Uitspraak Nº 02-821152-14. Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 2019-09-19

ECLIECLI:NL:RBZWB:2019:4076
Date19 Septiembre 2019
Docket Number02-821152-14
CourtRechtbank Zeeland-West-Brabant (Neederland)

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht

Zittingsplaats: Breda

parketnummer: 02/821152-14

vonnis van de meervoudige kamer van 19 september 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1979 te [geboorteplaats] ,

wonende [adres] ,

raadsman, mr. O.P.N.M. Tennebroek, advocaat te Dongen.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 september 2019, waarbij de officier van justitie, mr. De Graaf, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. Tevens was aanwezig de benadeelde partij [slachtoffer] , bijgestaan door mr. A. van Rens, werkzaam bij ARAG rechtsbijstand.

2 De tenlastelegging

Verdachte staat terecht, ter zake dat:

zij en/of haar mededader ( [medeverdachte] ) op of omstreeks 20 juli 2014 te Waalwijk,

in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en met voorbedachten rade, [slachtoffer] , van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, voornoemde [slachtoffer] naar een locatie in de nabijheid van het [naam 1] aan de [straatnaam] heeft/hebben gelokt en/of (vervolgens) met kracht meermalen, althans eenmaal met een hard en/of zwaar voorwerp (tafelpoot) tegen/op het (achter)hoofd, in elk geval tegen het lichaam heeft/hebben geslagen, (terwijl genoemde [slachtoffer] op de grond lag),

terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:

[medeverdachte] op of omstreeks 20 juni 2014 op een locatie in de nabijheid van het [naam 1] aan de [straatnaam] te Waalwijk, in elk geval in Nederland, ter uitvoering van het door hem voorgenomen misdrijf om opzettelijk en met voorbedachte rade [slachtoffer] van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, voornoemde [slachtoffer] met kracht meermalen, althans eenmaal met een hard en/of zwaar voorwerp (tafelpoot) tegen/op het (achter)hoofd, in elk geval tegen het lichaam heeft geslagen, (terwijl genoemde [slachtoffer] op de grond lag), terwijl de uitvoering van dat misdrijf niet is voltooid, tot en/of bij het plegen van welk misdrijf zij, verdachte, op of omstreeks 20 juni 2014, te Waalwijk en/of elders in Nederland opzettelijk behulpzaam is

geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen heeft verschaft, immers heeft zij, verdachte, op 20 juni 2014

- die [slachtoffer] gebeld en/of

- een afspraak met die [slachtoffer] gemaakt en/of

- die [slachtoffer] onder valse voorwendselen naar voornoemde locatie in de nabijheid van het [naam 1] aan de [straatnaam] gelokt.

3 De voorvragen

De dagvaarding is geldig.

De rechtbank is bevoegd.

De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.

Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4 De beoordeling van het bewijs
4.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van poging tot moord op [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ). De officier baseert zich daarbij onder meer op de aangifte van [slachtoffer] , de geneeskundige verklaring over het letsel van [slachtoffer] , de getuigenverklaringen van [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] , de volgens de officier van justitie kennelijk leugenachtige verklaring van medeverdachte [medeverdachte] , de verklaringen van zijn buurman [naam 5] en van coffeeshopmedewerkster [naam 6] . Tot slot baseert de officier van justitie zich op de historische telefoongegevens van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] en op het feit dat [slachtoffer] verdachte als begunstigde had aangewezen in zijn testament.

4.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging is van mening dat er in de zaak van medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) onvoldoende overtuigend bewijs voorhanden was, waardoor [medeverdachte] vrijgesproken had dienen te worden. Voorts is de verdediging van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen van zowel het aan verdachte tenlastegelegde medeplegen van als het medeplichtig zijn aan de poging doodslag c.q. zware mishandeling van [slachtoffer] . Er is onvoldoende bewijs voor het vermeende medeplegen of medeplichtigheid, het vereiste opzet en de voorbedachte rade, laat staan het kalm en rustig overleg. Ook is er onvoldoende bewijs voor het onder valse voorwendselen lokken van [slachtoffer] naar de locatie. Verdachte had geen enkel belang bij de dood of zware mishandeling van [slachtoffer] . Bovendien is de verklaring van verdachte aannemelijk en wordt deze niet door bewijsmiddelen tegengesproken.

4.3

Het oordeel van de rechtbank

Op 20 juli 2014 omstreeks 11:55 uur ontvingen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] de melding om te gaan naar het zwembad aan de [straatnaam] in Waalwijk, omdat daar een vechtpartij zou hebben plaatsgevonden. Omstreeks 12:20 uur kwamen [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ter plaatse en zagen zij dat er een man werd behandeld door ambulancepersoneel. Zij zagen dat het hoofd van de man was verbonden met verband en dat zijn gezicht en T-shirt bebloed waren. [verbalisant 1] vroeg aan de man of hij wist wie hem dat letsel had toegebracht. Zij hoorde de man daarop antwoorden “ja, dat was [medeverdachte] ”. Toen [verbalisant 1] aan de man vroeg of hij de dader had herkend aan zijn uiterlijk hoorde [verbalisant 1] de man daarop antwoorden “ik herkende zijn stem, ik hoorde dat hij zei [slachtoffer] je gaat eraan”. Nadat [verbalisant 1] de man nogmaals vroeg of hij de dader ook had gezien werd de man volgens [verbalisant 1] alleen maar emotioneler. De man is vervolgens overgebracht naar het Jeroen Bosch ziekenhuis. De man bleek [slachtoffer] te zijn.1

Op 20 juli 2014 omstreeks 19:15 uur heeft [slachtoffer] aangifte gedaan van poging tot doodslag dan wel zware mishandeling, gepleegd op 20 juli 2014 te 11:54 uur in Waalwijk. Hij heeft onder meer verklaard dat hij 1,5 jaar geleden een relatie heeft gekregen met verdachte. Vóór hun relatie heeft verdachte driekwart jaar een relatie gehad met [medeverdachte] , maar nadat [medeverdachte] haar in het voorjaar van 2013 met haar kinderen op straat had gezet, heeft [slachtoffer] haar met de kinderen direct in huis genomen en is hun relatie begonnen.

[slachtoffer] heeft voorts verklaard dat verdachte op 20 juli 2014 omstreeks 11:00 uur tegen hem zei dat ze met de kinderen naar de paardjes ging kijken bij het [naam 7] in Waalwijk. Ongeveer vijf minuten later belde verdachte [slachtoffer] op. Zij vertelde dat de ketting van haar fiets eraf was en dat ze bij het [naam 1] stond. Verdachte vroeg aan [slachtoffer] om snel te komen. Hierop is [slachtoffer] direct met zijn snorfiets naar het [naam 7] gereden, gelegen bij het [naam 1] . Vanaf de Vijverlaan is hij een smal pad ingereden langs het Hoefsven, maar hij kon verdachte en de kinderen niet vinden. Ondertussen probeerde [slachtoffer] haar op haar mobiele telefoon te bereiken, maar dat lukte niet. Toen [slachtoffer] halverwege het pad reed hoorde hij “ [slachtoffer] ” en gelijk daarna voelde hij een heel harde klap op zijn achterhoofd. De klap was zo hard dat [slachtoffer] gelijk naast zijn snorfiets lag. [slachtoffer] heeft verklaard dat hij onmiddellijk en zonder twijfel wist dat [medeverdachte] degene was die de woorden sprak, omdat hij diens stem herkende. Toen [slachtoffer] op de grond lag tilde hij zijn linkerarm op en zag onder zijn linkerarm door het gezicht van [medeverdachte] . [slachtoffer] zag ook dat [medeverdachte] een houten poot, vermoedelijk een tafelpoot, in zijn handen had met daaraan een grote bout van ongeveer tien centimeter lang. Meteen nadat [slachtoffer] [medeverdachte] aankeek voelde hij een tweede klap op zijn achterhoofd. Ook die tweede klap ging met veel kracht gepaard. [slachtoffer] voelde dat [medeverdachte] hem met de bout van de tafelpoot aan één stuk door zonder pauze op zijn achterhoofd sloeg en hoorde dat [medeverdachte] daarbij zei “ [slachtoffer] jij gaat dood”. Volgens [slachtoffer] had hij ook echt het gevoel dat hij dood zou gaan. Op enig moment is [slachtoffer] toch op kunnen staan en zag hij dat [medeverdachte] weer het [medeverdachte] inliep. [slachtoffer] is naar de man en vrouw toe gelopen die hij eerder op het pad was gepasseerd. Met hen is [slachtoffer] naar het [naam 1] gegaan, alwaar de ambulance is ingeschakeld. [slachtoffer] is daarna naar het Jeroen Bosch ziekenhuis overgebracht. Volgens [slachtoffer] zijn er in het ziekenhuis 38 hechtingen in zijn hoofd gezet.2

Feitelijke handelingen

Dat [slachtoffer] op 20 juli 2014 meerdere malen met kracht op het hoofd is geslagen met een hard voorwerp vindt steun in de medische verklaring. Uit de medische verklaring blijkt dat [slachtoffer] op 20 juli 2014 is overgebracht naar de spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Aldaar heeft de dienstdoende chirurg bij [slachtoffer] meerdere laceraties (de rechtbank begrijpt: weefselverscheuringen) geconstateerd op de hoofdhuid tot in subcutis (de rechtbank begrijpt: tot in de laag die net onder de huid is gelegen). De hoofdwonden zijn gehecht.3

Ook vindt de verklaring van [slachtoffer] dat hij met kracht op zijn hoofd is geslagen steun in de getuigenverklaring van [naam 2] . [naam 2] heeft verklaard dat zij omstreeks 12:00 uur met haar man, [naam 3] , aan het wandelen was in het bosgebied [naam 7] in Waalwijk. Op enig moment zag en hoorde [naam 2] een scooter aan komen rijden. Zij zag dat de man met de scooter op het pad bleef staan en een telefoon aan zijn oor hield. [naam 2] hoorde ineens een harde...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT