2021.8908.7;Gelet op Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een EU-regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel, de technische bijstand en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (herschikking) (PbEU 2021, L 206), artikel 13, eerste lid, van de Wet strategische diensten en artikelen 1:4, eerste en tweede lid, en 3:1, eerste lid, van de Algemene douanewet; De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 21 juli 2021, nr. W02.21.0199/II);Gezien het nader rapport van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 24 augustus 2021, nr. Min-BuZa.2021.9042-32; Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1 TIJDELIJKE BEPALINGEN VOOR DIENSTEN MET BETREKKING TOT GOEDEREN VOOR TWEEËRLEI GEBRUIK

Artikel 1.1
Artikel 1

van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen: 1. In de begripsomschrijving van «goederen voor tweeërlei gebruik» wordt «van verordening 428/2009» gelezen als «van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 2. In de begripsomschrijving van «militair eindgebruik» wordt «artikel 4, tweede lid, van verordening 428/2009» gelezen als «artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 3. De begripsomschrijving van «technische bijstand» wordt gelezen als «de technische bijstand, bedoeld in artikel 1, negende lid, Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 4. In de begripsomschrijving van «tussenhandelaar» wordt «artikel 2, zesde lid van de verordening 428/2009» gelezen als «artikel 2, achtste lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 5. De begripsbepaling «Verordening 428/2009» wordt gelezen als «– Verordening producten voor tweeërlei gebruik: Verordening (EU) 2021/821 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 tot instelling van een EU-regeling voor controle op de uitvoer, de overbrenging, de tussenhandel, de technische bijstand en de doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik (herschikking) (PbEU 2021, L 206);». 6. De begripsomschrijving van «wapenembargo» wordt gelezen als «een wapenembargo als bedoeld in artikel 2, negentiende lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik.».

Artikel 1.2
Artikel 2

van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen:Artikel 21. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 3, eerste lid, 4, eerste, tweede en derde lid, 5, eerste, tweede en derde lid, 7, 8, en 27, eerste en derde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik voor zover het betreft de overdracht van programmatuur of technologie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van deze verordening. 2. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 11, eerste, tweede en negende lid, en 27, vierde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik voor zover het betreft de overdracht van programmatuur of technologie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van deze verordening. 3. Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 4, eerste lid, 7, 12, tweede tot en met zevende lid, 13, eerste, derde en vierde lid, 14, eerste lid, 16, eerste, tweede en vierde lid, en 21, vierde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik, voor zover het betreft de overdracht van programmatuur of technologie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van deze verordening. 4. Als Onze Minister bij beschikking, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik, heeft bepaald dat de overdracht van daarbij aangewezen programmatuur of technologie, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel d, van deze verordening, zonder vergunning is verboden, is de adressant van deze beschikking verplicht onder opgave van redenen van deze gewijzigde bestemming mededeling te doen aan Onze Minister, zodra voor hem aannemelijk is dat de desbetreffende programmatuur en technologie een andere bestemming zullen krijgen dan in de beschikking is vermeld.

Artikel 1.3
Artikel 3

tweede lid, van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen:2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet als één van de gronden, bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik, van toepassing is.

Artikel 1.4
Artikel 4

van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen:Artikel 41. Het is verboden te handelen in strijd met de artikelen 6, eerste tot en met vierde lid, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, en 27, tweede en derde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik. 2. Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in de artikelen 6, eerste tot en met vierde lid, 8, eerste, tweede, vierde en vijfde lid, 13, eerste, derde en vierde lid, en 16, eerste, tweede en vierde lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik. 3. Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister tussenhandeldiensten als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik te verlenen indien: a. deze betrekking hebben op goederen voor tweeërlei gebruik die niet zijn genoemd in bijlage I van deze verordening, en b. de tussenhandelaar door Onze Minister ervan in kennis is gesteld dat de goederen voor tweeërlei gebruik, bedoeld in onderdeel a, geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor één van de doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van deze verordening. 4. Het is verboden zonder vergunning van Onze Minister tussenhandeldiensten als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik te verlenen indien: a. deze betrekking hebben op goederen voor tweeërlei gebruik, en b. de tussenhandelaar door Onze Minister ervan in kennis is gesteld dat de goederen voor tweeërlei gebruik geheel of gedeeltelijk bestemd zijn of kunnen zijn voor militair eindgebruik in een land van bestemming als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van deze verordening. 5. Als een tussenhandelaar ervan op de hoogte is dat de goederen voor tweeërlei gebruik, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, of vierde lid, onderdeel a, waarvoor hij voornemens is tussenhandeldiensten te verlenen, geheel of gedeeltelijk bestemd zijn voor één van de voor doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik of voor militair eindgebruik in een land van bestemming als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van deze verordening, deelt hij dit mede aan Onze Minister.

Artikel 1.5
Artikel 5

van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen:1. Het eerste lid wordt als volgt gelezen: a. In onderdeel a wordt «één van de in artikel 4, eerste lid, van verordening 428/2009 genoemde doeleinden» gelezen als «één van de doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». b. In onderdeel b, wordt «artikel 4, tweede lid, van verordening 428/2009» gelezen als «artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 2. In het tweede lid wordt «één van de in artikel 4, eerste lid, van verordening 428/2009 genoemde doeleinden» gelezen als «één van de doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik» en wordt «artikel 4, tweede lid, van verordening 428/2009» gelezen als «artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 3. In het derde lid wordt «algemene reclame of algemene promotie» gelezen als «algemene reclame of promotie».

Artikel 1.6
Artikel 6

van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen:1. In het eerste en tweede lid wordt «één van de in artikel 4, eerste lid, van verordening 428/2009 genoemde doeleinden» gelezen als «één van de doeleinden, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 2. In het derde lid wordt «algemene reclame of algemene promotie» gelezen als «algemene reclame of promotie».

Artikel 1.7
Artikel 7

van de Wet strategische diensten wordt als volgt gelezen:1. In het eerste, tweede en derde lid, aanhef, wordt «artikel 2, vijfde lid, verordening 428/2009» gelezen als «artikel 2, zevende lid, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik». 2. In het derde lid, onderdeel a, wordt «deel 2 van bijlage II van verordening 428/2009» gelezen als «bijlage II, Sectie I, van de Verordening producten voor tweeërlei gebruik».

Artikel 1.8

In artikel 14, eerste lid, van de Wet strategische diensten wordt na «artikel 3, derde lid,» gelezen «van deze wet,» en wordt «artikelen 9, tweede lid, en 10, eerste lid...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT