Uitspraak Nº 02/820083-16. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-01-22

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:208
Docket Number02/820083-16
Date22 Enero 2019
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02/820083-16

vonnis van de meervoudige kamer d.d. 22 januari 2019

in de strafzaak tegen

[Verdachte]

geboren op [Geboortedag] 1984 te [Geboorteplaats]

wonende te [Adres]

raadsman mr. F.L.L. Vermeeren, advocaat te Drunen

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 8 januari 2019, waarbij de officier van justitie, mr. Nicolaes, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2 De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, ter zake dat:

1.

hij op of omstreeks 30 april 2015 te Baarle-Nassau en/of (elders) in

Nederland, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een

geldautomaat heeft weggenomen een geldbedrag van EUR 600,-- en/of een

gedlbedrag van EUR 400,--, in elk geval enig goed/geldbedrag, geheel of ten

dele toebehorende aan [Slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander of anderen

dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des

misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn

bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel en bestaande die valse

sleutel hieruit dat hij, verdachte, buiten medeweten van die [Slachtoffer 1]

bij de SNS bank een bankpas op haar naam heeft aangevraagd en/of (vervolgens)

EUR 1000,-- van de spaarrekening van [Slachtoffer 1] heeft overgemaakt naar de

betaalrekening van [Slachtoffer 1] en/of (vervolgens) met behulp van de bij die

bankpas behorende pincode eerdergenoemde geldbedragen heeft gepind/opgenomen;

[zie zaakdossier 1; aangifte pagina 291-993 van het dossier]

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op of omstreeks 08 mei 2015 te Halsteren, gemeente Bergen op Zoom, en/of

(elders) in Nederland, [Slachtoffer 1] heeft bedreigd

met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling,

door middels een aantal WhatsApp berichten de navolgende teksten/berichten

naar genoemde [Slachtoffer 1] te zenden:

"Ik Zweer op sjamg ik snij en ik steek je boei me niet of het kind erbij staat

op dot moment boeit me niks" en/of

"Al moet ik door de ramen komen en je strot kapot snijden" en/of

"Rij je kapot maakt me niet uit of je zoontje daar bij is" en/of

"Kijk jij maar goed om je heen heel goed 1 stiekeme steek onder in je zij is

genoeg", althans in lek geval woorden van gelijke dreigende aard en/of

strekking;

[zie zaaksdossier 1; aangifte pagina 337-338 van het dossier]

art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht

3.

hij op een of merdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 augustus

2015 tot en met 16 augustus 2015 te Amersfoort met het oogmerk van

wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een horloge (merk: olex) en/of

een armband en/of een fotocamera(merk: Sony), in elk geval enig goed, geheel

of ten dele toebehorende aan [Slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander of anderen

dan aan verdachte;

[zie zaakdossier 1; aangifte pagina 411-413 van het dossier]

art 310 Wetboek van Strafrecht

4.

hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 01 april

2014 tot en met 31 oktober 2015 te Halsteren, gemeente Bergen op Zoom,en/of te

Tilburg en/of (elders) in Nederland,

(telkens)

met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen

door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of

door een (of meer) listige kunstgre(e)p(en) en/of door een samenweefsel van

verdichtsels, in totaal ongeveer 50 person(o)n(en), althans een (groot) aantal

perso(o)n(en) heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag, in elk geval

van enig goed/geldbedrag, waaronder de navolgende personen, voor de navolgende

geldbedragen,:

1. [Slachtoffer 3] , tot afgifte van 207,75 Euro (zie zaakdossier 1 pagina 389-390)

en/of

2. [Slachtoffer 4] , tot afgifte van 81,75 Euro (zie zaakdossier 2 pagina 486-488)

en/of

3. [Slachtoffer 5] , tot afgifte van 400,-- Euro (zie zaakdosiser 2 pagina

582-583)

4. [Slachtoffer 6] , tot afgifte van 156,95 Euro (zie zaakdossier 3 pagina

697-698)

5. [Slachtoffer 7] , tot afgifte van 250,-- Euro (zie zaakdossier 3 pagina 919-921)

door

- gebruik te maken van een of meer (gedeeltelijk) valse (gebruikers) namen,

waaronder [Naam 1] , [Naam 2] , [Naam 3] , [Naam 4] en/of [Naam 5]

en/of

- ( vervolgens) met gebruikmaking van deze (gedeeltelijk) valse na(a)m(en) op

het internet, te weten op de website www.marktplaats.nl. een of meerdere

advertentie(s) te plaatsen waarop gereedschap, onder meer van de merken

Festool en/of Makita te koop werden aangeboden,

- met een of meer van voornoemde personen via (onder meer) het e-mail adres

of een e-mail adres van marktplaats info@marktplaats.nl,

[E-mailadres 1] , [E-mailadres 2] ,

[E-mailadres 3] en/of [E-mailadres 4]

contact te onderhouden en/of overleg te voeren en/of informatie te verschaffen

over de wijze van en/of het tijdstip van levering en/of betaling van dat/die

aangeboden goed(eren), en/of

- daarbij te zeggen dat deze goederen na ontvangst van betaling zouden worden

toegezonden en/of geleverd en/of

- daarbij een bankrekeningnummer, waaronder nummer [Bankrekeningnummer 1] (ten

name van [Slachtoffer 1] ], [Bankrekeningnummer 2] (ten name van [Naam 6] ),

[Bankrekeningnummer 3] (ten name van [Naam 7] ), [Bankrekeningnummer 4] en/of

[Bankrekeningnummer 5] op/door te geven waarop de te betalen aankoopbedragen

(inclusief verzendkosten) konden worden overgeboekt en/of gestort en/over

welke rekeningen hij, verdachte, de beschikking had en/of

- daarbij zich voor te doen als eigenaar/bezitter en/of als

bonafide/betrouwbare verkoper van dat gereedschap en/of

- de indruk en/of het vertrouwen te wekken bij voornoemde personen dat hij,

verdachte, de te koop aangeboden goederen na betaling daadwerkelijk zou

toezenden/leveren;

art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht

5.

hij in of omstreeks 15 maart 2012 tot en met 19 mei 2012 te Putte, gemeente

Woensdrecht, en/of (elders) in Nederland, (telkens) met het oogmerk van

wederrechtelijke toe-eigening in/uit een of meerdere geldautoma(a)t(en) heeft

weggenomen een of meerdere geldbedrag(en) van in totaal ongeveer 7.500,--

Euro, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam 8]

, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij

verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of

de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel

van een valse sleutel en/of bestaande die valse sleutel hieruit dat hij,

verdachte, onbevoegd met behulp van de bankpas van [Naam 8] en/of de bij

dei bankpas behorende (geheime) pincode dat/die geldbedragen heeft

gepind/opgenomen;

[zie zaakdossier 4, aangifte pagina 986-990)

art 310 Wetboek van Strafrecht

art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte hetgeen hem is tenlastegelegd heeft begaan, met uitzondering van de oplichting van [Slachtoffer 5] (feit 4, punt 3).

Zij baseert zich daarbij met name op de diverse aangiften van slachtoffers, op bevindingen tijdens een doorzoeking van de woning van verdachte en op verklaringen van getuigen.

Ten aanzien van feit 4 heeft de officier van justitie zich tevens gebaseerd op schakelbewijs. Zij is verder van mening dat de wisselende verklaringen van verdachte niet aannemelijk zijn.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen omdat daarvoor geen of onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voorhanden is.

Ten aanzien van feit 2 heeft de verdediging nog gesteld dat mevrouw [Slachtoffer 1] niet in een situatie heeft verkeerd waarvan gezegd kan worden dat in redelijkheid bij haar de vrees kon ontstaan dat zij zwaar lichamelijk letsel zou oplopen. Zij wist dat het bij tekstberichten zou blijven.

Ten aanzien van feit 3 is gesteld dat verdachte met goedvinden van mevrouw [Slachtoffer 2] de goederen heeft meegenomen om te verkopen waarna de opbrengst door hen gedeeld zou worden.

Ten aanzien van feit 4 is nog aangevoerd dat verdachte niemand heeft opgelicht en dat mevrouw [Slachtoffer 1] zich ook niet onbetuigd heeft gelaten. Het zich in het dossier bevindende contract met de Triodosbank is niet door verdachte ondertekend.

Ten aanzien van feit 5 is aangevoerd dat het inmiddels zo lang geleden is waardoor verdachte nu niet meer weet hoe het destijds precies is gegaan bij de bank. Hij heeft in ieder geval niet de beschikking gehad over de bankpas van de heer [Naam 8] .

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Feit 1

Op 30 april 2015 bemerkte aangeefster [Slachtoffer 1] , met wie verdachte tot kort voor die datum een relatie heeft gehad, dat er een bedrag van € 1.000,= was overgeboekt van haar spaarrekening naar haar gewone bankrekening1. Op die dag werd ook twee maal gepind bij de geldautomaat van de [Naam 9] in Baarle-Nassau. Om 11:07 uur werd een bedrag van € 600,= gepind en om 11:08 uur werd nog een bedrag van € 400,= gepind van de SNS-rekening [Bankrekeningnummer 1] met pasnummer [Pasnummer]2. Op genoemde tijdstippen was aangeefster [Slachtoffer 1] aan het werk in Bergen op Zoom, hetgeen bevestigd is door haar werkgever3.

Volgens mededeling van een medewerkster van de SNS-bank was de pas, welke aangeefster zelf gebruikte, niet meer in gebruik. Gezegd werd dat zij een andere pas had ontvangen. Aangeefster heeft vervolgens haar persoonlijke gegevens...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT