Uitspraak Nº 03/866279-14. Rechtbank Limburg, 2019-01-25
ECLI | ECLI:NL:RBLIM:2019:692 |
Date | 25 Enero 2019 |
Docket Number | 03/866279-14 |
Zittingsplaats Roermond
Strafrecht
Parketnummer: 03/866279-14
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer d.d. 25 januari 2019
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboortegegevens verdachte] ,
wonende te [adresgegevens verdachte] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. J.P.C.M. van Riet, advocaat, kantoorhoudende te Hoensbroek.
De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 11 januari 2019. De verdachte en zijn raadsvrouw zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1: samen met een ander/anderen, of alleen, opzettelijk 1242 hennepplanten heeft geteeld of aanwezig heeft gehad dan wel medeplichtig daaraan is geweest;
Feit 2: samen met een ander/anderen, of alleen, elektriciteit heeft gestolen.
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank het medeplegen van hennepteelt (feit 1) en het medeplegen van elektriciteitsdiefstal (feit 2) wettig en overtuigend bewezen zal verklaren.
Met betrekking tot feit 1 heeft zij aangevoerd dat de kwekerij deels onder de loods van medeverdachte [medeverdachte 2] is aangetroffen (ruimte 4) en dat de ingang van de kwekerij zich in de loods van verdachte (bij [adres] ) bevond. Voor de betrokkenheid van verdachte bij de hennepkwekerij heeft de officier van justitie er in het bijzonder op gewezen dat verdachte huurder en gebruiker was van de loods en dat er in ruimte 3 van de kwekerij een bril met zijn DNA erop werd gevonden en er goederen bestemd voor de hennepteelt in/bij zijn woning werden aangetroffen. Daarbij heeft zij er op gewezen dat het stroomcontract op naam van verdachte stond en hij ook de stroomkosten betaalde. De officier van justitie acht de verklaring die verdachte heeft afgelegd niet aannemelijk. Gelet op het complex van omstandigheden, afgezet tegen de achtergrond dat medeverdachte [medeverdachte 1] heeft verklaard dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] ‘samen dingen doen’, acht de officier van justitie medeplegen van hennepteelt bewezen.
Met betrekking tot feit 2 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat verdachte samen met medeverdachte [medeverdachte 2] verantwoordelijk is voor de hennepkwekerij.
Dit in combinatie met het feit van algemene bekendheid dat het niet verstandig is om de stroomvoorziening van een hennepkwekerij op de normale manier via de elektriciteitsmeter te laten lopen, maakt dat zij ook beiden verantwoordelijk kunnen worden geacht voor de diefstal van de elektriciteit.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft bepleit dat de rechtbank de verdachte integraal zal vrijspreken. De raadsvrouw heeft aangevoerd dat verdachte heeft verklaard dat hij geen betrokkenheid heeft gehad bij de hennepteelt en dat een belangrijke aanwijzing daarvoor is gelegen in het feit dat hij vaak maandenlang in het buitenland verbleef. De loods aan de [adres] was van medeverdachte [medeverdachte 2] . Verdachte huurde deze loods niet. Hij deed klusjes voor [medeverdachte 2] en sloeg in de loods materialen op voor [medeverdachte 2] . Het gat in de vloer zat er al vlak na de ontdekking...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT