Uitspraak Nº 01/865082-16. Rechtbank Oost-Brabant, 2018-01-25

ECLIECLI:NL:RBOBR:2018:347
Docket Number01/865082-16
Date25 Enero 2018

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht

Parketnummer: 01/865082-16

Datum uitspraak: 25 januari 2018

Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1989] ,

wonende te [woonplaas] , [adres 1] .

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 27 september 2016, 12 december 2016, 29 november 2017 en 11 januari 2018.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 31 augustus 2016.

Nadat de tenlastelegging op de terechtzitting van 12 december 2016 is gewijzigd is aan verdachte ten laste gelegd dat:

1. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 08 juni 2016 tot en met 29 juni 2016 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo en/of Bavel, gemeente Breda en/of een of meerdere (andere) plaatsen in Nederland (in een bestelbus Mercedes Sprinter, [kenteken] en/of een loods/bedrijfshal op het perceel [adres 2] te Bavel, gemeente Breda)

tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,

om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren en/of binnen het grondgebied van Nederland brengen van amfetamine en/of MDMA, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine en/of MDMA, zijnde amfetamine en/of MDMA een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I voor te bereiden en/of te bevorderen,

- zich en/of een of meer ander(en) gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft/hebben getracht te verschaffen en/of

- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen en/of gelden of andere betaalmiddelen voorhanden heeft/hebben gehad, waarvan hij wist of ernstige reden had om te vermoeden, dat dat/die bestemd was/waren tot het plegen van dat/die feit(en)

hebbende hij, verdachte, en/of een of meer van zijn mededader(s)

- (op zijn (bedrijfs)naam) een loods/bedrijfshal op het perceel [adres 2] te Bavel, gemeente Breda, gehuurd en/of laten huren en/of ter beschikking gesteld en/of

- (op zijn (bedrijfs)naam) een of meerdere voertuigen (een Mercedes Sprinter [kenteken] en/of een Toyota Aygo [kenteken] en/of een vrachtauto met oplegger met kenteken(s) [kenteken] / [kenteken] en/of een heftruck en/of een pallettruck) gehuurd en/of laten huren en/of ter beschikking gesteld en/of

- een (grote) hoeveelheid chemicaliën/grondstoffen voorhanden gehad, waaronder, 45 jerrycans van 25 liter bevattende zoutzuur (aangetroffen in een Mercedes Sprinter voorzien van [kenteken] ) en/of - een grote hoeveelheid jerrycans en/of (IBC) containers en/of (andere soorten) verpakkingen met daarin grote hoeveelheden chemicaliën en/of grondstoffen, waaronder zoutzuur en/of aceton en/of MDMA afval (aangetroffen op de [adres 2] te Bavel) en/of

- een hoeveelheid laboratoriummaterialen, waaronder (lege) jerrycans en/of trechters en/of veiligheidsmaskers en/of handschoenen en/of veiligheidsbrillen (aangetroffen op de [adres 2] te Bavel) en/of - geschreven bescheiden (recepten) betrekking hebbend op en/of verband houdend met de productie van MDMA en/of amfetamine, in elk geval een of meer middel(en) voorkomend op lijst I behorende bij de Opiumwet (aangetroffen in een Mercedes Sprinter voorzien van [kenteken] ),

(zaken 1 en 3)

2. hij in of omstreeks de periode van 10 juni 2016 tot en met 29 juni 2016 te Geldrop, gemeente Geldrop-Mierlo (in een woning aan de [adres 3] ), opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 2781 gram, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende amfetamine, zijnde amfetamine een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I;

(zaak 4)

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

Ten gevolge van een kennelijke schrijffout in de tenlastelegging begaan staat in de tweede regel van feit 2 “ [adres 3] ” vermeld in plaats van “ [adres 3] ”.

De rechtbank herstelt deze schrijffout en leest het laatste in plaats van het eerste. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in de vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft geconcludeerd dat er ten aanzien van verdachte voldoende wettig en overtuigend bewijs bestaat voor een bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit 1 (medeplegen van voorbereidingshandelingen art. 10a OW te Geldrop, Halsteren en Bavel) en feit 2 (voorhanden hebben van amfetamine).

Het standpunt van de verdediging.

De raadsvrouwe heeft - kortgezegd - primair vrijspraak bepleit van hetgeen onder feit 1 ten laste is gelegd. De vraag is of verdachte geweten heeft dan wel behoorde te weten, dat de aangetroffen stoffen betrekking hebben op en/of verband houden met de productie van MDMA en amfetamine dan wel van enig ander middel vermeld op lijst I van de Opiumwet.

Verdachte was immers in de veronderstelling dat de stoffen die hij vervoerde en aftapte zagen op het gebruik ervan binnen de schoonmaakindustrie.

Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsvrouwe zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

Bewijsbijlage.

Omwille van de leesbaarheid van het vonnis wordt voor wat betreft de door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen ten aanzien van feit 1 verwezen naar de gehele uitwerking daarvan. Deze is als bijlage gevoegd bij dit vonnis.

Het oordeel van de rechtbank.

Ten aanzien van feit 1:

Om tot een bewezenverklaring van het onder 1 ten laste gelegde feit te komen dient de rechtbank vast te stellen dat verdachte (samen met een of meer anderen) opzettelijke voorbereidings- en/of bevorderingshandelingen heeft verricht gericht op het bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken, vervoeren dan wel het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen van (een materiaal bevattende) MDMA en/of amfetamine.

Uit de bewijsmiddelen blijkt het navolgende:

In de nacht van 29 juni 2016 omstreeks 2.45 uur is verdachte [verdachte] op heterdaad aangehouden, nadat hij uit een door een ander gehuurde [verhuurbedrijf] bestelbus van het type Mercedes Benz Sprinter met [kenteken] met daarin 45 jerrycans met chemicaliën is weggerend. Verbalisanten, rijdende in een opvallend dienstvoertuig, constateerden afwijkend rijgedrag, waarop zij de bestelbus volgden ter controle van bestuurder en voertuig. Toen de bestelbus stopte en verbalisanten de bestelbus “vastzetten” met hun dienstvoertuig rende de bestuurder weg. Verbalisanten zijn de bestuurder achterna gerend en hebben de bestuurder staande gehouden, waarna zij hem hebben teruggeleid naar de bestelbus. Verbalisanten zagen door het raam van de bestelbus dat er in de laadruimte tientallen gevulde (niet geëtiketteerde) jerrycans stonden. Bij opening van de achterdeur roken zij een sterke chemische lucht. Verbalisanten vermoedden, gelet op alle omstandigheden, overtreding van de Opiumwetgeving dan wel de Wet ter voorkoming misbruik chemicaliën.

In de bestelbus is, naast twee aankoopbonnen van de Gamma en de Hornbach, door verbalisanten tevens een A4-papier aangetroffen met daarop de woorden “aceton”, “zuur”, “turpentine” met hoeveelheden en codes.

De in de 45 jerrycans aangetroffen chemicaliën betreft 1125 liter zoutzuur.

Aan de hand van de twee in de bestelbus aangetroffen bonnen, beiden gedateerd 28 juni 2016, is onderzoek gedaan bij de bouwmarkten. [verdachte] en [medeverdachte 1] worden op camerabeelden herkend als degenen die op 28 juni 2016 bij de Gamma te Eindhoven een veiligheidsmasker, handschoenen en veiligheidsbrillen kopen. Op camerabeelden van de Hornbach te Breda wordt [verdachte] herkend terwijl hij een trechter, veiligheidsmasker, handschoenen en veiligheidsbrillen koopt.

De bestelbus bleek vanaf 27 juni 2016 gehuurd door [bedrijf 1]

Op naam van [bedrijf 1] werden bij [verhuurbedrijf] nog meer vervoermiddelen gehuurd zoals een Toyota Aygo, een heftruck en een pallettruck. [medeverdachte 1] heeft verklaard dat hij ook in die bestelbus heeft gezeten. [medeverdachte 1] heeft tevens verklaard dat ene [naam] hem mee vroeg om bij een boer in Bavel vaten uit een schuur te halen. Deze [naam] kwam hem ophalen met een bus van [verhuurbedrijf] . In de loods van de boer in Bavel hebben ze van 18:00 uur tot 22:00 uur een chemische vloeistof overgeheveld in jerrycans. Voorafgaande aan het overhevelen van de vloeistof haalden ze bij een bouwmarkt nog mondkapjes en handschoenen. Toen ze klaar waren met het overhevelen parkeerde de jongen met wie hij was de bestelbus met daarin de jerrycans ergens in Geldrop. In Geldrop pakten ze vervolgens een Toyota Aygo, ook van [verhuurbedrijf] , en reden, alvorens de jongen hem naar huis bracht, nog naar de McDonalds in Geldrop.

[medeverdachte 1] heeft verklaard dat hem door de jongen ( [verdachte] , rechtbank) een bedrag van € 100,= werd geboden indien hij in een schuur van een boer vaten zou gaan laden.

Naar aanleiding van de track and trace-gegevens van de gehuurde bestelbus is op 30 juni 2016 door de politie een loods aan de [adres 2] te Bavel betreden. De loods was eigendom van [medeverdachte 2] . In...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT