Uitspraak Nº 02-038068-17. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-08-26

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:3813
Docket Number02-038068-17
Date26 Agosto 2019
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02/038068-17

vonnis van de meervoudige kamer van 26 augustus 2019

in de strafzaak tegen

[Verdachte]

geboren op [Geboortedag] 1989 te [geboorteplaats- en Land]

wonende te [Adres]

raadsvrouw mr. A. Greve-Kortrijk, advocaat te Breda.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 12 augustus 2019, waarbij de officier van justitie, mr. Van Aalst, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, ter zake dat:

hij op of omstreeks 3 december 2016 te Breda, met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, Weerijssingel, in elk geval op of aan de openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [Slachtoffer] , welk geweld bestond uit:
- het duwen van die [Slachtoffer] , ten gevolge waarvan die [Slachtoffer] op de grond is gevallen en/of
- het vastthouden van deze [Slachtoffer] en/of
- (vervolgens) het meerdere malen, althans eenmaal, slaan en/of stompen en/of schoppen tegen het lichaam van die [Slachtoffer] , ook terwijl die [Slachtoffer] op de grond lag.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht de tenlastegelegde openlijke geweldpleging wettig en overtuigend bewezen en baseert zich daarbij op de aangifte van [Slachtoffer] (hierna ook: aangever), de geneeskundige verklaring en de getuigenverklaring van [Naam 1] . Uit de getuigenverklaring volgt dat er naast verdachte en medeverdachte [Medeverdachte] (hierna ook: [Medeverdachte] ) nog meerdere mensen betrokken waren. Uit de verklaringen van verdachte en medeverdachte [Medeverdachte] volgt dat zij de anderen er buiten willen houden en ook hun eigen aandeel zo klein mogelijk willen maken. Het van de fiets duwen, vastpakken en het meermalen slaan, kunnen wettig en overtuigend bewezen worden.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de openlijke geweldpleging wettig en overtuigend bewezen kan worden verklaard op basis van de aangifte van [Slachtoffer] en de verklaringen van verdachte en [Medeverdachte] .

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Verdachte heeft ter zitting bekend aangever op 3 december 2019 op de Weerijssingel in Breda te hebben vastgepakt, waarna [Medeverdachte] aangever heeft geslagen, terwijl [Verdachte] daar bij aanwezig was.1 [Medeverdachte] heeft bij de politie verklaard dat [Verdachte] aangever van zijn fiets heeft geduwd, zoals ook aangever heeft verklaard.2 Volgens aangever is hij daarna door beiden geslagen en geschopt en hebben ook nog twee mannen achter aangever hem geslagen.3 Getuige [Naam 1] zag die dag vier personen boven één persoon hangen die op de grond lag. Ze waren de persoon op de grond aan het trappen.4 De openlijke geweldpleging kan daarom wettig en overtuigend bewezen worden, zoals hierna onder 4.4 weergegeven.

Dat aangever aan het openlijk geweld letsel heeft overhouden, blijkt uit de medische verklaring van 15 december 2016. Op 6 december 2016 zijn bij aangever blauwe plekken waargenomen op de rug, arm en zij, met een geschatte genezingsduur van twee weken.5 Dit is van belang voor de juridische kwalificatie van het feit in de beslissing onder 9.

4.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte

op 3 december 2016 te Breda, met anderen, op of aan de openbare weg, Weerijssingel...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT