Uitspraak Nº 03/254494-18. Rechtbank Limburg, 2019-09-20

ECLIECLI:NL:RBLIM:2019:8505
Date20 Septiembre 2019
Docket Number03/254494-18
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer: 03/254494-18

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 september 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1991,

zonder bekende vaste woon- of verblijfplaats in Nederland,

gedetineerd in P.I. Sittard, Op de Geer 1 te Sittard.

De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.A. van Enckevort, advocaat, kantoorhoudende te Venlo.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 6 september 2019. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:

primair : op 10 december 2018 in Baarlo heeft geprobeerd [slachtoffer] te doden;

subsidiair : op 10 december 2018 in Baarlo [slachtoffer] zwaar lichamelijk letsel heeft

toegebracht;

meer subsidiair : op 10 december 2018 in Baarlo heeft geprobeerd [slachtoffer] zwaar

lichamelijk letsel toe te brengen.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd het primair ten laste gelegde bewezen te verklaren. Uit de getuigenverklaringen blijkt dat alleen de verdachte en het slachtoffer ter plaatse waren. Verder blijkt uit de getuigenverklaringen dat de man die door de politie is meegenomen de persoon is geweest die het geweld gepleegd heeft. De verdachte is door de politie meegenomen. De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat het opzet van de verdachte op de dood van [slachtoffer] kan worden afgeleid uit de door de verdachte verrichte en door de getuigen beschreven gedragingen. Zonder tijdig en adequaat medisch ingrijpen zouden de gedragingen van de verdachte tot de dood van [slachtoffer] hebben geleid.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsvrouw heeft integrale vrijspraak bepleit, omdat het (voorwaardelijk) opzet van de verdachte op de dood of op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan [slachtoffer] heeft ontbroken. De getuigenverklaringen zijn onduidelijk. Er is geen sprake van gedragingen van de verdachte die naar hun uiterlijke verschijningsvorm moeten worden aangemerkt als zo zeer gericht op een bepaald gevolg dat het, behoudens contra-indicaties, niet anders kan zijn dan dat de verdachte de aanmerkelijke kans op het ontstaan van het gevolg heeft aanvaard.

3.3

Het oordeel van de rechtbank 1

3.3.1

Bewijsmiddelen

Aanleiding onderzoek

Op 10 december 2018, omstreeks 21:45 uur, kregen verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] de

melding om te gaan naar de [adres] te Baarlo. Daar zou ter hoogte van

huisnummer [x] een persoon in elkaar geschopt worden. Het slachtoffer zou op de grond liggen en niet meer bewegen. Hierop zijn de verbalisanten met spoed naar de aangegeven plaats gegaan.

Verbalisant [verbalisant 1] zag dat zijn collega’s zich al over het slachtoffer hadden ontfermd. [verbalisant 1] zag dat op ongeveer 5 a 6 meter afstand van het slachtoffer, een man - de latere verdachte - op een laag stenen muurtje voor de woning met huisnummer [x] zat. Hij zag dat de verdachte donkere sneakers van het merk Nike droeg en dat deze sneakers een witte zool hadden. De verbalisant zag dat er bloedafdrukken op de witte zool zaten. De verbalisant deelde de verdachte mede dat hij op het politiebureau van hem een uitgebreide verklaring wenste op te nemen en verzocht hem om plaats te nemen in het politiedienstvoertuig. De verdachte nam vervolgens plaats in het dienstvoertuig.2

Relaas verbalisanten

Verbalisant [verbalisant 3] heeft gerelateerd dat zij op 10 december 2018 omstreeks 21:50 uur zag dat er een man op het fietspad voor de woning op de [adres] huisnummer [x] te Baarlo op de grond lag. Ernaast stond een andere man. Deze man keek naar de op de grond liggende man. De man op de grond had een bebloed gezicht. Het rechteroog van het slachtoffer was gezwollen en blauw. Het linkeroog van het slachtoffer zat dicht. Het slachtoffer had bloed in zijn gezicht en op zijn handen. Hij had geen ademhaling. De ambulance was ter plaatse. De ambulancemedewerker sloot apparatuur aan bij het slachtoffer om een hartslag te krijgen. [verbalisant 3] is toen begonnen met de reanimatie van het slachtoffer. Het slachtoffer werd door het ambulancepersoneel meegenomen naar het Radboud ziekenhuis te Nijmegen.3

Verbalisant [verbalisant 4] heeft gerelateerd dat hij op 11 december 2018 contact heeft opgenomen met het Radboud UMC ziekenhuis te Nijmegen, waar het slachtoffer [slachtoffer] was opgenomen. De dienstdoende arts gaf aan dat het slachtoffer buiten levensgevaar was. Later op de dag kreeg [verbalisant 4] te horen dat het slachtoffer [slachtoffer] op de afdeling voor intensive care aan de beademingsapparatuur lag en dat hij hersenletsel had. [slachtoffer] zou buiten levensgevaar zijn. Over de ernst van het hersenletsel kon op dat moment niets worden medegedeeld.4

Getuigenverklaringen

Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat zij op 10 december 2018, omstreeks 21:00 uur, samen met haar gezin in de woonkamer televisie zat te kijken. Zij heeft vanuit haar woonkamer zicht op de [adres] te Baarlo. Zij zag dat er al een hele tijd twee mannen heen en weer langs haar woning liepen. Zo’n 5 tot 10 minuten voordat zij de sirenes hoorde zag zij de twee mannen nog voorbij lopen. Zij zag dat de politie bij deze twee mannen stond.5

Getuige [getuige 2] heeft verklaard dat zij op 10 december 2018, omstreeks 22:00 uur, in haar woning op de [adres] huisnummer [Y] te Baarlo was. Zij keek door het raam van haar slaapkamer naar de overzijde van de straat. Zij zag toen twee mannen aan de overzijde van de straat lopen, ter hoogte van de woning met huisnummer [x] . Een van de twee mannen ging op het muurtje voor deze woning zitten. De andere man ging voor de man op het muurtje staan. De man die op het muurtje zat werd getrapt door de man die voor hem stond. Het slachtoffer werd getrapt in de omgeving van zijn buik. Het slachtoffer viel voorover van het muurtje op het fietspad. Het op de grond liggende slachtoffer kreeg meerdere trappen van de man. Het slachtoffer kwam overeind en viel weer op de grond. De man begon het slachtoffer weer te trappen. Het slachtoffer werd ter hoogte van zijn hoofd/bovenlijf geraakt. De man gaf 3 of 4 trappen en telkens op dezelfde plaats, ter hoogte van het hoofd/bovenlijf. De man trok het slachtoffer omhoog aan zijn kleding en liet het slachtoffer vervolgens weer vallen. Het slachtoffer lag inmiddels achter een personenauto. Getuige [getuige 2] had op dat moment geen zicht meer op het slachtoffer. Zij zag dat de man een schopbeweging maakte. [getuige 2] had het gevoel dat de man agressiever begon te trappen toen hij de sirenes van de hulpdiensten hoorde. Zij zag namelijk dat de schopbewegingen heftiger werden.6

Getuige [getuige 3] heeft verklaard dat hij op 10 december 2018 omstreeks 21:30 uur, in Baarlo met zijn honden ging wandelen. Ter hoogte van de [adres] , huisnummer [x] zag hij een man op de grond liggen. De man lag met zijn gezicht richting de grond. Er stond een andere man bij. De staande man trok de liggende man omhoog en liet hem vervolgens weer op de grond vallen. De man trapte de op de grond liggende man, van boven naar beneden. Dat deed hij twee of drie keer, met kracht. De politie heeft een man met een hoofddeksel op apart gehouden. Dit is de persoon die de op de grond liggende man heeft...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT