Uitspraak Nº 03/700493-14. Rechtbank Limburg, 2015-10-27

ECLIECLI:NL:RBLIM:2015:8997
Docket Number03/700493-14
Date27 Octubre 2015
RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht

Strafrecht

Parketnummers: 03/700493-14;

03/131055-14 (ter terechtzitting gevoegd);

02/993034-10 (vtvv).

Tegenspraak (gemachtigde raadsman)

Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 oktober 2015

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortedatum] ,

zonder bekende woon- of verblijfplaats in Nederland.

De verdachte wordt bijgestaan door mr. M.M.J.P. Penners, advocaat, kantoorhoudende te Maastricht.

1 Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 oktober 2015. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen zijn gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.

2 De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte een groot aantal (rechts)personen heeft opgelicht en gebruik heeft gemaakt van valse of vervalste geschriften.

3 De beoordeling van het bewijs
3.1

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie acht alle tenlastegelegde feiten –in de primaire variant– bewezen. Hij heeft betoogd dat er in casu sprake is van oplichtingspraktijken, aangezien de gedragingen van de verdachte meer omvatten dan het enkele zich voordoen als een bonafide koper.

Ter onderbouwing van zijn standpunt heeft de officier van justitie verwezen naar de arresten van de Hoge Raad van 11 november 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3144) en van 17 februari 2015 (ECLI:NL:HR:2015:326).

3.2

Het standpunt van de verdediging

De raadsman heeft zich met betrekking tot de verdenking van oplichting op het standpunt gesteld dat de verdachte geen oogmerk had op wederrechtelijke bevoordeling, maar dat er telkens sprake was van een civielrechtelijk geschil. Voor het opmaken dan wel gebruiken van valse of vervalste geschriften is er onvoldoende bewijs. De raadsman pleit daarom voor integrale vrijspraak.

3.3

Het oordeel van de rechtbank

Inleiding

Aan de verdachte wordt een groot aantal oplichtingen van (rechts)personen verweten. De rechtbank ziet zich hoofdzakelijk voor de vraag gesteld of de gedragingen van de verdachte gekwalificeerd kunnen worden als oplichting. Ter beantwoording van die vraag acht de rechtbank het noodzakelijk om eerst stil te staan bij de strafrechtelijke kwalificatie oplichting en dienaangaande het juridische kader uiteen te zetten. Vervolgens zal de rechtbank aandacht besteden aan de feitelijke gedragingen. Daarna zal zij, aan de hand van het eerder geschetste juridische kader, toetsen of de gedragingen van de verdachte gekwalificeerd kunnen worden als oplichting.

Juridisch kader

Oplichting is strafbaar gesteld in artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht. Blijkens de tekst van dit artikel is strafbaar degene die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de afgifte van een goed of het verlenen van een dienst.

Het is vaste rechtspraak dat voor een veroordeling ter zake van oplichting het enkele zich voordoen als betrouwbare contractpartij – wetende dat je niet aan je verplichtingen kunt voldoen – niet valt aan te merken als het aannemen van een valse hoedanigheid, listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels in de zin van het hiervoor genoemde artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht, door welke hoedanigheid, kunstgrepen of verdichtsels de andere partij wordt bewogen tot afgifte van een goed of het verlenen van een dienst.

Uit de arresten van de Hoge Raad van 11 november 2014 (ECLI:NL:HR:2014:3144) en van 17 februari 2015 (ECLI:NL:HR:2015:326) volgt dat de gedragingen van de verdachte meer moeten omvatten dan het enkele zich voordoen als een bonafide koper en dat dit mede kan bestaan uit het als koper verstrekken van onbruikbare contactgegevens aan de wederpartij waardoor verhaal bemoeilijkt wordt of zelfs onmogelijk wordt gemaakt, of wanneer blijkt dat de verdachte steeds weer handelt volgens een tevoren bedachte werkwijze.

Bespreking van de bewijsmiddelen per feit

Parketnummer 03/700493-141

Feit 1

Op 1 september 2014 doet [benadeelde 1] namens [hotel 1] te Maastricht aangifte van oplichting. Uit de aangifte2 en een aanvulling hierop per e-mail3 volgt dat ene [alias 1] op 7 augustus 2014 telefonisch voor ene heer [alias 2] een verblijf in het hotel heeft gereserveerd van 12 tot en met 15 augustus 2014. Het betrof een kamer voor twee volwassenen en twee kinderen. Later die dag wordt door de heer [alias 1] per e-mail aangegeven dat [alias 2] nog diezelfde dag zal aankomen. Op 7 augustus 2014 wordt inderdaad ingecheckt door een man die zich uitgeeft als [alias 2] . De vrouw en de kinderen worden de daaropvolgende dag door het personeel gezien. Vervolgens heeft er een aantal omboekingen plaatsgevonden, waaronder omboekingen naar grotere (en duurdere) kamers en wordt het verblijf een aantal malen verlengd. Dit verlengen gebeurde ofwel per e-mail ofwel telefonisch door de heer [alias 1] .

Op maandag 1 september 2014 was het openstaande bedrag voor logies en bijkomende kosten opgelopen tot € 9.294,26. Er wordt dan door medewerkster [benadeelde 2] telefonisch contact gezocht met de heer [alias 1] . [alias 1] meldt dat [alias 2] de oprichter is van het bedrijf, maar inmiddels al 20 jaar dood is. Hij geeft vervolgens aan dat een medewerker van het bedrijf [alias 2] in het hotel verblijft en dat dit de heer [verdachte] betreft. Aan [alias 1] wordt telefonisch een creditcardnummer gevraagd in verband met de garantstelling voor de openstaande rekening. [alias 1] brengt daarop naar voren dat de administratie van het bedrijf twee dagen op cursus is en dat niemand anders in de gelegenheid is de creditcardgegevens te achterhalen. Er kan pas op woensdag betaald worden. Vervolgens vraagt hij of de rekening ingescand en aan hem toegezonden kan worden. De financieel directeur zou dan de volgende dag zorgdragen voor betaling. De medewerkster van het hotel, [benadeelde 2] , heeft in een volgend telefoongesprek aangegeven dat er nog diezelfde middag een creditcardnummer nodig was. [alias 1] belooft dan zo snel mogelijk terug te bellen. Ondertussen doen [benadeelde 2] en [benadeelde 1] onderzoek naar de bedrijfscredentials van [alias 1] en [alias 2] International. Deze bedrijfsnaam wordt in iedere bedrijfsmail afkomstig van [alias 1] genoemd. Het onderzoek wekt wantrouwen, waarop de medewerkers [benadeelde 2] en [benadeelde 1] de suite bezoeken waar [alias 2] verblijft. Een man, die zij eerder als [alias 2] kenden, doet open en zegt dat zijn naam [verdachte] is. [benadeelde 1] deelt dan aan deze [verdachte] mede dat binnen een uur de openstaande rekening betaald moet zijn. [verdachte] geeft daarop aan dat er pas op woensdag betaald kan worden.

[benadeelde 1] stelt voor om samen met [verdachte] naar de heer [alias 1] te bellen. Die neemt echter de telefoon niet op. In de tussentijd bevraagt [benadeelde 1] [verdachte] over diens werkzaamheden. [verdachte] vertelt dat hij zich bezig houdt met financieel ingewikkelde vraagstukken, waarover hij in kader van veiligheid en geheimhouding verder niets kon zeggen. [verdachte] geeft in dat gesprek desgevraagd aan dat hij het openstaande bedrag niet zelf kan pinnen en dat hij ook niet over een creditcard beschikt.

[verdachte] keert vervolgens terug naar zijn suite om desgevraagd zijn identiteitsbewijs te overhandigen, zodat [benadeelde 1] en [benadeelde 2] daarvan een kopie zouden kunnen maken. Tegen de medewerkers zegt hij vervolgens dat dit identiteitsbewijs bij zijn slapende zoontje op de kamer ligt en dat hij dit dus nu niet kan overhandigen. Hij stelt voor om later een kopie te mailen, omdat hij een scanfoto zou hebben van zijn identiteitsbewijs. Dit doet hij later inderdaad.

Terug in het kantoor wordt er door [alias 1] gebeld naar [benadeelde 1] . De luidsprekerfunctie wordt aangezet en zowel [benadeelde 1] als [benadeelde 2] herkent met zekerheid de stem van de man die zich zojuist nog als [verdachte] heeft voorgedaan.

Inmiddels is dan de politie ingeschakeld. Tegen de politie zegt [verdachte] dat zijn paspoort gestolen is en dat hij van de heer [alias 1] een creditcardnummer heeft gekregen. Uiteindelijk heeft de man niets betaald.

Tijdens onderzoek aan de laptop van de verdachte zijn hierop e-mails van de periode van

6 augustus 2014 tot en met 1 september 2014 tussen [emailadres verdachte] en [hotel 1] aangetroffen.4

De verdachte heeft tijdens zijn verhoor verklaard dat hij inderdaad vanaf 7 of 8 augustus 2014 met zijn gezin in het [hotel 1] Maastrichthotel heeft verbleven. Hij had ingecheckt onder de naam [alias 2] vanwege de btw. Hij had gereserveerd onder de naam [alias 1] zodat zijn bedrijf groter leek. Hij wil de rekening betalen zodra hij een onderbouwde factuur kan zien.5

Feit 2

Uit de aangifte door [benadeelde 1] namens [hotel 1] blijkt dat het hotel, na kort tevoren met de verdachte te hebben gesproken over het mailen van een scanfoto van zijn identiteitsbewijs, per e-mail een scan van het identiteitsbewijs van de verdachte heeft ontvangen.6 Een uitdraai van deze scan is aan het dossier toegevoegd.7 Op deze uitdraai staat als naam [verdachte] vermeld en als geboortedatum 2 augustus 1978. Uit het uittreksel van het SKDB d.d. 23 september 2015, alsmede uit de eigen opgave van verdachte bij zijn verhoren8, volgt echter dat de achternaam van verdachte [verdachte] is en dat hij is geboren op 7 augustus 1978. Daarmee is de scan waarmee verdachte zijn identiteit wilde tonen, vals of vervalst.

Feit 3

Op 6 augustus 2014 doet [benadeelde 3] aangifte van oplichting namens het [hotel 2] te Urmond. Uit de aangifte en de bijgevoegde bescheiden volgt dat op 18 juli 2014 een familie is ingecheckt bij voornoemd hotel. De familie bestond uit een man en een vrouw met twee kleine kinderen. Bij het inchecken heeft de vrouw haar rijbewijs getoond, op de naam [betrokkene 1] . De man...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT