Uitspraak Nº 03/700387-18. Rechtbank Limburg, 2019-01-23

ECLIECLI:NL:RBLIM:2019:553
Docket Number03/700387-18
Date23 Enero 2019
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Strafrecht

Parketnummer: 03/700387-18

Tegenspraak

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 23 januari 2019

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegegevens verdachte] ,

thans gedetineerd in PI Zuid Oost - HvB Ter Peel te Evertsoord.

De verdachte wordt bijgestaan door mr. Th. Boumans, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 9 januari 2019. De verdachte en haar raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

Verdachte wordt primair verweten dat zij heeft getracht [slachtoffer] van het leven te beroven door hem in de lies, dan wel in de buik te steken. Subsidiair is het feit als zware mishandeling ten laste gelegd.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat is bewezen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde.

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft vrijspraak bepleit van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Hij heeft aangevoerd dat bij verdachte het opzet op de dood van [slachtoffer] heeft ontbroken. Er kan hooguit tot bewuste schuld van verdachte aan de steekwond in het lichaam van [slachtoffer] worden geconcludeerd. Noodzakelijkheidsbewustzijn dat het toebrengen van de steekwond tot de dood van [slachtoffer] zou hebben kunnen leiden, heeft aan de zijde van de verdachte nooit bestaan.

3.3

Het oordeel van de rechtbank 1

Redengevende feiten en omstandigheden

Op 29 september 2018 omstreeks 3.16 uur belt de verdachte het noodnummer112 en meldt dat zij aan de [adres] te [woonplaats] , haar vriend heeft gestoken.2 Ter plaatse gekomen, treffen verbalisanten een naakte man aan met een buikwond, geheel onder het bloed. Zowel in als buiten in de buurt van de woning wordt door de politie veel bloed aangetroffen. Het slachtoffer is [slachtoffer] , de (inmiddels ex) vriend van de verdachte. Hij wordt per ambulance naar het ziekenhuis overgebracht.3

[slachtoffer] blijkt een steekverwonding te hebben van 8 cm links onder in zijn buik. Hij wordt direct geopereerd, waarbij een stuk darm van 15 centimeter wordt verwijderd.4 Op vier plaatsen in zijn darmen wordt een perforatie gedicht. Hij heeft veel bloed verloren. Hij moet vijf dagen in het ziekenhuis blijven.5 De duur van herstel wordt geschat op zo’n zes weken.6

Bewijsoverweging

Poging doodslag

Verdachte heeft [slachtoffer] met een vleesmes met een totale lengte van 28 centimeter diep onder in de buik gestoken. Het is een feit van algemene bekendheid dat zich daar vitale delen van het lichaam bevinden, zoals de dijslagader. [slachtoffer] heeft een aanzienlijke hoeveelheid bloed verloren. Hij bloedde nog steeds toen de ambulance ter plaatse kwam. De rechtbank acht de kans dat [slachtoffer] zonder adequaat medisch ingrijpen als gevolg van de toegebrachte messteek zou zijn komen te overlijden, aanmerkelijk.

Opzet

Zowel de verdachte als [slachtoffer] heeft verklaard dat zij beiden die avond cannabis en cocaïne hebben gebruikt. De verdachte had daarnaast een fles wijn en een paar shots tequila gedronken. De verdachte slikte al enige maanden antidepressiva. Beiden hebben verklaard dat de avond gezellig was verlopen, met veel seks. In de voege ochtend was dit uitgemond in een spel, waarin [slachtoffer] van de verdachte naakt op het aanrecht moest gaan liggen. Daar vond, naar het zich laat aanzien uit het niets, het steekincident plaats.

Namens de verdachte is aangevoerd dat bij haar het opzet op de dood van [slachtoffer] heeft ontbroken, ook in voorwaardelijke zin. In de context van middelengebruik en seksuele ontremming waarin het incident plaatsvond, moet het worden gezien als een ongeluk. Het slachtoffer zelf heeft de verdachte ertoe aangemoedigd om hem dit ‘erotiserend prikje’ te geven.

De rechtbank overweegt omtrent dit verweer als volgt. Uit de verklaring van de verdachte kan niet worden afgeleid dat zij willens en wetens (boos opzet) erop uit is geweest om [slachtoffer] te doden. De rechtbank interpreteert de uiterlijke verschijningsvorm van de handelingen van de verdachte - het steken met een groot mes in de onderbuik van [slachtoffer] - als zozeer gericht op een bepaald gevolg, te weten de dood van [slachtoffer] , dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte, wat er ook zij van de ontremde sfeer waarbinnen de handelingen plaatsvonden, de aanmerkelijke kans daarop heeft aanvaard.

Verdachte had voorafgaand aan het delict antidepressiva, verdovende middelen en alcohol gebruikt, maar heeft verklaard dat de hoeveelheid alcohol en verdovende middelen die zij die avond had gebruikt, voor haar in het recente verleden niet ongebruikelijk was. Voorts is van belang dat zij na het steekincident nog naar boven is gelopen en daar haar sexy lingerie voor een joggingbroek en –trui heeft verruild. Op grond van deze omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dan niet kan worden gesproken van een situatie waarin bij de verdachte ieder inzicht in de draagwijdte van haar gedragingen en de mogelijke gevolgen daarvan ontbrak. Opzet, zij het in voorwaardelijke zin, acht de rechtbank dan ook aanwezig.

Conclusie

De rechtbank acht op grond van het bovenstaande de primair ten laste gelegde poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen in die zin dat de verdachte voorwaardelijk opzet heeft gehad op het plegen van doodslag op [slachtoffer] .

3.4

De bewezenverklaring

De rechtbank acht bewezen dat de verdachte

op 29 september 2018 in de gemeente Kerkrade, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, met een mes in de onderbuik van die [slachtoffer] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

De rechtbank acht niet bewezen hetgeen primair meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

4 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert het volgende strafbare feit op:

poging tot doodslag.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.

5 De strafbaarheid van de verdachte

Psychiater R.J. Verkes en arts, tevens psychiater in...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT