Uitspraak Nº 03/700126-14. Rechtbank Limburg, 2019-01-25

ECLIECLI:NL:RBLIM:2019:691
Date25 Enero 2019
Docket Number03/700126-14
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Roermond

Strafrecht

Parketnummer: 03/700126-14

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 januari 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegegevens verdachte] ,

wonende te [adresgegevens verdachte] .

De verdachte wordt bijgestaan door mr. P.B.A. Acda, advocaat, kantoorhoudende te Roermond.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 januari 2019. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:

Feit 1: samen met een ander/anderen, of alleen, opzettelijk 1242 hennepplanten heeft geteeld of aanwezig heeft gehad dan wel medeplichtig daaraan is geweest;

Feit 2: samen met een ander/anderen, of alleen, elektriciteit heeft gestolen.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank het medeplegen van hennepteelt (feit 1) en het medeplegen van elektriciteitsdiefstal (feit 2) wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.

Met betrekking tot feit 1 heeft zij aangevoerd dat de kwekerij deels onder de loods van verdachte is aangetroffen (ruimte 4) en dat de ingang van de kwekerij zich bevond in de loods van medeverdachte [medeverdachte 1] (bij [adres] ). Voor de betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij heeft de officier van justitie in het bijzonder gewezen op de goederen bestemd voor de hennepteelt, de hennepblaadjes en de zegeltang van Enexis die in/bij de woning van verdachte werden aangetroffen en op het hennepblaadje dat in het zijvak van de auto van verdachte werd gevonden. Daarbij heeft zij ook gewezen op de omstandigheden met betrekking tot de huur van de loods aan [medeverdachte 1] ( [adres] ) en het door verdachte ‘ophalen’ van de knipmachine in de loods van [medeverdachte 1] (bij [adres] ) op 26 februari 2014. De officier van justitie acht de verklaring die verdachte heeft afgelegd niet aannemelijk. Gelet op het complex van omstandigheden, afgezet tegen de achtergrond dat medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 1] ‘samen dingen doen’, acht de officier van justitie medeplegen van hennepteelt bewezen.

Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 1] verantwoordelijk is voor de hennepkwekerij. Dit in combinatie met de gezamenlijkheid van het pand en het feit van algemene bekendheid dat het niet verstandig is om de stroomvoorziening van een hennepkwekerij op de normale manier via de elektriciteitsmeter te laten lopen, maakt dat zij ook beiden verantwoordelijk kunnen worden geacht voor de diefstal van de elektriciteit.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft bepleit dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken. De raadsman heeft aangevoerd dat het bewijs voor wetenschap van en betrokkenheid bij de hennepkwekerij ontbreekt. Het onderzoek heeft zich enkel gericht op het verzamelen van belastende informatie richting verdachte en zijn medeverdachten. Er is geen enkel concreet en concludent bewijs tegen verdachte. De enige aanwijzing voor betrokkenheid lijkt te bestaan in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT