Uitspraak Nº 03/135016-19. Rechtbank Limburg, 2020-12-23

ECLIECLI:NL:RBLIM:2020:10348
Date23 Diciembre 2020
Docket Number03/135016-19
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer : 03/135016-19

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 december 2020

in de strafzaak tegen

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,

gedetineerd in Penitentiaire Inrichting te Sittard.

De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.J.H.M. de Crom, advocaat kantoorhoudende te Maastricht.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zittingen van 26 november, 2 en 9 december 2020. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn op 26 november en 2 december 2020 ter terechtzitting verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt. Het onderzoek ter terechtzitting is op 9 december 2020 gesloten.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte samen met een ander of anderen een woningoverval heeft gepleegd.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen, met dien verstande dat de verdachte partieel moet worden vrijgesproken van de diefstal van een portemonnee. Bewezen kan worden verklaard dat tijdens de woningoverval een geldbedrag van € 15.000,- is weggenomen.

De officier van justitie heeft in dit verband onder meer verwezen naar de bekennende verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting, en de verklaringen van de medeverdachten [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] .

3.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging refereert zich ten aanzien van de bewezenverklaring aan het oordeel van de rechtbank, behoudens de hoogte van het uit de woning weggenomen geldbedrag en de diefstal van een portemonnee. Bewezen kan worden verklaard dat door de verdachte en zijn mededader(s) een geldbedrag van € 12.500,- uit de woning is weggenomen. Van de diefstal van een portemonnee dient de verdachte te worden vrijgesproken, nu uit het dossier blijkt dat uit de woning geen portemonnee is weggenomen.

3.3

Het oordeel van de rechtbank 1

De rechtbank is, met de officier van justitie en de verdediging, van oordeel dat de tenlastegelegde woningoverval wettig en overtuigend kan worden bewezen. Omdat de verdachte ter terechtzitting van 26 november 2020 het feit heeft bekend, volstaat de rechtbank met een opgave van de bewijsmiddelen, te weten:

- de bekennende verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van

26 november 2020;

- de aangifte van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .2

Vrijspraakoverweging portemonnee

Met de officier van justitie en de raadsvrouw is de rechtbank van oordeel dat niet bewezen kan worden verklaard dat tijdens de woningoverval een portemonnee is weggenomen, met als gevolg dat de verdachte van dit onderdeel van de tenlastelegging moet worden vrijgesproken.

Bewijsoverweging over de hoogte van het weggenomen geldbedrag

Bij de woningoverval op 1 oktober 2018 is een geldkistje met daarin een geldbedrag weggenomen. Om vast te kunnen stellen welk geldbedrag bij deze woningoverval is weggenomen dient allereerst te worden vastgesteld welk geldbedrag zich op die datum in het geldkistje bevond.

De aangifte

Door [slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) is op 1 oktober 2018 om 03:02 uur aangifte gedaan van de woningoverval. [slachtoffer 1] heeft verklaard dat zij en haar echtgenoot op 26 september 2018 naar de betreffende woning aan de [adres] te Kessel zijn verhuisd. De verhuizing is verzorgd door het bedrijf [bedrijf] uit Susteren. Op de dag van de verhuizing heeft [slachtoffer 1] aan de verhuizers verteld dat zij en haar echtgenoot kort daarvoor hun bedrijf hadden verkocht. In de nacht van 1 oktober 2018 heeft de overval plaatsgevonden, waarbij de daders onder meer schreeuwden: ‘Geld, geld, geld. Ik weet dat jullie geld hebben want jullie hadden een bedrijf’. [slachtoffer 1] heeft tijdens de overval aan de daders verteld dat er geen geld in de woning aanwezig was. Er was echter wel een geldbedrag in de woning aanwezig. Dit geldbedrag hadden de bewoners bewaard en weggestopt in een verhuisdoos. Onderin deze verhuisdoos bevond zich een geldkistje, blauw van kleur, met daarin een geldbedrag ter hoogte van € 25.000,-. Bovenop dit geldkistje waren bewust diverse spullen geplaatst, om het geldkistje aan het zicht te onttrekken. Na de overval zagen de bewoners dat dit geldkistje was weggenomen. [slachtoffer 1] heeft voorts verklaard dat het bedrag van € 25.000,- was verdeeld in een tiental stapels. Deze stapels waren samengebonden door middel van elastiekjes. Over de daders heeft [slachtoffer 1] verklaard dat deze een opvallend Limburgs accent hadden. Dit opvallende accent deed haar meteen aan de verhuisploeg denken. [slachtoffer 1] heeft voorts verklaard dat de verhuisdoos met daarin het geldkistje niet door de verhuizers maar door haarzelf is verhuisd.3

Op 1 oktober 2018 om 10:30 uur heeft [slachtoffer 1] aanvullend verklaard dat de verhuisdoos met daarin het betreffende geldkistje op de dag van de verhuizing in haar auto heeft gestaan. Zij heeft de doos zelf naar de nieuwe woning gebracht. Deze doos stond na de verhuizing op de kamer naast de muurkast. Er stond ‘badkamer’ op de bewuste doos en er lagen badmatten en een deken op het geldkistje in deze doos. Toch hebben de daders het geldkistje gevonden.4 [slachtoffer 1] heeft later nog verklaard dat zij op de dag van de verhuizing bij haar dochter is gaan eten. De verhuisdoos met daarin het geldkistje is toen in de keuken blijven staan.5 Het geld in het geldkistje bestond uit stapels van telkens vijftig briefjes van € 50,-. In 2017 is het geldbedrag voor het laatst geteld.6

De echtgenoot van [slachtoffer 1] , de heer [slachtoffer 2] (hierna: [slachtoffer 2] ), heeft verklaard dat in het geldkistje een bedrag van ongeveer € 20.000,- tot € 25.000,- zat. In het geldkistje zaten bijna allemaal bankbiljetten van vijftig euro. Deze bankbiljetten zaten in pakketjes van vijftig briefjes bij elkaar met een elastiek eromheen.7

Op het spoor van medeverdachte [medeverdachte 2] en zijn diefstal op 26 september 2018

Na de woningoverval is door de politie een onderzoek ingesteld, onder meer naar het door [slachtoffer 1] genoemde verhuisbedrijf. Uit dit onderzoek kwam onder meer de naam van medeverdachte [medeverdachte 2] (hierna: [medeverdachte 2] ) naar voren. [medeverdachte 2] heeft verklaard op

26 september 2018 als verhuizer bij de verhuizing aanwezig te zijn geweest. [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard op 26 september 2018 tijdens de verhuizing een verhuisdoos met daarin een geldkistje te hebben gezien. In dit geldkistje lagen bundeltjes briefgeld. Deze bundeltjes waren bij elkaar gebonden met dunne elastieken. [medeverdachte 2] heeft vervolgens een geldbedrag uit dit geldkistje weggenomen.8

Uit telecomgegevens blijkt dat [medeverdachte 2] op die middag tussen 12:15:03 en 12:35:39 uur via WhatsApp naar medeverdachte [medeverdachte 1] onder meer de volgende berichten heeft gestuurd:

- ‘Ik ga niet meer pleiten’

- ‘Heb net goeie gemaakt”

- ‘Heb zeker 4K’

- ‘Gepakt’.9

In het procesdossier bevinden zich voorts WhatsApp-berichten die door [medeverdachte 2] naar zijn zus zijn gestuurd. Op 2 oktober 2018 stuurt [medeverdachte 2] aan zijn zus dat hij een riem heeft gekocht met een certificaat erbij.10 Ook stuurt hij dat hij zo nog even een nieuwe telefoon moet gaan halen.11 Op 3 oktober 2018 appt [medeverdachte 2] naar zijn zus dat hij een jas van het merk Moncler heeft gekocht, waarop zijn zus antwoordt: ‘Ja zijn ook mooie jassen maar zijn zo duur. Is bijna onze huur.12 [medeverdachte 2] heeft ter terechtzitting als getuige verklaard dat deze jas € 550,- heeft gekost.13 Op 20 oktober 2018 heeft [medeverdachte 2] een foto van zijn nieuwe tattoo naar [medeverdachte 1] gestuurd.14 [medeverdachte 2] heeft ter terechtzitting als getuige verklaard dat deze tattoo

€ 160,- of € 180,- heeft gekost.15

Bij de politie heeft [medeverdachte 2] verklaard dat hij van het geldbedrag dat hij op 26 september 2018 uit het geldkistje heeft gestolen twee keer naar de dierentuin is geweest, naar de Apenheul, is gaan uiteten en de rest zo heeft opgemaakt, aan eten en aan wiet.16

De verklaringen van medeverdachte [medeverdachte 1] en de verdachte

Medeverdachte [medeverdachte 1] heeft over de dag van de verhuizing het volgende verklaard. [medeverdachte 2] heeft hem die middag bovengenoemd WhatsApp-bericht gestuurd. Later die middag hebben ze elkaar op een parkeerplaats ontmoet. [medeverdachte 2] heeft tijdens deze ontmoeting aan [medeverdachte 1] het geld laten zien dat hij die middag bij de verhuizing had weggenomen. [medeverdachte 1] zag meteen dat dit een groter geldbedrag was dan de ‘4K’ waarover [medeverdachte 2] hem een bericht had gestuurd. [medeverdachte 1] zag dat [medeverdachte 2] vier bundels geld en nog een aantal losse biljetten uit zijn broekzak en vest haalde.17 [medeverdachte 2] zou later tegen [medeverdachte 1] hebben verteld dat het totaalbedrag € 11.500,- bedroeg.18 [medeverdachte 1] heeft bekend de woningoverval op 1 oktober 2018 te hebben gepleegd en heeft voorts verklaard bij deze woningoverval een geldkistje met daarin een geldbedrag van € 12.500,- te hebben gestolen.19

De verdachte heeft bekend de woningoverval samen met [medeverdachte 1] te hebben gepleegd en heeft verklaard dat ze bij de woningoverval een geldbedrag van net € 12.000,- hebben buitgemaakt. De verdachte heeft verder verklaard dat hij door [medeverdachte 1] voor het plegen van deze woningoverval is benaderd. [medeverdachte 1] had gezien dat de tipgever van deze woningoverval iets van € 10.000,- in zijn handen had gehad.20

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank acht op basis van...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT