Uitspraak Nº 01/997508-15. Rechtbank Oost-Brabant, 2017-09-12

ECLIECLI:NL:RBOBR:2017:4798
Docket Number01/997508-15
Date12 Septiembre 2017

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Parketnummer: [parketnummer]

Strafrecht

Parketnummer: 01/997507-15

Datum uitspraak: 12 september 2017

Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] ,

wonende te [adres]

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 29 augustus 2017.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van12 april 2017. Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1. hij op of omstreeks 4 augustus 2014, althans op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de maand augustus 2014 in de gemeente(n) Eindhoven en/of Tilburg en/of Geldrop, althans in Nederland, terwijl verdachte bij vonnis van de Arrondissementsrechtbank te Oost-Brabant van 29 oktober 2013 (DOC-010), in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van zijn schuldeiser(s), tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, een of meer bate(n) niet heeft verantwoord en/of een of meer goed(eren) aan de boedel onttrokken, immers heeft hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn medevedachte(n), (telkens) buiten het zicht en zonder medeweten van de curator,

= een of meer inkomsten tot een totaalbedrag groot EURO 75.000,-, (telkens) afkomstig van [gedupeerde] , ontvangen en/of gehouden op een bankrekening nummer [rekeningnummer] ten name van hem, verdachte (DOC-004 en D-096, gevoegd bij aanvullend pv gedateerd 9 maart 2016);

(art. 341 aanhef en onder a ten eerste juncto art. 47 Wetboek van Strafrecht)

2. hij op of omstreeks 18 mei 2015 in de gemeente Eindhoven, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, opzettelijk gebruik heeft gemaakt, althans gebruik heeft doen maken van een vals of vervalst rekeningoverzicht van de [bank] te Hellerup (Denmark) ten name van hem met Klant-ID [id-nr] (DOC-039), - zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen - als ware dat geschrift echt en onvervalst, bestaande dat gebruikmaken hierin dat hij, verdachte en/of (een of meer van) zijn medeverdachte(n) voornoemd, dat rekeningoverzicht voornoemd heeft doen overleggen en/of overhandigen aan (een) opsporingsambtena(a)r(en) van de Fiod in Eindhoven in verband met een (onder meer) tegen hem, verdachte lopend strafrechtelijk onderzoek [onderzoek] ) en bestaande die valsheid of vervalsing hierin dat in dat rekeningoverzicht (onder meer) een kassaldo is vermeld van USD 1.792.893,66.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het ten laste gelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in haar vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

Bewijs

Het standpunt van de officier van justitie.

De officier van justitie heeft gevorderd dat beide aan verdachte ten laste gelegde feiten zullen worden bewezen verklaard.

Het standpunt van de verdediging.

De raadsman heeft met betrekking tot feit 1 – kort samengevat – aangevoerd dat de door verdachte op 22 oktober 2014 als getuige bij de politie afgelegde verklaring dient te worden uitgesloten van het bewijs. Verdachte is bij het afleggen van die verklaring ten onrechte niet als ‘verdachte’ aangemerkt en dientengevolge is hij eveneens ten onrechte niet op zijn rechten als verdachte gewezen. Er is sprake van strijd met het nemo-teneturbeginsel en derhalve van een schending van artikel 6 EVRM, aldus de raadsman. In het verlengde hiervan dienen tevens alle in de aangifte van [raadsman] opgenomen passages waarin verdachte wordt geciteerd, alsmede de daarin aangehaalde bankafschriften, uit die aangifte geschrapt te worden. De raadsman heeft in dit verband geconcludeerd dat verdachte dient te worden vrijgesproken wegens gebrek aan (rechtmatig verkregen) bewijs.

Daarnaast heeft de raadsman ten aanzien van feit 1 betoogd dat het feit niet kan worden bewezen omdat verdachte niet buiten het zicht en zonder medeweten van de curator heeft gehandeld. Bovendien heeft verdachte de door hem ontvangen inkomsten tijdig bij de curator gemeld en heeft verdachte geen opzet gehad om de rechten van schuldeisers te benadelen, ook niet in voorwaardelijke zin.

Subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van feit 1 aangevoerd dat verdachte een beroep op verontschuldigbare rechtsdwaling toekomt. Op grond van het door de curator vrijgeven van de bankrekening, mocht verdachte ervan uitgaan dat daarmee toestemming was gegeven om van op die bankrekening binnenkomende bedragen te gaan leven, ongeacht de aard of herkomst van de inkomsten die daarop binnenkwamen.

Met betrekking tot feit 2 heeft de raadsman eveneens vrijspraak bepleit, nu niet kan worden bewezen dat verdachte enige betrokkenheid heeft gehad ten aanzien van de vervalste factuur.

Het oordeel van de rechtbank. 1

Gebezigde bewijsmiddelen t.a.v. feit 1

Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant2d.d. 29 oktober 2013:

Op 29 oktober 2013 verklaarde de rechtbank Oost-Brabant [verdachte] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] in staat van faillissement. De rechtbank heeft als curator in dit faillissement aangesteld [raadsman] , advocaat te

’s-Hertogenbosch.

E-mail3 van verdachte aan de curator:

Van: [verdachte] [ [email verdachte]

Verzonden: maandag 26 mei 2014 11:58

Aan: [raadsman]

Onderwerp: deblokkering abn rek

Geachte [raadsman]

Zoals afgesproken vorige week na ons telefonisch overleg hier een voorbeeld van de blokkade van mijn privé rek.

Deze rekening staat op nul, maar heb ik nodig om een voorschot van de gemeente op te krijgen.

Mijn rekening nummer is: [rekeningnummer]

t.n.v. [verdachte]

Met vriendelijke groet.

[verdachte]

Bankafschrift4 van de Rabobank ten name van [gedupeerde] .:

Op 4 augustus 2014 is een bedrag van € 50.000,- en een bedrag van € 25.000,- overgemaakt [verdachte] , bankrekeningnummer [rekeningnummer] , met omschrijvingen “management facturen mei, juni, juli 2014 + bonus” en “restant management facturen + bonus mei-juni-juli 2014”.

Verklaring van verdachte5 afgelegd bij de politie d.d. 14 juli 2015:

Verbalisanten: Wat kunt u vertellen over uw genoten inkomsten vanaf de periode 1 mei 2014 tot aan heden?

Gehoorde: € 75.000 euro heb ik vorig jaar verdiend in 2014, dat heb ik verdiend met een adviesklus voor [gedupeerde] en zijn BV.

Verklaring van curator mr. [raadsman]6 afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 24 november 2016:

Ik heb [verdachte] bezocht in de P.I. en hem ervan in kennis gesteld dat hij gevraagd en ongevraagd inlichtingen moet verstrekken. Ik heb erop gewezen dat inkomsten onder het beslag vallen en dat die niet gebruikt mogen worden zonder beschikking van de rechter-commissaris. Ik heb [verdachte] erop gewezen dat hij alle inlichtingen moet verstrekken.

Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting d.d. 29 augustus 2017:

Het klopt dat ik vanaf 1 oktober 2013 tot 16 april 2014 gedetineerd heb gezeten.

Bijzondere bewijsoverwegingen t.a.v. feit 1

Verdachte is op 29 oktober 2013 in staat van faillissement verklaard. Uit hoofde van zijn faillissement rustte op verdachte, gelet op artikel 105 in combinatie met artikel 20 van de Faillissementswet, onder meer de verplichting om de na de datum van faillissement verworven inkomsten aan de curator te melden. Daargelaten dat verdachte geacht moet worden bekend te zijn met zijn verplichtingen ingevolge de faillissementswet, waaronder de verplichting om de curator – gevraagd en ongevraagd – van alle inlichtingen te voorzien waarvan hij weet of moet vermoeden dat die van belang (kunnen) zijn voor het beheer van de failliete boedel en de afwikkeling ervan, is hij hier, kort na het uitspreken van het faillissement, uitdrukkelijk door de curator op gewezen.

Aan die verplichting heeft verdachte niet voldaan. Verdachte heeft de door hem op
4 augustus 2014 van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT