Uitspraak Nº 02-371026. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-04-29

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:2000
Docket Number02-371026
Date29 Abril 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

Zorgmachtiging

Zaaknummer: C/02/371026 FA-RK 20-1865

Beschikking d.d. 29 april 2020 op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) en artikel 6:4 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:

[Betrokkene]

geboren op [Geboortedag] 1999 te [Geboorteplaats]

wonende te [Adres]

gedetineerd te P.I. Vught, PPC, 5263 NT Vught, Lunettenlaan 501,

hierna te noemen betrokkene.

[Betrokkene] (hierna: betrokkene) is bijgestaan door mr. G.L.A.M. van Doveren, advocaat te Tilburg.

1 Procesverloop

De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 8 april 2020 bij de rechtbank binnengekomen. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

- de medische verklaring, opgesteld door psychiater mevrouw [naam 1] op 11 maart 2020;

- de zorgkaart;

- het zorgplan inclusief de bijlagen van 9 maart 2020;

- de bevindingen van de geneesheer-directeur van 17 maart 2020 en haar aanvulling van 9 april 2020;

- de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 15 april 2020 in het gebouw van de rechtbank Zeeland-West-Brabant op de locatie Breda, in aanwezigheid van de officier van justitie, die in persoon is verschenen.

Gelet op de recente ontwikkelingen omtrent het Coronavirus (COVID-19) heeft de Rechtspraak besloten alle rechtbanken te sluiten. Urgente zaken zoals deze zaak gaan echter wel door met dien verstande dat betrokkene telefonisch is gehoord en niet in persoon. De advocaat van betrokkene is tijdens het telefonisch horen van betrokkene in persoon aanwezig geweest ter zitting. De rechtbank wil met deze maatregelen voorkomen dat het Coronavirus verder wordt verspreid. Hoewel de rechtbank veel waarde hecht aan het horen van betrokkene in persoon laat zij thans het belang van de volksgezondheid in het algemeen en de veiligheid van haar medewerkers in het bijzonder prevaleren. Het betreffen uitzonderlijke tijden die tot uitzonderlijke maatregelen nopen. Volledigheidshalve merkt de rechtbank op dat betrokkene en zijn raadsman geen bezwaar hebben gemaakt tegen deze manier van horen.

Tevens zijn de deskundigen mevrouw [naam 2] , psychiater, en mevrouw [Naam] , geneesheer-directeur, telefonisch gehoord.

2 Standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen. Ten aanzien van de verschillende vormen van zorg en de op te leggen duur heeft de officier van justitie verwezen naar het verzoekschrift. Zij heeft daarbij het verzoekschrift ten aanzien van de verplichte vormen van zorg gewijzigd in die zin dat nu gelezen moet worden “toedienen van medicatie” in plaats van “toedienen van vocht, voeding en medicatie”.

Desgevraagd heeft de officier van justitie aangevoerd dat het verzoek is gegrond op artikel 2.3, eerste lid, onder 5 van de Wfz. Ter zitting heeft de officier van justitie primair verzocht het verzoek tot het afgeven van een zorgmachtiging af te wijzen. Subsidiair is verzocht de behandeling van het verzoek aan te houden tot 25 juni 2020 om dan gelijktijdig met de strafzaak te behandelen.

De officier van justitie is van mening dat de strafrechtelijke zaak die tegen [Betrokkene] aanhangig is, en daarmee het strafrechtelijk kader, dient te prevaleren. Er is in het geval...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT