Uitspraak Nº 05/720002-20. Rechtbank Gelderland, 2020-07-22
ECLI | ECLI:NL:RBGEL:2020:3982 |
Date | 22 Julio 2020 |
Docket Number | 05/720002-20 |
Court | Rechtbank Gelderland (Neederland) |
RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer : 05/720002-20
Datum uitspraak : 22 juli 2020
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1993 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] .
Raadsvrouw: mr. R.E.H. Jager, advocaat te Amersfoort.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 15 april 2020 en 8 juli 2020.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Primair
hij op of omstreeks 15 september 2019, te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een portemonnee en/of 2 creditcards en/of een bankpas en/of een rijbewijs en/of (ongeveer 100 Euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e) goed(eren), dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of diens mededader(s) die [benadeelde] aangesproken, althans iets gevraagd en/of die [benadeelde] onverhoeds en onverwachts een of meer keer in het gezicht gestompt en/of geslagen en/of die [benadeelde] tegen de grond gewerkt en/of en/of gegooid en/of die [benadeelde] vastgepakt en/of vastgehouden en/of aan die [benadeelde] getrokken en/of geduwd en/of gestompt en/of geslagen;
althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling leidt:
Subsidiair
[medeverdachte] op of omstreeks 15 september 2019, te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een portemonnee en/of 2 creditcards en/of een bankpas en/of een rijbewijs en/of (ongeveer) 100 Euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e)
goed(eren), dat geheel of ten dele aan een ander dan aan die [medeverdachte] toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of
gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft die [medeverdachte] die [benadeelde] onverhoeds en onverwachts een of meer keer in het gezicht gestompt en/of geslagen en/of die [benadeelde] tegen de grond gewerkt en/of en/of gegooid en/of die [benadeelde] vastgepakt en/of vastgehouden en/of aan die [benadeelde] getrokken en/of geduwd
en/of gestompt en/of geslagen;
bij en/of tot het plegen van welk misdrijf verdachte op of omstreeks 15 september 2019, te Arnhem, opzettelijk behulpzaam is geweest en/of opzettelijk gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft, door die [benadeelde] aan te spreken, althans iets te vragen en/of, nadat die [medeverdachte] die [benadeelde] had gestompt en/of geslagen en/of tegen de grond had gewerkt of gegooid, die [benadeelde] heeft vast gepakt bij de arm(en) en/of de benen en/of bij de kleding en/of
lichaam heeft vastgepakt.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359 derde lid, laatste zin van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [benadeelde] , p. 150-151;
- het proces-verbaal van verhoor aangever, p. 152-154;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 155-157;
- het proces-verbaal van bevindingen camerabeelden flat, p. 172-192;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 8 juli 2020.
Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op of omstreeks 15 september 2019, te Arnhem, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een portemonnee en/of 2 creditcards en/of een bankpas en/of een rijbewijs en/of (ongeveer 100 Euro, althans een hoeveelheid geld, in elk geval enig(e)
goed(eren), dat die geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn
mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [benadeelde] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij
het bezit van het gestolene te verzekeren, immers heeft/hebben verdachte en/of diens mededader(s) die [benadeelde] aangesproken, althans iets gevraagd en/of die [benadeelde] onverhoeds en onverwachts een of meer keer in het gezicht gestompt en/of geslagen en/of die [benadeelde] tegen de grond gewerkt en/of en/of gegooid en/of die [benadeelde] vastgepakt en/of vastgehouden en/of aan die [benadeelde] getrokken en/of geduwd en/of gestompt en/of geslagen.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
Het bewezenverklaarde levert op:
Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Het feit is strafbaar.
Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.
Om verder te lezen
PROBEER HET UIT