Uitspraak Nº 02-810592-17 ontneming. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2020-07-22

ECLIECLI:NL:RBZWB:2020:3303
Docket Number02-810592-17 ontneming
Date22 Julio 2020
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

Parketnummer: 02/810592-17

vonnis van de rechtbank d.d. 22 juli 2020

in de ontnemingszaak tegen

[Betrokkene]

geboren op [Geboortedag] 1980 te [Geboorteplaats]

wonende te [Adres]

raadsman mr. Van Rijsbergen, advocaat te Breda

1 De procedure

Betrokkene is op 22 juli 2020 door de rechtbank veroordeeld voor gewoontewitwassen tot de in die uitspraak vermelde straf.

De officier van justitie heeft ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd.

De vordering is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 juli 2020, waarbij de officier van justitie en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

De officier van justitie heeft bij de behandeling ter zitting de vordering gewijzigd. Aanvankelijk was aan betrokkene bekend gemaakt dat de hoogte van het voordeel werd geschat op € 600.000,=. Tijdens de behandeling ter zitting heeft de officier van justitie medegedeeld dat deze schatting op een misverstand berust. Hij heeft daarop zijn vordering aangepast, in die zin dat het door verdachte genoten voordeel wordt geschat op € 215.054,=.

2 Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het geschatte voordeel bestaat uit de negatieve kas die is berekend over de jaren 2011 tot en met 2015 en hij baseert zich daarbij op de gemaakte kasopstelling d.d. 20 december 2017.

3 Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat, gezien het verzoek tot vrijspraak, de ontnemingsvordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard.

4 Het oordeel van de rechtbank
4.1

Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel

Betrokkene is schuldig bevonden aan het gewoontewitwassen van contante geldbedragen tot een totaalbedrag van € 239.691,30. Voor het schatten van de hoogte van het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft de officier van justitie gewezen op het proces-verbaal betreffende de eenvoudige kasopstelling op pagina 442 en 443 van het eind-proces-verbaal in het onderzoek “Aisne”.

De rechtbank constateert dat bij het opstellen van deze kasopstelling gebruik is gemaakt van gegevens uit de administratie van betrokkene, bankafschriften van betrokkene en [Naam 1] en de onderzoeksresultaten van het door de FIOD uitgevoerde onderzoek genaamd “Aisne”. Over de periode van 2011 tot en met 2015 is gekeken...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT