Uitspraak Nº 03/659294-17. Rechtbank Limburg, 2019-12-20

ECLIECLI:NL:RBLIM:2019:11475
Date20 Diciembre 2019
Docket Number03/659294-17
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer: 03/659294-17

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 20 december 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats/datum verdachte] 1993,

wonende te [adres] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. A.G.A. Aben, advocaat kantoorhoudende te Eindhoven.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 6 december 2019. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:

  1. [slachtoffer 1] heeft mishandeld, terwijl die mishandeling zwaar lichamelijk letsel tot gevolg had;

  2. openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 2] .

3 De beoordeling van het bewijs

De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide feiten en de verdediging heeft daartegen geen verweer gevoerd.

3.1

De bewijsmiddelen 1

Slachtoffer [slachtoffer 1]

[slachtoffer 1] 2 deed aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:

Op zaterdag 19 augustus 2017, omstreeks 00.00 uur, zijn [slachtoffer 2] en ik naar de Oelemarkt te Weert gegaan. [slachtoffer 2] en ik zijn bij de Stuiterbal naar binnen gegaan om daar nog iets te drinken. Toen [slachtoffer 2] en ik naar buiten liepen, liep een jongen tegen ons aan. Ik sprak hem aan en vroeg aan hem: "Moet dat nou?" Aan zijn reactie kon ik merken dat dit zijn opzet was. Toen wij buiten kwamen zag ik nog drie jongens staan. Deze drie jongens kwamen zich ook direct bemoeien met de situatie tussen mij en die eerste jongen. Het was duidelijk dat zij op zoek waren naar ruzie. [slachtoffer 2] en ik wilden daar weg omdat het niet goed voelde. Ik zag dat de vier jongens in onze richting kwamen lopen. Wat er daarna is gebeurd is mij onbekend. Ik ben aangesproken door een politieagent en die vertelde mij wat er was gebeurd.

[slachtoffer 1] vertelde op 21 augustus 2017 aanvullend – zakelijk weergegeven – dat hij naar het ziekenhuis was geweest en dat daar bleek dat hij een scheur in zijn schedel had en dat er bloedingen in zijn hersenen zaten.3 Op 18 november vertelde hij voorts – zakelijk weergegeven – dat hij door de mishandeling een scheuring van de zenuwen die de smaak en geur aansturen heeft opgelopen en dat hij sindsdien geen smaak of geur meer heeft gehad.4

De diverse medische informatie omtrent [slachtoffer 1] vermeldt het volgende:

- zwelling en bloeduitstorting links, kneuzing van de hersenen, traumatische bloeding rond of in de hersenen onder het spinnenwebvlies, schedelfractuur achterhoofd;5

- schedelbreuk achterzijde, hersenkneuzing links voor, verlies van reukvermogen. Opname van 22 tot en met 24 augustus 2017. Geschatte duur van genezing:

- duizeligheid: dagen-weken;

- hersenkneuzing: maanden-jaar;

- schedelbreuk: weken-maanden;

- verlies reukvermogen: jaren of helemaal niet herstellend.6

Slachtoffer [slachtoffer 2]

[slachtoffer 2] 7 deed aangifte en verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:

Op 19 augustus 2017 omstreeks 00.30 uur waren [slachtoffer 1] en ik in café "de Stuiterbal" in Weert. Wij wilden omstreeks 01.00 uur naar huis gaan. Toen wij naar buiten liepen, hoorde ik [slachtoffer 1] tegen mij zeggen: "Er is wat aan de hand". Ik draaide mij om en ik zag dat er ongeveer 4 à 5 jongens dreigend tegenover ons stonden. Ik hoorde iemand van hun zeggen "ik maak jullie kapot" of woorden van gelijke strekking. Ik had echt het gevoel dat de jongens op ruzie uit waren en dat de boel zou gaan escaleren. We werden toen door iemand, die de boel wilde sussen, meegenomen. Toen ging het voor mijn gevoel heel erg snel. Het werd plots zwart voor mijn ogen. Ik weet dat ik op de grond viel en dat er meerdere mensen mij, toen ik op de grond lag, schopten en sloegen. Plots rende iedereen weg en zag ik de politie. Ik ben opgestaan en ik zag dat [slachtoffer 1] ook op de grond lag.

[slachtoffer 2] 8 verklaarde aanvullend – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:

Ik lag opeens op de grond. Ik voelde dat ik geschopt werd. Ik voelde dat ik geraakt werd op mijn hoofd. Ik voelde meerdere klappen op mijn hoofd. Ik werd geraakt op de linkerzijkant van mijn hoofd. Ik voelde dat dit erg veel pijn deed. Alles was zwart en ik maakte mij klein zodat ik mezelf kon beschermen. Ik voelde ook dat ik, toen ik op de grond lag, geraakt werd op mijn ribben. Deze pijnscheuten, van meerdere klappen, voelde ik op mijn linker ribben. Ook voelde ik dat ik meerdere keren geraakt werd op mijn linker heup. Ik voelde hevige pijnscheuten. Ik voelde opeens dat ik geen klappen meer kreeg. Ik opende mijn ogen en zag de politie. Ik heb behoorlijk letsel aan deze mishandeling over gehouden. Mijn linker rib is gebroken. Er zijn een paar linker ribben gekneusd. Ik heb blauwe plekken op mijn linker heup. Daarnaast heb ik last van oorsuizen/piepen. Ik heb ook last van de linkerzijde van mijn hoofd. Ik heb een snee op mijn hoofd. Deze snee is gehecht. Deze zit rechtsboven mijn gezicht. Ik heb ook nog een snee op mijn neus en een blauw oog.

Medische informatie 9 omtrent [slachtoffer 2] vermeldt dat sprake was van een laterale ribfractuur.

Getuige

Getuige [naam 1] 10 verklaarde – zakelijk weergegeven – onder meer het volgende:

U vraagt mij of een verklaring kan afleggen over de openlijke geweldpleging die zich afgelopen zaterdag omstreeks 01:10 uur op de Oelemarkt in Weert heeft afgespeeld. Op enig moment zag ik [slachtoffer 1] over de Oelemarkt lopen. Plotseling zag ik dat een jongen die ik ken als [verdachte] op [slachtoffer 1] afliep en uit het niets heel hard met zijn rechtervuist richting het gezicht van [slachtoffer 1] sloeg. Ik zag dat [slachtoffer 1] geraakt werd en ik zag dat [slachtoffer 1] door de kracht van de klap meteen op de grond viel. Ik zag toen dat [verdachte] meteen terug liep. Hierop zag ik dat [slachtoffer 2] opeens door een man of vier à vijf werd belaagd. Ik zag dat [slachtoffer 2] opeens op de grond lag en dat er vier à vijf man omheen stonden. Het was voor mij duidelijk dat er werd gevochten en dat het op [slachtoffer 2] gericht was en hij hier slachtoffer van was. Van de mannen die [slachtoffer 2] belaagden kan ik in ieder geval drie namen noemen. Deze drie personen: [naam 2] , [naam 3] en [naam 4] stonden zeker om [slachtoffer 2] heen en zijn betrokken bij zijn mishandeling.

Camerabeelden

Verbalisant [naam 5] 11 heeft camerabeelden van de Oelemarkt te Weert met als datum- en tijdsaanduiding 19 augustus 2017 van 1.06:00 uur tot 1.09:59 uur bekeken en beschreven. Hij relateerde daarover – zakelijk weergegeven – onder meer als volgt:

[verdachte] loopt in de richting van [slachtoffer 1] / [slachtoffer 2] en wordt tegengehouden door een man, gekleed in een donderblauwe spijkerbroek, zwart shirt en donker jasje (NN3). [verdachte] loopt naar [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] loopt [verdachte] tegemoet. [slachtoffer 1] heeft beide handen in zijn broekzak. [verdachte] slaat [slachtoffer 1] met zijn tot vuist gebalde rechterhand tegen zijn linkerwang/kaak. [slachtoffer 1] valt direct achteruit op de grond.

[slachtoffer 2] loopt in de richting van [verdachte] , [verdachte] loopt achteruit. [slachtoffer 2] loopt achter [verdachte] aan, welke achteruit wegloopt. NN3 komt bij [slachtoffer 2] en [verdachte] en [slachtoffer 2] trapt NN3 met zijn rechter voet tegen zijn linker bovenbeen. NN3 en [slachtoffer 2] pakken elkaar vast en NN3 maakt met zijn rechterhand een slaande beweging naar het hoofd van [slachtoffer 2] . Een man, gekleed in een donkere spijkerbroek, donker shirt en zwarte jas (NN4), rent in de richting van [slachtoffer 2] en NN3 en maakt een springende trappende beweging. [verdachte] staat links naast NN4. NN4 valt op de grond. [slachtoffer 2] en NN3 zijn in een worsteling. NN2 komt bij NN3/ [slachtoffer 2] en slaat met zijn rechterhand op de rug van [slachtoffer 2] . NN2 pakt [slachtoffer 2] vast. [slachtoffer 2] en NN3 zijn nog in worsteling.

NN3 heeft [slachtoffer 2] met zijn rechterarm om zijn nek en slaat hem met zijn linker, tot vuist gebalde hand op de linkerkant van zijn gezicht. [slachtoffer 2] heeft NN3 vast. NN3 slaat met zijn rechter, tot vuist gebalde hand op de linkerkant van het gezicht van [slachtoffer 2] . NN2 slaat met zijn rechter, tot vuist gebald hand op de rechterkant van het gezicht van [slachtoffer 2] . Er komt een onbekende man, gekleed in een blauwe spijkerbroek en wit shirt (NN5) bij NN2 en duwt hem weg. [slachtoffer 2] duwt NN3 rechts uit beeld.

[slachtoffer 2] , NN2 en NN3 zijn rechts uit beeld. NN4 komt van de linkerzijde en maakt met zijn rechter, tot vuist gebalde hand een slaande beweging in de richting van iemand die aan de rechterzijde uit beeld is. De verdachte [naam medeverdachte] komt van boven in beeld en voegt zich bij de personen die rechts uit beeld zijn.

[verdachte] komt van de linkerzijde en maakt een springende, trappende beweging tegen iemand die aan de rechterzijde uit beeld is.

In de hieronder genoemde tijdspanne wordt het aandeel van ieder persoon zoveel mogelijk apart beschreven. Dit gezien het feit dat er veel op hetzelfde moment gebeurd.

NN4 slaat vier maal richting het lichaam van [slachtoffer 2] , welke vanuit rechts, vallend, in beeld komt, waarbij de laatste slag van NN4 plaats vindt op het moment dat [slachtoffer 2] op de grond ligt. Vervolgens wordt NN4 weggetrokken in de richting van café de Stuiterbal.

[verdachte] maakt vier schoppende bewegingen met zijn rechter voet, richting het hoofd van de op de grond liggende [slachtoffer 2]...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT