Uitspraak Nº 02-317334-21. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2022-10-28

CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
ECLIECLI:NL:RBZWB:2022:6350
Date28 Octubre 2022
Docket Number02-317334-21
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02-317334-21

vonnis van de meervoudige kamer van 28 oktober 2022

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedag] 1953 te [geboorteplaats]

wonende te [woonadres]

raadsman mr. M. Houweling, advocaat te Roosendaal

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 21 september 2022, waarbij de officier van justitie, mr. A.I.M.M. Gudde, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Het onderzoek ter zitting is gesloten op 28 oktober 2022.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte zich op 27 maart 2020 schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van productie van harddrugs, dan wel het opzettelijk voorhanden hebben hiervan. Subsidiair is dit tenlastegelegd als medeplichtigheid hieraan.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht niet wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervaardigen en aanwezig hebben van harddrugs als medepleger. Wel is zij van mening dat er sprake is van medeplichtigheid. De officier van justitie voert hiertoe aan dat uit het dossier volgt dat verdachte wist wat er in zijn loods gebeurde en dat hij de personen die de werkzaamheden gingen uitvoeren in het lab gefaciliteerd heeft door hen een locatie voor hun werkzaamheden te verschaffen.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat verdachte integraal dient te worden vrijgesproken. Behoudens contacten en afspraken die verband houden met de verhuur van de loods, geeft het dossier geen blijk dat verdachte ook maar enige bijdrage heeft geleverd aan de productie van verdovende middelen. Er kan dan ook niet worden vastgesteld dat er sprake is van dubbel opzet.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt op basis van het dossier het volgende vast.

Op vrijdag 27 maart 2020, omstreeks 21:30 uur, werd door politie een melding ontvangen van een uitslaande brand in een loods/stal op het adres [adres] te Poortvliet. Bij deze brand deden zich meerdere krachtige ontploffingen voor. Na afloop van de bluswerkzaamheden werden restanten waargenomen van voorwerpen en stoffen welke vermoedelijk...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT