Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO

Besluit van 6 mei 2020, houdende de vaststelling van een tijdelijke algemene maatregel van bestuur regelende een tegemoetkoming voor de eigen bijdrage van de ouder in de kosten voor kinderopvang in verband met COVID-19 (Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 24 april 2020, nr. 2020-0000058609, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën; Gelet op artikel 89, eerste lid, van de Grondwet;De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 april 2020, No. W12.20.0127/III); Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 4 mei 2020, nr. 2020-0000058981, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën, Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:kinderopvang:

kinderopvang als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;kinderopvangtoeslag:

kinderopvangtoeslag als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;ouder:

ouder als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang;SVB:

Sociale Verzekeringsbank, genoemd in hoofdstuk 6 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen; tegemoetkoming:

financiële tegemoetkoming als bedoeld in artikel 3.

Artikel 2 Doel

Het doel van dit besluit is het voorzien in een wettelijke grondslag voor het verstrekken van een tegemoetkoming aan kinderopvangtoeslag ontvangende ouders vanwege de door hen betaalde eigen bijdrage in de kosten voor de kinderopvang over de periode van 16 maart 2020 tot en met 19 mei 2020.

Artikel 3 Recht op tegemoetkoming
  1. Recht op een tegemoetkoming op grond van dit besluit heeft de ouder die over de periode van 16 maart 2020 tot en met 19 mei 2020 kinderopvangtoeslag heeft ontvangen en de eigen bijdrage in de kosten voor de kinderopvang aan de houder, bedoeld in artikel 1.1 van de Wet kinderopvang, heeft betaald. 2. Bij ministeriële regeling kan de kring van rechthebbenden worden uitgebreid.

Artikel 4 Hoogte tegemoetkoming
  1. De hoogte van de tegemoetkoming wordt bepaald overeenkomstig de volgende formule:

A = (B * C * (100% - D))

waarna:

A * (Xa+Xb+Xc) = YKS

waarna:

waarna:

Hierbij staat:

A voor de eigen bijdrage per maand per soort kinderopvang per kind;

B voor het aantal toegekende uren opvang per maand per soort kinderopvang per kind, met een maximum van 230 uur per maand voor alle soorten van kinderopvang, bedoeld in artikel 8a, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag, waarbij de uren voor de opvangsoort met de hoogste maximum uurprijs (zie C) als eerste worden beschouwd;

C voor de maximum uurprijs per soort kinderopvang, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het Besluit kinderopvangtoeslag;

D voor het percentage kinderopvangtoeslag gerekend naar eerste kind of volgend kind, bedoeld in bijlage I bij het Besluit kinderopvangtoeslag in samenhang met artikel 3 van het Besluit kinderopvangtoeslag;

X voor de periode: aantal dagen in maart (maximaal 16/31 (Xa)) + aantal dagen in april (maximaal 30/30 (Xb) + aantal dagen in mei (maximaal 19/31 (Xc));

YKS voor de hoogte van de tegemoetkoming per soort kinderopvang per kind per deelperiode;

YK voor de hoogte van de tegemoetkoming per kind;

YT voor de totale hoogte van de tegemoetkoming. Bij een kind dat naar een soort kinderopvang gaat is dit gelijk aan YKS. 2. De hoogte van de tegemoetkoming wordt rekenkundig afgerond op hele euro’s.

Artikel 5 Peildatum

De gegevens die bepalend zijn voor de hoogte van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 4, eerste lid, zijn de gegevens zoals verwerkt bij de Belastingdienst/Toeslagen op 6 april 2020.

Artikel 6 Vaststelling tegemoetkoming en mandaat
  1. Onze Minister van Financiën stelt op basis van de gegevens van de Belastingdienst/Toeslagen de tegemoetkoming vast. 2. Dit besluit wordt uitgevoerd namens Onze Minister van Financiën door de SVB en de Belastingdienst/Toeslagen. 3. Het nemen van beschikkingen ter vaststelling van de tegemoetkoming is opgedragen aan de SVB. 4. De uitvoering voor zover het betreft het beslissen op bezwaarschriften en het in rechte optreden in beroep of hoger beroep, dan wel het afzien van hoger beroep, is opgedragen aan de Belastingdienst/Toeslagen. 5. De Belastingdienst/Toeslagen kan zijn bevoegdheid vanwege de uitvoering, bedoeld in het vierde lid, mandateren.

Artikel 7 Gegevensuitwisseling Belastingdienst/Toeslagen en SVB
  1. De Belastingdienst/Toeslagen levert voor de uitvoering van de taak, bedoeld in artikel 6, derde lid, aan de SVB de volgende gegevens per rechthebbende ouder: a. burgerservicenummer van de ouder en kind(eren); b. International Bank Account Number (IBAN) waarop de kinderopvangtoeslag wordt uitbetaald; en c. de waarden uit de formule, bedoeld in artikel 4, eerste lid. 2. De Belastingdienst/Toeslagen ontvangt ter uitvoering van zijn taak als bedoeld in artikel 6, vierde lid, alle voor die taak noodzakelijke gegevens van de SVB.

Artikel 8 Ministeriële regeling

Bij ministeriële regeling kan de periode, bedoeld in de artikelen 2 tot en met 4, worden verlengd, en kunnen nadere regels worden gesteld, waarbij kan worden afgeweken van artikel 5 en het van rechtswege vaststellen van de tegemoetkoming, bedoeld in artikel 6.

Artikel 9 Inwerkingtreding en vervaldatum
  1. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 2020. 2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 juni 2022 met dien verstande dat het besluit zoals dat luidde op 31 mei 2022 van toepassing blijft op de dan lopende afwikkeling van besluiten en ingestelde gerechtelijke procedures op grond van dit besluit.

Artikel 10 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst. ’s-Gravenhage, 6 mei 2020Willem-AlexanderDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, T. van ArkDe Staatssecretaris van Financiën, A.C. van Huffelen

Uitgegeven de achtste mei 2020 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

  1. Inleiding

    Nederland is door de uitbraak van het coronavirus COVID-19 en de daarmee verband houdende overheidsmaatregelen geconfronteerd met buitengewone omstandigheden die een enorme impact hebben op het maatschappelijk leven en de arbeidsmarkt. Op last van de overheid zijn in het belang van de volksgezondheid maatregelen betreffende de openbare orde genomen en bedrijven en instellingen in een aantal sectoren gesloten. Dit heeft ook impact gehad op de kinderopvangsector. Er is besloten om vanaf 16 maart 2020 scholen en kinderopvanglocaties te sluiten vanwege het toenemend aantal personeelsleden met ziekteverschijnselen. Kinderopvang en basisscholen mogen vanaf 11 mei 2020 weer open zijn, waarbij kinderdagverblijven geheel, en basisscholen en buitenschoolse opvang op een aangepaste wijze, open zijn.

    De afgelopen tijd is nog duidelijker geworden dat kinderopvang een belangrijke randvoorwaarde is voor het goed kunnen combineren van arbeid en zorgtaken en kinderen. Het goed kunnen combineren van arbeid en zorgtaken is een belangrijke randvoorwaarde voor het draaiende houden van de economie. Ook voor de ontwikkeling van kinderen is de stabiliteit van de kinderopvangsector voor de toekomst van groot belang. Omdat de financiering van de sector voor een groot deel bestaat uit overheidsgeld dat via ouders (kinderopvangtoeslag) loopt, heeft het kabinet ouders gevraagd de rekening van de kinderopvang te blijven betalen. Het door laten lopen van de reguliere betaling door ouders heeft verschillende voordelen. Ouders behouden op deze manier de plek voor hun kinderen op de kinderopvang voor wanneer de kinderopvang weer regulier opengaat. Een belangrijk voordeel is verder dat de kinderopvang op deze manier gefinancierd blijft en bovendien in staat is goede noodopvang te verzorgen. De sector blijft op deze manier zo stabiel mogelijk waardoor de terugkeer naar de reguliere situatie straks gemakkelijker zal zijn. Het kabinet heeft besloten voor de kinderopvangtoeslag ontvangende ouder een tegemoetkoming uit te keren zolang het maatregelenpakket voor kinderopvang en scholen aanhoudt. Dit besluit regelt deze tegemoetkoming.

    Vanaf 11 mei 2020 mogen basisscholen en kinderopvang (gedeeltelijk) weer open zijn. Kinderdagverblijven gaan geheel open. Basisscholen en buitenschoolse opvangorganisaties gaan op een aangepaste wijze open. Het kabinet heeft besloten om het recht op tegemoetkoming voor alle ouders met kinderopvangtoeslag gedurende de gehele periode waarin basisscholen en kinderopvang nog gedeeltelijk gesloten zijn te verlengen, omdat ook in deze periode nog niet alle ouders gebruik zullen kunnen maken van kinderopvang. Zo zullen buitenschoolse opvangcentra maar gedeeltelijk open zijn en niet op (alle) contractdagen opvang kunnen bieden. Ook kunnen er op locatieniveau problemen zijn door personeel met ziekteverschijnselen. Om het ook voor deze ouders mogelijk te maken dat zij de facturen doorbetalen en hun plek op de kinderopvang behouden, loopt de tijdelijke tegemoetkoming door. Daarnaast is een ongewijzigde voortzetting van de regeling minder belastend voor de Belastingdienst/Toeslagen en SVB.

  2. Tegemoetkoming eigen bijdrage kinderopvang

    Na de sluiting van kinderopvangorganisaties en gastouderopvang op 16 maart 2020, heeft het kabinet aangekondigd ouders tegemoet te komen in de eigen bijdrage voor...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT