Uitspraak Nº 02/373946 HA RK 20-134. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-22

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:3255
Date22 Julio 2020
Docket Number02/373946 HA RK 20-134
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer

Locatie: Breda

Procedurenummer: 02/373946 HA RK 20-134

Beslissing van 22 juli 2020 inzake het wrakingsverzoek ex artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) van:

[verzoeker] ,

woonachtig te [woonplaats] ,

verzoeker.

1 Procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt onder meer uit:

  • -

    het proces-verbaal van de zitting van 26 juni 2020 van de meervoudige kamer van het team familie- en jeugdrecht van deze rechtbank, belast met de behandeling van de hierna te noemen zaak (hierna: de hoofdzaak), tijdens welke zitting het verzoek tot wraking is gedaan;

  • -

    het e-mailbericht van verzoeker van 29 juni 2020 waarin hij vraagt om het hiervoor bedoelde proces-verbaal in te trekken omdat dit volgens hem geen redelijk beeld schetst van het daadwerkelijk verloop van de zitting;

  • -

    het e-mailbericht van verzoeker van 1 juli 2020 waarin hij vraagt om uitstel van de zitting van de wrakingskamer en waarin hij het wrakingsverzoek nader onderbouwt;

  • -

    de reactie van de gewraakte rechter op het wrakingsverzoek, gedateerd 7 juli 2020, waarin staat dat zij niet in de wraking berust;

  • -

    het e-mailbericht van verzoeker van 15 juli 2020, waarin hij reageert op de reactie van de gewraakt rechter op het wrakingsverzoek;

  • -

    de processtukken zoals opgenomen in het dossier van de rechtbank in de hoofdzaak;

  • -

    de behandeling van het wrakingsverzoek door de wrakingskamer ter zitting van 17 juli 2020, waarbij aanwezig waren: verzoeker en de gewraakte rechter.

2 Het verzoek
2.1.

Het verzoek strekt tot wraking van mr. Jansen (hierna: de rechter), optredend als voorzitter van de meervoudige kamer van het team familie- en jeugdrecht van deze rechtbank in de zaak met zaaknummer 02/344184 FA RK 18-2215 (hierna: de hoofdzaak) op de gronden die verzoeker heeft uiteengezet in zijn wrakingsverzoek.

2.2.

De rechter berust niet in het verzoek tot wraking.

3 Feiten

In de hoofdzaak heeft verzoeker een verzoek gedaan tot het vaststellen van een omgang- en informatieregeling met zijn zoon. De wederpartij in de hoofdzaak heeft verzocht om verzoeker het recht op contact met en informatie over zijn zoon te ontzeggen.

4 Het standpunt van verzoeker

Verzoeker heeft aangevoerd, kort weergegeven, dat de rechter de schijn van vooringenomenheid heeft gewekt doordat:

  • -

    verzoeker ter zitting van 26 juni 2020 geen extra verzoeken mocht indienen omdat hij ter zitting niet werd vertegenwoordigd door een advocaat. De rechtbank had verzoeker...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT