Uitspraak Nº 05/085583-17. Rechtbank Gelderland, 2018-01-23

ECLIECLI:NL:RBGEL:2018:292
Docket Number05/085583-17
Date23 Enero 2018
CourtRechtbank Gelderland (Neederland)

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht

Zittingsplaats Arnhem

Parketnummer : 05/085583-17

Datum uitspraak : 23 januari 2018

Tegenspraak

vonnis van de meervoudige kamer

in de zaak van

de officier van justitie bij het arrondissementsparket Oost-Nederland

tegen

[verdachte]

geboren op [geboortedatum 1] 1989 te [geboorteplaats] , wonende te [adres 1] .

raadsvrouw: mr. D. Simo, advocaat te Culemborg .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 9 januari 2018 en 25 september 2017.

1 De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 9 april 2017 te Beesd, althans in de gemeente Geldermalsen openlijk, te weten, aan de [adres 2] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen (een) perso(o)n(en), te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] door

- die [slachtoffer 1] (met kracht) een kopstoot te geven en/of

- die [slachtoffer 1] vast te pakken en/of vast te houden en/of

- die [slachtoffer 1] in een nekklem vast te pakken en/of vast te houden en/of (met kracht) naar de grond te werken en/of te gooien en/of

- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen en/of te duwen en/of

- die [slachtoffer 1] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, met een paal, althans een hard (slag)voorwerp, op/tegen de heup en/of het (overige) lichaam te slaan en/of

- die [slachtoffer 2] (met kracht) meermalen, althans eenmaal, met een paal, althans een hard (slag)voorwerp, op/tegen het hoofd en/of (overige) lichaam te slaan.

2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1

De feiten

Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.

Aangever [slachtoffer 1] , wonende aan de [adres 2] te [woonplaats 6] , en medeverdachte [medeverdachte 1] (vader van verdachte), wonende aan de [adres 3] te [woonplaats 7] , zijn als buren verwikkeld in een reeds langer lopend burenconflict. Op 9 april 2017 constateerde [medeverdachte 1] dat er op de [straatnaam] in de berm langs het perceel van [slachtoffer 1] een boom geplant was, waardoor hij bij het uitrijden van zijn uitrit met zijn vrachtwagen dit gedeelte van de weg niet meer kon passeren. Hij heeft het boompje uit de grond gehaald en over het hek van [slachtoffer 1] gegooid, evenals de bijbehorende palen. [slachtoffer 1] kwam naar buiten en daarop is [medeverdachte 1] door het hek het erf van [slachtoffer 1] opgelopen en naar hem toegelopen. Bij het daaropvolgende incident waren eveneens aangever [slachtoffer 2] (zoon van [slachtoffer 1] ), verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] (broer van verdachte) betrokken.2

Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden geacht dat verdachte zich samen met anderen schuldig heeft gemaakt aan openlijke geweldpleging tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verwerping van het onrechtmatig verkregen bewijs verweer, nu er geen sprake is van een vormverzuim gedurende het voorbereidend onderzoek.

Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft aangevoerd dat het niet is toegestaan een vaste camera op te hangen waarbij personen herkenbaar in beeld worden gebracht. Er is een onevenredige inbreuk op de privacy van verdachte en medeverdachten gemaakt. Daarbij merkt de verdediging op dat door [slachtoffer 1] selectief is omgegaan met de verstrekking van de camerabeelden, nu slechts van één camera de beelden zijn verstrekt terwijl er meer camera’s op het terrein aanwezig waren. De camerabeelden en het proces-verbaal van het uitlezen van de camerabeelden dienen derhalve uitgesloten te worden van het bewijs. Dit brengt met zich mee dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs overblijft. De verklaringen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dienen als onbetrouwbaar terzijde te worden geschoven, nu zij voorafgaand aan het doen van aangifte de gelegenheid hebben gehad met elkaar te overleggen en de camerabeelden te bekijken.

Daarbij komt dat het incident niet heeft plaatsgevonden op een voor het publiek toegankelijke plaats, nu het zich heeft afgespeeld op het erf van [slachtoffer 1] . Voorts heeft verdachte geen significante bijdrage geleverd aan het geheel. Verdachte heeft niets gedaan. De verdediging heeft (primair) vrijspraak bepleit van het tenlastegelegde feit.

Beoordeling door de rechtbank

De rechtbank dient als eerste de vraag te beantwoorden of er sprake is van onrechtmatig verkregen bewijs met betrekking tot de camerabeelden. Niet is gebleken dat [slachtoffer 1] geen camera’s mocht ophangen op zijn erf. Maar ook indien de aanwezigheid van deze camera(‘s) in strijd zou zijn met enig wettelijk voorschrift, betreft dit geen verzuim dat is gepleegd in het voorbereidend onderzoek van de politie en kan dit derhalve geen vormverzuim zoals bedoeld in artikel 359a Sv opleveren dat tot bewijsuitsluiting of strafmindering aanleiding kan geven. Voorts is niet gebleken dat er andere camerabeelden beschikbaar zijn die het incident gefilmd hebben. Gezien het voorgaande verwerpt de rechtbank het verweer strekkende tot bewijsuitsluiting.

Bewijsmiddelen

Aangever [slachtoffer 1] heeft verklaard dat hij [medeverdachte 1] heeft gesommeerd van het erf af te gaan. Daarop gaf [medeverdachte 1] hem een kopstoot en sloeg [medeverdachte 1] hem een paar keer op zijn gezicht. [slachtoffer 1] zag dat verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] ook het erf op kwamen. [slachtoffer 1] riep nogmaals dat ze het erf moesten verlaten en dat hij de honden los zou laten. Daarop heeft hij een boompaal opgepakt en is hij weggelopen. Hij zag dat [medeverdachte 1] hond [naam 1] een klap gaf met een boompaal. Vervolgens liep [medeverdachte 1] met de boompaal op [slachtoffer 2] af en sloeg hem daarmee. Verdachte probeerde [slachtoffer 1] met een boompaal op zijn hoofd te slaan, maar hij miste en richtte zich vervolgens op [slachtoffer 2] . Verdachte heeft [slachtoffer 2] met de boompaal geslagen en [medeverdachte 2] heeft [slachtoffer 2] vastgehouden en heeft hem met de vuisten geslagen. Ondertussen drukte [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] tegen de grond, sloeg hem een paar keer met de vuist en riep tegen verdachte waar laatstgenoemde met de paal moest slaan. Verdachte sloeg daarop met de paal op de heup en rug van [slachtoffer 1] . Na enkele bedreigingen sloeg [medeverdachte 1] hem opnieuw en drukte de boompaal in zijn gezicht en tegen de auto aan. Daarna zijn verdachte en medeverdachten weggegaan.3

Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat [medeverdachte 1] zijn vader in het gezicht sloeg en een kopstootbeweging maakte. [slachtoffer 2] heeft een boompaal gepakt om [medeverdachte 1] op afstand te houden. [medeverdachte 1] probeerde de paal af te pakken en [slachtoffer 2] heeft daarop de paal weggegooid. [medeverdachte 1] heeft de paal opgepakt en heeft daarmee de hond geslagen. Vervolgens liep hij met de boompaal op [slachtoffer 2] af. [slachtoffer 2] dook weg op het moment dat [medeverdachte 1] uithaalde en hij werd aan de zijkant van zijn heup geraakt. Verdachte probeerde [slachtoffer 1] met een boompaal op zijn hoofd te slaan, maar hij miste. [medeverdachte 2] drukte [slachtoffer 2] naar beneden en sloeg hem. Voorts voelde [slachtoffer 2] dat hij door verdachte met de boompaal op zijn rug en hoofd geslagen werd.4

Op de ter terechtzitting getoonde camerabeelden is te zien dat [medeverdachte 1] op [slachtoffer 1] afloopt en dat laatstgenoemde achteruit stapt. [medeverdachte 1] maakt een kopstootbeweging in de richting van [slachtoffer 1] en maakt vervolgens enkele slaande bewegingen. Verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] komen dan ook het erf op. [slachtoffer 2] pakt dan een boompaal van de grond en houdt deze horizontaal voor zich. Te zien is dat [slachtoffer 1] van de anderen weg loopt, een boompaal oppakt en uit het beeld verdwijnt. Op hetzelfde moment loopt [medeverdachte 1] op [slachtoffer 2] af en pakt hem in een nekklem vast. Daarop gooit [slachtoffer 2] de paal weg. [medeverdachte 1] loopt uit beeld en komt terug met een paal. Daarmee maakt hij een slaande beweging in de richting van de hond. Op de achtergrond is te zien dat verdachte ook een paal oppakt. Vervolgens komt [slachtoffer 1] terug in beeld met de paal in zijn handen. [slachtoffer 2] komt tussen [slachtoffer 1] en [medeverdachte 1] in te staan. [medeverdachte 1] loopt in de richting van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en maakt met de paal een slaande beweging in de richting van [slachtoffer 2] . [slachtoffer 1] en [medeverdachte 1] slaan dan allebei in elkaars richting met de boompalen. Op dat moment komen ook verdachte en medeverdachte [medeverdachte 2] er aan gerend, waarbij verdachte de boompaal nog in zijn handen heeft. Het incident verplaatst zich grotendeels buiten beeld, maar te zien is dat verdachte de boompaal boven zijn hoofd houdt, uithaalt en slaat in de richting van waar [slachtoffer 1] reeds stond. Niet is te zien of en waar [slachtoffer 1] wordt geraakt. Vervolgens komen [medeverdachte 1] en [slachtoffer 1] terug in beeld en is te zien dat [medeverdachte 1] [slachtoffer 1] in een nekklem pakt en tegen de grond werkt. Ook verdachte is dan terug in beeld en te zien is dat hij nogmaals uithaalt met de boompaal. Het incident verplaatst zich dan weer buiten beeld, maar in de reflectie van de [naam 2] bus is te zien dat iemand met witte bovenkleding slaande bewegingen naar beneden maakt. Verdachte komt gedeeltelijk terug in beeld en te zien is dat hij de boompaal boven zijn hoofd houdt en daarmee een slaande beweging maakt. [slachtoffer 1] en [medeverdachte 1] komen weer terug...

Om verder te lezen

PROBEER HET UIT

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT