Uitspraak Nº 05.198479.19. Rechtbank Gelderland, 2020-12-17
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2020:6782 |
Docket Number | 05.198479.19 |
Date | 17 Diciembre 2020 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.198479.19
Datum uitspraak : 17 december 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1987 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] .
Raadsvrouw: mr. A. Foppen, advocaat in Harderwijk.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op 3 december 2020.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 19 juli 2019 te Elburg in de gemeente Elburg, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van het industrieterrein Kruismaten en/of gaande in de richting van de Wijkerwoldweg, daarmee rijdende op de weg, de Oostelijke Rondweg,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
onder invloed van alcohol, althans na het gebruik van een niet onaanzienlijke hoeveelheid alcohol houdende drank,
niet of in onvoldoende mate heeft gelet en/of is blijven letten op het verloop van die weg (de Oostelijke Rondweg) en/of
met een snelheid ongeveer gelegen tussen de 122 en 135 kilometer per uur, in elk geval met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem, verdachte geldende maximum snelheid van 60 kilometer per uur,
een in die weg (de Oostelijk Rondweg) gelegen gezien, zijn verdachtes rijrichting naar rechts verlopende bocht is in- en/of doorgereden en/of
in een slip is geraakt en/of geheel of gedeeltelijk met dat door hem, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) in de gezien zijn, verdachtes rijrichting, rechter berm van die weg (de Oostelijke Rondweg) is terecht gekomen en/of (vervolgens) naar links heeft gestuurd en/of naar links is gegaan en/of
tegen een gezien zijn, verdachtes rijrichting in de linker berm van die weg (de Oostelijke Rondweg) staand hek is gebotst en/of
in een aan die linker berm grenzend maisveld één of meermalen met dat motorrijtuig (personenauto) over de kop is geslagen en/of op de kop liggend tot stilstand is gekomen,
en aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [naam 1] ) werd gedood,
terwijl verdachte verkeerde in een toestand, bedoeld in artikel 8, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994 en/of
welke feit is veroorzaakt of mede is veroorzaakt doordat verdachte een krachtens de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde maximum snelheid in ernstige mate heeft overschreden;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 19 juli 2019 te Elburg in de gemeente Elburg, als bestuurder van een motorrijtuig (personenauto), komende uit de richting van het industrieterrein Kruismaten en/of gaande in de richting van de Wijkerwoldweg, daarmee op de weg, de Oostelijke Rondweg heeft gereden met een snelheid, ongeveer gelegen tussen de 122 en 135 kilometer per uur, in elk geval met een grotere snelheid dan de aldaar voor hem, verdachte geldende maximum snelheid
van 60 kilometer per uur en/of
een in die weg (de Oostelijk Rondweg) gelegen gezien, zijn verdachtes rijrichting naar rechts verlopende bocht is in- en/of doorgereden en/of
in een slip is geraakt en/of geheel of gedeeltelijk met dat door hem, verdachte bestuurde motorrijtuig (personenauto) in de gezien zijn, verdachtes rijrichting, rechter berm van die weg (de Oostelijke Rondweg) is terecht gekomen en/of (vervolgens) naar links heeft gestuurd en/of naar links is gegaan en/of
tegen een gezien zijn, verdachtes rijrichting in de linker berm van die weg (de Oostelijke Rondweg) staand hek is gebotst en/of
in een aan die linker berm grenzend maisveld één of meermalen met dat motorrijtuig (personenauto) over de kop is geslagen en/of op de kop liggend tot stilstand is gekomen,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 19 juli 2019 omstreeks 20.54 uur heeft op de Oostelijke Rondweg in Elburg, gemeente Elburg, een éénzijdig ongeval met een personenauto plaatsgevonden. De inzittenden van die personenauto waren verdachte en [naam 1] . De personenauto is in eerste instantie in de rechter berm van de Oostelijke Rondweg terecht gekomen. Vervolgens is deze in de linker berm terechtgekomen, tegen een hek gebotst, over de kop geslagen en in een aangrenzend maïsveld op de kop liggend tot stilstand gekomen.2
Het slachtoffer [naam 1] is onder de auto aangetroffen. Hij is ten gevolge van de door het ongeval opgelopen verwondingen ter plaatse overleden.3
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit. Meer in het bijzonder heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld dat sprake is geweest van zeer onvoorzichtig rijgedrag door verdachte.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geconcludeerd tot vrijspraak van de hoogst ten laste gelegde schuldvorm. Het geheel van verkeersgedragingen, bestaande uit een forse overschrijding van de maximumsnelheid, in samenhang met de andere omstandigheden waaronder het ongeval heeft plaatsgevonden, levert niet de ten laste gelegde schuldgradatie “zeer onvoorzichtig, onoplettend en onachtzaam” op.
Ook dient vrijspraak te volgen van het rijden onder invloed van alcohol. De uitkomst van het bloedonderzoek kan niet bijdragen tot het bewijs. Er is niet voldaan aan de strikte eisen ter waarborging van de zorgvuldigheid van het onderzoek.
Ten aanzien van de laagste vorm van schuld bij het primaire feit, alsmede ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde feit, heeft de verdediging zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt het volgende.
De rechtbank gaat ervan uit dat verdachte de personenauto ten tijde het ongeval bestuurde, gelet op het proces-verbaal van de camerabeelden van kort voor het ongeval4, het proces-verbaal van bevindingen5 en de verklaring van getuige [naam 2]6. Verdachte heeft dit ook niet betwist.
De personenauto heeft tijdens het ongeval een e-call melding verzonden naar een particuliere meldkamer, waarbij het e-call systeem een snelheid doorzond van 122 km/uur. De politie heeft onderzoek gedaan naar de verkregen dataset. Daaruit bleek dat inderdaad een snelheid werd weergegeven van 122 km/uur.7 De rechtbank gaat dan ook van die gereden snelheid uit. Op de Oostelijk Rondweg in Elburg geldt een maximumsnelheid van 60 km/u.8 Door of namens verdachte is de gemeten snelheid niet betwist en evenmin de conclusie dat...
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT